De volgende stap is om de verwijzing te maken naar het desbetreffende figuur of tabel in de tekst. Klik op invoegen – kruisverwijzing (in de bovenste navigatiebalk onder verwijzingen). Vink aan of het om een tabel of figuur gaat. Kies tot slot in de keuzelijst om welke tabel of figuur het gaat en klik op invoegen.
Selecteer het object (tabel, vergelijking, afbeelding of een ander object) waaraan u een bijschrift wilt toevoegen. Klik op het tabblad Verwijzingen in de groep Bijschriften op Bijschrift invoegen. Selecteer in de lijst Naam het label dat het object het beste beschrijft, zoals afbeelding of vergelijking.
Word. Klik op de afbeelding waaraan u een bijschrift wilt toevoegen. Klik op Verwijzingen > Bijschrift invoegen. Als u het standaardlabel (afbeelding) wilt gebruiken, typt u het bijschrift in het vak Bijschrift .
Alle afbeeldingen die je toevoegt aan de tekst worden figuren genoemd. Dit geldt voor visuele weergaven van je data, zoals grafieken, diagrammen, kaarten, maar bijvoorbeeld ook voor foto's en illustraties.
Figuren- en tabellenlijst in je scriptie
Bevat je onderzoek veel tabellen en figuren, dan is het handig om een figuren- en tabellenlijst op te nemen in je scriptie. Beide lijsten plaats je na de inhoudsopgave. In de tabellen- en figurenlijsten vermeld je zowel de volgnummers, titels als bladzijdenummers.
APA-verwijzingen in de tekst bestaan uit de achternaam van de auteur en het jaar van publicatie. Wanneer je een specifiek deel van een bron aanhaalt, moet je ook het paginanummer of het bereik opnemen in je verwijzing. Voorbeelden zijn: (Benders, 2020, p. 70) of (Ayuk, 2021, pp.
Basisregel: Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiejaar of update). Titel van het document of de website. Geraadpleegd op dag maand jaar, adres website. Basisregel: Achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiedatum).
Bronvermelding bestaat uit twee stappen: Aan het eind van je verslag neem je een lijst op met de volledige vermelding van alle bronnen die je hebt gebruikt, de bronnenlijst ofwel literatuurlijst. In de tekst maak je elke keer als je een bron aanhaalt een korte verwijzing naar die bron.
Met een figuur kan informatie overzichtelijk gepresenteerd worden, bijvoorbeeld een grafiek of staafdiagram. Gebruik bij de verwijzing in de tekst een hoofdletter, bijvoorbeeld: zie Figuur 2 en niet: zie de figuur op de volgende pagina. Foto's, tekeningen en andere afbeeldingen worden ook figuur genoemd.
de originele titel of anders korte omschrijving van de afbeelding/figuur tussen vierkante haken [ omschrijving]. Daarachter komt: Overgenomen van /Retrieved from “Titel afbeelding” van A. Auteur, jaartal, (http://www...). [plus evt Copyright jaartal, naam eigenaar auteursrecht].
De nummering en titels voeg je aan de figuren en tabellen toe door in Microsoft Word met je rechtermuisknop op de figuur of tabel te gaan staan en dan op 'Bijschrift invoegen…' te klikken. Bij een figuur (illustratie) zet je het nummer en de titel eronder. Bij een tabel plaats je het nummer en de titel erboven.
Je begint altijd met de achternaam van de auteur gevolgd door een komma en hierna de voorletters van de voornamen van de auteur. Als een bron meerdere auteurs heeft, gebruik je een komma tussen de auteurs. Voor de laatste auteur gebruik je een ampersand (&). De laatste auteur eindigt met een punt.
Wat is een APA-verwijzing? Een verwijzing is een bronvermelding in een tekst. APA legt uit hoe je een verwijzing precies noteert. Bij boeken en artikelen bestaan bronvermeldingen doorgaans uit de achternamen van de schrijvers van de bronnen en een jaartal.
Een voetnoot toevoegen
Klik op de positie waar u de voetnoot wilt toevoegen. Klik op invoegen > voetnoot invoegen. Er wordt een verwijzingsmarkering ingevoegd in de tekst en de voetnootmarkering wordt onder aan de pagina toegevoegd. Typ de tekst voor de voetnoot.
Er zijn verschillende soorten bronnen. De drie hoofdgroepen zijn: materiële voorwerpen (alle bronnen die niet geschreven of gesproken zijn), geschreven en gesproken bronnen. Afbeeldingen worden daarnaast nog weleens onder 'visuele bronnen' ingedeeld.
Hoe citeer ik een indirecte bron in APA-stijl (bron in bron)? Bij een APA-verwijzing in de tekst gebruik je de zinsnede “geciteerd in” als je een indirecte bron wilt citeren (bijvoorbeeld als je de originele bron niet kunt vinden). Verwijzing tussen haakjes: (De Bruin, 1998, geciteerd in Megens, 2019).
In dit bijschrift staat het nummer van de tabel of figuur, de titel en de overige informatie die nodig is om het te kunnen begrijpen. Bijschriften hoeven niet per se volzinnen te zijn, hoewel het voor de leesbaarheid vaak wel beter is om één of meerdere volledige zinnen te gebruiken.
Het is belangrijk dat je in de hoofdtekst minimaal een keer verwijst naar elke bijlage. Dit kan op twee manieren: door de bijlage tussen haakjes te noemen of door naar de bijlage te verwijzen in de lopende tekst. Verwijzen naar een specifiek onderdeel van een bijlage kan ook.
De APA-bronvermelding voor een afbeelding bevat onder andere de naam van de maker, het jaartal, de titel van de afbeelding, het format (bijvoorbeeld schilderij, foto), en de locatie waar je de afbeelding hebt geraadpleegd of bekeken.
Een literatuurlijst is niet hetzelfde als een bibliografie. In een literatuurlijst vermeld je al de werken die je gebruikte bij het schrijven van je paper, werkstuk of verhandeling terwijl je in een bibliografie alle werken opsomt die over het onderwerp in kwestie geraadpleegd kunnen worden.
Welk aspect ontbreekt? Vermeld de naam van de website of de organisatie achter de website als auteur. Gebruik “z.d.” (“zonder datum”) in plaats van de datum.
Selecteer het object (tabel, vergelijking, afbeelding of een ander object) waaraan u een bijschrift wilt toevoegen. Klik op het tabblad Verwijzingen in de groep Bijschriften op Bijschrift invoegen. Selecteer in de lijst Naam het label dat het object het beste beschrijft, zoals afbeelding of vergelijking.