Het uitplassen van de steen doet meestal geen pijn meer, vaak merkt u het niet eens. Dat komt omdat de plasbuis wat wijder is dan de urineleider.
Gelukkig worden de meeste nierstenen spontaan uitgeplast. Het uitplassen van de stenen is wel vaak pijnlijk en de pijnaanvallen (koliekpijnen) kunnen voor veel onrust zorgen. Soms kan een niersteen niet vanzelf worden uitgeplast en is behandeling nodig.
De pijn ontstaat vaak pas wanneer een niersteen vast komt te zitten. Vaak begint het met een vage, weinig opvallende pijn in de onderrug (flanken). Geleidelijk wordt de pijn feller en komt in steeds hevigere aanvallen, meestal aan de zijkant van de buik.
Niersteenkoliek: acuut hevige "krampende" pijn in de flank, in aanvallen, uitstralend naar de lies. Bewegingsdrang en onrust: patiënt kan niet stil zitten of liggen. Misselijkheid en braken. Bloed in de urine, soms alleen onder de microscoop zichtbaar.
Soms zit een steentje rustig in een hoekje in de nier en groeit niet. Kleine steentjes, kleiner dan 5 millimeter, worden vaak vanzelf uitgeplast. Na 2 maanden is 90% weg.
Percutane nefrolitholapaxie - Als de niersteen in de nier te groot is of niet met de niersteenvergruizer te vergruizen is, bestaat een kijkoperatie via de huid tot de mogelijkheden (zie folder 'Behandeling van een grote steen in de nier'). Tijdelijke katheter - Soms lukt het niet meteen om een steen te verwijderen.
In het begin zijn die microscopisch klein, maar geleidelijk aan nemen ze in volume toe, van enkele millimeters tot een echte steen. Oorspronkelijk zitten de steentjes in de nier zelf, maar soms komen ze los en gaan ze met de urine mee in de urineleider. Kleine stenen kun je meestal gewoon uitplassen.
Dit komt door te weinig drinken, diarree of overmatig zweten; • Een te hoge uitscheiding van mineralen door de nieren waardoor de kans op steenvorming groter is. Voorbeelden zijn: calcium, oxalaat en urinezuur; • Gebruik van bepaalde medicijnen; • Veel eiwitten (vlees) eten; • Veel zout eten.
Een niersteen kan een continue pijn of hevige pijnaanval in de lendenen geven. Dit wordt een niersteenkoliek genoemd. Vaak kunt u tijdens zo'n pijnaanval niet rustig zitten, bent u ook misselijk en moet u eventueel braken. Soms zit er bloed in de urine.
Drink zo min mogelijk mineraalwater met bicarbonaat (HC03) en weinig natrium, citrus drank (verdunnen met water). Mineraalwater, nier/blaasthee, kruidenthee en fruitthee mag u gewoon drinken. Drink maximaal twee koppen koffie en zwarte/groene thee per dag. Drink geen suikerrijke dranken en alcohol.
Gebruik niet te veel dierlijk eiwit
Een te grote hoeveelheid (dierlijk) eiwit wordt echter afgeraden, omdat het de kans op nierstenen vergroot. Producten die veel eiwit bevatten zijn: vlees, vis, wild, gevogelte, vleeswaren, kaas, melk en melkproducten, eieren, noten, pinda's, sojaproducten en peulvruchten.
De koliekpijn is vaak zo hevig dat u ook misselijkheid bent. Daarom zal de arts de pijnstillers meestal in de vorm van zetpillen voorschrijven. Voorbeelden zijn diclofenac, metamizol en naproxen. Metamizol krijgt u via een injectie en het wordt gebruikt als andere ontstekingsremmende pijnstillers onvoldoende werken.
Symptomen van blaasstenen zijn pijn bij of moeite met plassen, veel aandrang voelen, pijn in buik en onderrug, troebele of donkere urine en bloed in de urine. Bij grote blaasstenen kan een arts de blaasstenen verwijderen door ze eerst kleiner te maken met een tangetje of te vergruizen met trillingen.
- De vergruisde steen wordt langs natuur- lijke weg uitgeplast. Hierdoor kunt u last krijgen van pijn of kramp in uw zij, die uitstraalt naar uw onderbuik (koliekpijn). Na de behandeling krijgt u een recept mee voor pijnstillers. - Wanneer u pijn heeft adviseren wij u het drinken te beperken tot één (1) liter per dag.
omdat ze te veel suikers bevatten (frisdranken, vruchtensap) of omdat ze zelfs de kans op nierstenen kunnen verhogen. Dit is onder meer het geval met grote hoeveelheden cola en grapefruit- of appelsap. Spreid het drinken over de hele dag en wacht zeker niet met drinken tot je dorst krijgt.
U ondergaat binnenkort een nefrolitholapaxie (PNL) in verband met een niersteen. Na deze ingreep blijft u minimaal een nacht in het ziekenhuis.
Een vastzittende steen kan een felle krampachtige pijn veroorzaken. Dit kan gepaard gaan met bewegingsdrang (niet stil kunnen zitten) en misselijkheid. Dit wordt ook wel koliekpijn genoemd. Vaak zit er ook bloed in de urine.
Een niersteen kan helemaal geen symptomen hebben tot het moment dat het zich binnen de nieren verplaatst of door de urineleider trekt, dit is de buis die de nieren en de blaas met elkaar verbind. Op dat moment kunnen klachten optreden: ernstige pijn bij de zijkant en achterkant van het lichaam, direct onder de ribben.
Voedingsmiddelen met veel calcium zijn melk, kaas, yoghurt, groene bladgroenten en sinaasappels. Water lijkt misschien vanzelfsprekend, maar het is uiterst belangrijk bij het uitscheiden en voorkomen van nierstenen.
Het uitplassen van het gruis kan onmiddellijk na de behandeling op gang komen. Maar meestal begint dit pas na enkele dagen. Het uitplassen van al het gruis kan enkele weken duren. De meeste steentje zijn zo groot als een zandkorrel en deze plast u gewoon uit.
Koliekpijn is een kortdurende hevige krampende pijn in de buik die in aanvallen optreedt. U heeft tijdens een aanval hevige pijn en kunt vaak niet stil blijven liggen of zitten. Soms bent u er misselijk bij met braken of heeft u diarree. Na enige tijd zakt de pijn weer wat af en is het weer draaglijk.
Wanneer er een risico is op de vorming van urinezuurstenen, wordt geadviseerd voorzichtig te zijn met alcoholconsumptie. Alcohol remt de uitscheiding van urinezuur door de nieren, waardoor deze neer kan slaan en tot kristalvorming kan leiden.