HOOFDREGEL: De stam van een Engels werkwoord is in het Nederlands gelijk aan de stam van het oorspronkelijke Engelse werkwoord. De stam van het oorspronkelijke Engelse werkwoord is de infinitief zonder to. Behoud de e in de spelling van de stam als de Engelse stam eindigt op -e.
De werkwoordstam is het deel dat in alle vormen voorkomt en staat voor de algemene of fundamentele betekenis , die door de andere elementen wordt gewijzigd door er een specifieke context aan toe te voegen.
De stam vind je in de meeste gevallen door van het hele werkwoord -en af te halen. De stam is niet altijd gelijk aan de ik-vorm. Wat je na het weghalen van -en overhoudt, is de stam. De stam van worden is word, de stam van houden is houd, die van draaien is draai, enz.
De belangrijkste regel voor de vervoeging van Engelse werkwoorden is dat je de standaard Nederlandse grammaticaregels gebruikt. In de tegenwoordige tijd krijgt elk werkwoord dus simpelweg de uitgangen -t en -en. Voor de verleden tijd werk je ook bij Engelse werkwoorden met 't kofschip.
Zo is de stam van 'fietsen' bijvoorbeeld 'fiets'. Het is overigens niet altijd zo dat je kind de stam vindt door -en van het hele werkwoord af te halen. Dit is bijvoorbeeld bij het werkwoord 'zien' het geval.
Onder de 'stam' wordt de basisvorm van een werkwoord verstaan, waarvan de vervoegde vormen zijn afgeleid. De stam van het werkwoord is in de meeste gevallen gelijk aan het 'hele werkwoord' (de infinitief) minus -(e)n. De stam van lopen is loop, de stam van gaan is ga.
HOOFDREGEL: De stam van een Engels werkwoord is in het Nederlands gelijk aan de stam van het oorspronkelijke Engelse werkwoord. De stam van het oorspronkelijke Engelse werkwoord is de infinitief zonder to. Behoud de e in de spelling van de stam als de Engelse stam eindigt op -e.
De stam van stressen is stres. Daaraan voegen we het voorvoegsel ge- en de uitgangen toe. Vervoeging: ik stres, jij strest, wij stressen.
De stam van upgraden is upgrade. Daaraan voegen we het voorvoegsel ge- en de uitgangen toe.
Je vindt de stam van een werkwoord als je -en of -n van het hele werkwoord afhaalt. Wat je overhoudt, is de stam, bijvoorbeeld: fietsen = fiets.
Werkwoorden die geleend zijn uit het Engels, vervoeg je volgens de Nederlandse regels. Ze krijgen dus de uitgangen -t en -en in de tegenwoordige tijd (streamt, streamen), -de(n) of -te(n) in de verleden tijd (streamde, mixte) en -d of -t in het voltooid deelwoord (gestreamd, gemixt).
Definitie: Een stam is de wortel of wortels van een woord, samen met alle afleidingsaffixen, waaraan flexie-affixen zijn toegevoegd . Discussie: Een stam bestaat minimaal uit een wortel, maar kan worden geanalyseerd in een wortel plus afleidingsmorfemen.
Hoe weet je welke werkwoorden in het Spaans van stam veranderen? De stammen van werkwoorden die van stam veranderen, ondergaan veranderingen in hun stammen wanneer ze worden vervoegd . Als de laatste klinker "o" is, verandert deze in "ue". Als de laatste klinker "e" is, verandert deze in "ie". En als laatste klinker "e" is, verandert deze in "i".
Stamveranderende werkwoorden in het Engels zijn een subset van onregelmatige werkwoorden . Met regelmatige werkwoorden maak je een verleden tijdsvorm van de stam (soms ook wel de basis genoemd) door een suffix toe te voegen: bijvoorbeeld talk/talked. Het voltooid deelwoord wordt op dezelfde manier gemaakt. Hetzelfde kan gezegd worden van bepaalde onregelmatige werkwoorden.
Bij de stam van een werkwoord van Engelse oorsprong behouden we de dubbele medeklinker alleen als die nodig is voor een correcte uitspraak van de voorafgaande klinker. Bij stressen is dat niet het geval, vandaar dat we bijvoorbeeld ik stres, hij strest en wat een gestres schrijven.
ik delete, jij deletet, wij deleten. ik deletete, wij deleteten. ik heb gedeletet. de gedeletete bestanden.
Het correct gespelde voltooid deelwoord van upgraden is geüpgraded. De stam van upgraden is upgrade.
Hoe werkt het kofschip? Om te bepalen of het voltooid deelwoord of de persoonsvorm verleden tijd een d of t krijgt, neemt je kind eerst de stam (= hele werkwoord -en) van het werkwoord. Als deze op een medeklinker uit 't kofschip eindigt, krijgt het woord een -t.
bv. de stam van reizen is reis; de stam van leven is leef. Let op voor onregelmatige werkwoorden bv.
De stam van werken is werk. De stam van praten is praat. De stam van gaan is ga.
Wat we dan moeten doen is kijken wat de stam is van beleven. “Ik beleef” eindigt niet op een d of een t, maar op een f, dus dan krijgen we deze stap. Wat we dan moeten doen, is het hele werkwoord pakken, dus “beleven” en daar en vanaf halen zo krijg je belev met een v.
De stam van een werkwoord is de vorm die we horen als we de infinitief uitspreken en daarbij de uitgang -en (soms -n) weglaten. Als we de stam schrijven, passen we waar nodig de regels toe voor enkele of dubbele klinker (dromen - ik droom) en enkele of dubbele medeklinker (hakken - ik hak).