Trombose geeft zwelling in en rondom de enkel en de voet, waarbij het been zwaar aanvoelt. Slagaders hebben een hogere bloeddoorstroming dan anders, waardoor bloedstolling minder voorkomt in slagaders. Wanneer de trombus loslaat van de wand van het bloedvat, wordt deze meegenomen in de bloedcirculatie.
Trombose voet symptomen
Flinke pijnklachten in been, voet, kuit of knie. Een bovengemiddeld warme plek op voet of been. Zwelling op de voet. Zwelling rondom de enkel.
In het kort. Een dik, rood en pijnlijk onderbeen kan een trombosebeen zijn. Bel met deze klachten uw huisarts. Trombose betekent dat er een bloedklont in een bloedvat zit.
Trombose in de beenslagaderen
De spieren in uw benen ontvangen dan minder bloed en dus minder zuurstof. Tijdens het lopen ervaart u een stekende pijn, welke overgaat als u stilstaat.
In veel gevallen is er een bloedpropje aanwezig waar u niets van merkt. Uw lichaam lost dit deeltje vanzelf weer op. Als het niet vanzelf over gaat, blijft het bloedpropje meestromen in de bloedbaan. Zolang het een klein propje is, hoeft ook dit geen klachten te geven.
Door slagaderverkalking, een stolsel of een medische ingreep kan een slagader opeens dicht gaan zitten. U krijgt plotseling heftige pijn in uw been.Het been wordt bleek, koud, voelt doof aan en verliest kracht. U moet dan snel naar het ziekenhuis en krijgt daar direct een infuus met stollingsremmende medicijnen.
Vaak is er een bloedpropje aanwezig in uw lichaam waar u niks van merkt, doordat het lichaam het bloedpropje vanzelf oplost. Soms gaat het niet vanzelf over en stroomt het propje de bloedbaan in. Als het bloedpropje de doorgang van het bloed blokkeert, ontstaan er klachten.
Belangrijk is dat de uitbreiding van de trombose zo snel mogelijk wordt gestopt. Hiervoor kan in de acute situatie heparine of laagmoleculair gewichtsheparine gegeven worden om uitbreiding van het stolsel tegen te gaan. Voor de behandeling op lange termijn kunnen zwaardere antistollingsmiddelen worden voorgeschreven.
U mag gewoon lopen met een trombosebeen. Bedrust is niet nodig. Als het been meer pijn gaat doen of dikker wordt tijdens of na het lopen, dan moet u rust nemen.
Een trombosebeen of –arm wordt behandeld met bloed verdunnende medicijnen. Uw been of arm wordt ingezwachteld. En u draagt voor een langere periode een therapeutische elastische kous (compressietherapie). De behandeling zorgt ervoor dat bloedstolsels niet groter worden en uw klachten verminderen.
Soms is helemaal geen aanleiding te vinden en ontstaat spontaan een stolsel. Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose.
Draag vooral elke dag uw steunkous(en). Sta niet te lang stil, vermijd zwaar tillen. Sporten mag, meestal met steunkous(en). Wandelen, fietsen, (hard) lopen en zwemmen zijn gezonde sporten, ook als u een trombosebeen heeft gehad.
Trombose is zeker leeftijdgerelateerd, dus hoe ouder je bent, hoe meer kans je hebt. Als je jong bent is de kans op trombose ongeveer 1 op 10.000 en als je boven de 60 bent is het 1 tot 2 op 1000. Trombose is een volksziekte. De kans op een longembool ligt ongeveer ook in die orde.
Pijn onder de voet tijdens het staan, lopen en sporten kan wijzen op klachten van de peesplaat onder de voet. Dit wordt ook wel een fasciitis plantaris genoemd. Fasciitis plantaris is een blessure door overbelasting van de voetzool. Deze blessure komt bij sporters regelmatig voor.
Zeer pijnlijk been. Het gevoel een zweepslag te hebben in de kuit. Pijn in de benen bij lopen, die afneemt bij stilstaan.
De klachten beginnen meestal kort na de trombose. Maar het kan ook een paar maanden duren. Meestal krijgt u last binnen een jaar na de trombose.Soms gaan de klachten niet meer over.
Beginnen met bewegen
Blijf vooral bewegen, het is gezond. De trombosedienst houdt uw uitslagen en dosering goed in de gaten. Als u gaat bewegen en antistollingsmedicatie gebruikt, is het wel verstandig om voorzichtig te zijn met blessuregevoelige sporten.
De voordelen van bewegen
Sporten of bewegen is niet alleen leuk; het kan ook goed zijn voor uw gezondheid. Zo kan het de kans op een (nieuwe) trombose verkleinen, uw bloeddruk verlagen, en de kans op botontkalking verminderen.
Allemaal factoren die de kans op een bloedklonter vergroten. Probeer daarom elke dag minstens een halfuur te bewegen. Dat helpt om een gezond gewicht te behouden, en heeft ook een gunstige invloed op je bloeddruk. Daarnaast kan ook gezonde voeding de kans op trombose verkleinen.
Ouderen (boven de 65 jaar), mensen die roken, mensen met overgewicht, vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, zwangeren, vrouwen in het kraambed en patiënten met bepaalde vormen van kanker hebben eveneens een verhoogde kans op trombose.
Bij een trombose raakt een bloedvat in het lichaam verstopt door een bloedstolsel. Dit is gevaarlijk, omdat het de bloeddoorstroming belemmert of blokkeert. Trombose kan in alle bloedvaten ontstaan en leiden tot ernstige, blijvende klachten en zelfs tot overlijden.
Veelvoorkomende symptomen die horen bij een longembolie zijn een benauwd gevoel, pijn op de borst tijdens het ademhalen, een verhoogde hartslag en bloed ophoesten.
Bij u is een oppervlakkig veneuze trombose vast gesteld, in de volksmond ook wel tromboflebitis of aderontsteking genoemd.