Waterloten verwijderen
Ze zullen geen bloemen of vruchten produceren, dus je kunt ze beter verwijderen. De boom houdt dan meer energie over voor nuttigere zaken. Snoei deze lange, recht omhoog groeiende scheuten terug tot de plek waar ze uit de hoofdtak komen.
Hoe herken je waterloten? Waterloten hebben een duidelijk kenmerk: ze groeien recht naar boven. En er groeien dus geen appels aan, dus ze zullen ook geen bloesems dragen. Waterloten kun je wegsnoeien.
Waterloten zijn de takken die recht omhoog groeien. Vaak herken je deze aan hun net wat afwijkende uiterlijk. Qua kleur neigen ze meer naar roodbruin en vaak hebben ze witte stipjes. De waterloten van een perenboom snoeien doe je in de winter.
Hoe de appelboom te snoeien
Om veel appels aan uw boom te krijgen heeft u ”kortloten” nodig. Wat zijn kortloten? Dit is het bloesemhout. Dit zijn korte takjes met veel bloemknoppen en weinig groeiknoppen.
Een van de makkelijkste manieren om een appelboom in een kleine tuin te zetten, is met een lei appelboom. Die kun je tegen een muur of schutting laten groeien. Dat kan in allerlei vormen, bijvoorbeeld met horizontale takken (spalier), als 'haag op poten', of met schuine takken (palmet).
Een kortlot is gekenmerkt door dat het vaak slechts 1-2 cm lang wordt en de zich daaraan ontwikkelde bladeren dicht op elkaar zitten. lij vormen als het ware een krans om de eind- knop. Elk jaar eindigen zowel de lang- als de kortloten in een zogenaamde eindknop.
Als je je fruitboom twee keer per week water geeft, zal hij heel blij zijn. Als de droogte aanhoudt, kunt u uw fruitboom ongeveer 2 keer per week water geven. Zelfs in de vroege groeifase na de winter kunt u de scheuten en bloemen 3 keer per week ondersteunen met water.
Zo halverwege de winter moet je de hoofdstam van de perenboom inkorten. Kort de gevormde takken in op twintig centimeter en doe dit ook met de hoofdstam. Dit moet je elk jaar doen. Na de wintersnoei ontstaat waterlot die je in de zomer dient te verwijderen.
Appelboom snoeien is erg belangrijk voor de groei van een appelboom. Het is zelfs zo dat wanneer je een appelboom niet snoeit hij blijft groeien, wat resulteert in geen appels. Om meer appels aan je boom te krijgen is het belangrijk dat de appelboom veel bloesemhout aanmaakt.
Bestuiving. De meeste appelrassen hebben kruisbestuiving nodig om appels te laten groeien. Dat betekent dat er een ander appelras nodig is voor een goede bevruchting. Ook zelfbestuivende rassen geven meer vruchten als er daarnaast kruisbestuiving plaatsvindt.
Snoei ook de “waterscheuten”. Dit zijn steil naar boven groeiende dunne twijgen met weinig knoppen. Laat de kleinste takjes “sporen” wel zitten, want daar komen de vruchtknoppen aan.
De bedoeling van het snoeien is immers om de kroon open te houden en te zorgen dat er niet teveel hout op staat. Hierdoor kan het licht en de lucht gemakkelijk in en door de boom waardoor je een betere vruchtzetting krijgt en de vruchten beter opdrogen (lager risico op schimmels).
Perenbomen zijn pas laat vruchtbaar, het kan wel 6 tot 8 jaar duren voordat de eerste peren geoogst kunnen worden. Snoeien gebeurt tussen begin december en eind februari, wanneer de groei stil staat, en wanneer het niet harder vriest dan -5 graden Celsius.
Perenboom bemesten
Door humus aan je grond toe te voegen, zorg je voor een goede bodem, die het water en voedsel vasthoudt en geleidelijk aan de wortels van de boom afgeeft. Complete bemesting bestaat uit de volgende voedingsstoffen: Stikstof, Fosfor, Kalium, Zwavel, Magnesium en Calcium, aangevuld met spoorelementen.
Houd de kluit vochtig, maar geef niet teveel water! Als de standplaats voortdurend kletsnat is zullen de wortels gaan rotten, met als gevolg dat de boom uiteindelijk dood zal gaan.
Geef 2 jaar lang water vanaf het moment dat de boom in blad komt tot het moment dat hij in rust gaat. Na deze 2 jaar is het nog steeds van belang dat bij droogte of hitte wel extra water gegeven wordt. Groenblijvende bomen en naaldbomen hebben het hele jaar door vocht nodig.
Gebruik ook voor je fruitbomen organische meststoffen
Koemest, kippenmest, champignonmest, beendermeel, bloedmeel ... vormen de grondstoffen voor organische meststof. De belangrijke voedingselementen voor je fruitbomen of fruitstruiken worden langzaam vrijgegeven door de organische meststoffen.
Als slechts enkele takken moeten worden ondersteund, kunt u steunpalen plaatsen tot ongeveer 1 meter afstand van de stam van de boom zijn. Zorg dat ze stevig staan en dat ze diep genoeg in grond zitten. Bevestig 2 kleine stukjes hout aan de bovenkant van de staak in de vorm van een “V” en zet de tak er vervolgens op.
Het geeft een mooi effect als u een paar lange takken aanhoudt en die horizontaal tegen een muur of langs een pergola leidt. Dit worden gesteltakken genoemd. Leid de twijgen zo dat ze geen schade aan kunnen richten aan regenpijpen of dakgoten. Blauweregen is een zeer krachtige plant en kan hier schade aan toebrengen.
De appel groeit namelijk aan de appelboom. Het begint met een knopje, waar blaadjes en witte en roze bloemetjes aan komen. Als deze bloemen zijn uitgebloeid komen er op die plaatsen kleine appeltjes. Deze groeien de hele zomer lang, daarna worden ze geplukt door de fruitteler.
Tijdens de wintersnoei knip je dikke oude takken weg met een takkenschaar en spaar je de kortloten, dit is namelijk het bloesemhout. Let bij het snoeien goed op wat bloem- en bladknoppen zijn, bloemknoppen 'staan' op de tak en bladknoppen 'liggen' op de tak. Wacht bij twijfel met snoeien tot het voorjaar.
Een appelboom snoeien doe je best in de winter, zoals de meeste fruitbomen. De snoeiperiode voor deze boomsoort loopt van november tot en met maart. In de periode van juni tot eind oktober kan je ook een lichte onderhoudssnoei doen.
Een appelboom heeft in de regel geen kunstmest nodig en kan goed uit de voeten met gedroogde koemest. Zoals bij andere fruitbomen bemesten kun je de grond in februari verrijken met kalkkorrels. Hierdoor wordt de mest beter opgenomen.