Gist heeft het graag lekker warm en floreert bij elke graansoort net even bij een andere temperatuur. Gist in tarwe- of speltdeeg gedijt het best bij 26°C - 28°C. Dat wil zeggen dat wanneer er rijstijden in een recept vermeld staan, er uitgegaan wordt van deze temperatuur. Voor rogge is 30°C - 32°C ideaal.
Een voldoende gerezen deeg kun je controleren met de 'druktest'. Bij de druktest duw je voorzichtig het deeg in waarna het heel langzaam weer terugtrekt en eerdere vorm probeert aan te nemen, na ongeveer een minuut zal het deukje weer verdwenen zijn. Wanneer dit het geval is dan is je deeg klaar om de oven in te gaan.
Boven én onderwarmte
Zeker bij gebak dat moet rijzen (waarbij bakpoeder of baking soda in het beslag zit, bijvoorbeeld) is boven- en onderwarmte een slimme keus. Tip: gebruik bij deze stand het liefst maar één bakplaat – of nog beter, een bakrooster, zodat de warmte er overal goed bij kan.
In principe is dat geen probleem. Je kan het brood de eerste keer laten rijzen zoals je het altijd zou doen. Kneed het deeg dan een tweede maal en laat het de tweede keer rijzen in de koelkast. Het deeg zal wat minder snel rijzen omdat het op een lagere temperatuur rust.
De redenen dat je het deeg meerdere keren laat rijzen zijn: Het gashoudend vermogen van het deeg is pas na zo'n 120 à 240 minuten (afhankelijk van de kwaliteit van het meel/bloem) na de start van het mengen maximaal en dat is het beste moment om het brood te gaan bakken.
Deeg laten rijzen: de narijs
Voor een normaal en relatief snel brood houd je een warme temperatuur van 20-30 °C aan. Het brood laten rijzen duurt dan ongeveer een uur zijn. Wil je het brood langer laten rijzen, dan verlaag je de temperatuur. Zorg dat je het brooddeeg opnieuw goed afdekt om uitdrogen te voorkomen.
Over het algemeen laat je een deeg in ongeveer een uur rijzen tot het in volume verdubbeld is voordat je ermee verder gaat. Sommige broodrecepten vereisen nog een tweede rijs, die duurt vaak wat korter.
Je zet alleen de bovenwarmte aan wanneer bijvoorbeeld iets wil gratineren, zoals een ovenschotel. Of wanneer je je gebraad een krokant korstje wil geven. Onderwarmte gebruik je voor een taart of een quiche, wanneer je een goed doorbakken, krokant deeg wil krijgen. Ook ideaal als je een pizzabodem goed wil afbakken.
Wanneer de oven gebruikt wordt als rijskast moet je zorgen dat de lucht in de oven voldoende vochtig is. Beter te vochtig dan te droog. Ook daar kan je werken met het afdekken van de kom waarin het deeg zit dat moet rijzen, maar tijdens de busrijs of narijs werkt dat niet goed.
Tijdens het rijpen van het deeg worden complexe suikers, eiwitten en vetten omgezet in eenvoudigere structuren. Simpel gezegd: stel je de suikers, eiwitten en vetten voor als een schakelketting. Laat je het deeg niet lang genoeg rijpen, dan moet jouw lichaam straks een hele ketting verteren. En dat is zwaar werk.
Rijzen is voor heel wat hobby-bakkers een groot probleem. Je kan dit proces wat versnellen door je degen in de oven te laten rijzen. - plaats je degen in de oven. Door de oven te openen zal de temperatuur zakken tot 40°C.
Je deeg te lang laten rijzen is nog een reden dat je brood kruimelig wordt. De textuur van een brood steunt op de juiste verhouding van gluten, zuurstof en waterdamp. Als het deeg te lang rijst, wordt de gist overactief en is de verhouding uit balans. Je brood valt dan in of wordt plat.
Een simpel antwoord op je vraag: door meer gist toe te voegen zal het deeg sneller rijzen. Het wordt er niet luchtiger door. Als je een luchtiger brood/kruim wilt dan moet je meer vocht toevoegen. Meer vocht betekent ook een plakkeriger deeg.
Het belang van rijzen
Tijdens de eerste rijs heeft het deeg 40 minuten nodig om de ideale structuur te verkrijgen. Daarna geef je het deeg de gewenste vorm en is het klaar voor de volgende rijs. Tijdens deze rijs, die ook 40 minuten duurt, wordt het deeg nog zachter en smaakvoller.
Wat heel belangrijk is de temperatuur van het deeg en de luchtvochtigheid. De ideale temperatuur voor brood is is 25 tot 27 graden.
Een bakje water mee in de oven, ook een goed idee. Een deel van dit water verdampt en helpt dus mee om het deegstuk soepel te houden tot het zijn (haar) grootste volume gekregen heeft. Vervolgens zorgt de stoom voor een glanzende bruine korst.
Zet de oven, met hetelucht, 20˚C graden lager. Bakken: Snijd het brood eventueel in met een scherp mes. Bak het brood gedurende ongeveer 20 minuten op 220˚C, zet dan de oven terug op 200˚C . Na ongeveer 35-40 graden dient het brood gaar te zijn en een mooie goudbruine kleur te hebben.
Het opbollen zorgt ervoor dat je minder koolzuurgas in het deeg overhoudt. Je hebt met het kneden hard gewerkt aan een mooi glutennetwerk. Te veel koolzuurgas betekent instortingsgevaar! Je krijgt met opbollen meer veerkracht en rekbaarheid van je glutennetwerk.
Voor een lekker brood is boter of margarine je beste vriend. Doordat het vaste vetstoffen zijn, leveren ze een soepel deeg op, dat je gemakkelijk kunt verwerken. En het blijft langer vers!
Hou je steeds aan de gevraagde hoeveelheid gist in het recept. Voeg je te weinig gist toe, dan zal je brood niet rijzen. Zit er te veel gist in, dan rijst je deeg te snel. De meeste recepten laten het deeg ongeveer 45 minuten rijzen of verdubbelen in volume.
Goed roeren en 15 minuten laten staan op een warme plek. – Gedroogde gist; dit zijn langwerpige korreltjes die je voor gebruik een kwartiertje laat weken in warm water of melk.
Brooddeeg kun je in de vriezer makkelijk één tot twee maanden bewaren. In de koelkast kun je brooddeeg, ook na één keer rijzen, maximaal 24 uur goed houden. Het rijzen van het deeg gaat namelijk gewoon door in de koelkast, ook al is dat langzamer omdat het kouder is.