Bij zwakke werkwoorden wordt het voltooid deelwoord gemaakt door ge + er/sie/es-vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd. Bijvoorbeeld: gemacht, geredet, gereist.
Het werkwoord willen geven we in de derde persoon enkelvoud geen -t: hij wil, wil hij. De vorm hij wilt* (of wilt hij*) is niet correct.
Voor het enkelvoud zijn wilde en wou allebei correcte verledentijdsvormen. Voor het meervoud is wilden de correcte verledentijdsvorm. In gesproken taal wordt voor het meervoud weleens wouden of wouen gebruikt, maar in verzorgd taalgebruik kunt u die vormen beter vermijden.
Wat zijn de 6 vervoegingen van 'Mögen'? De 6 vervoegingen van 'mögen' in de tegenwoordige tijd komen overeen met onze 6 subjectpronomina en geven ons 'ich mag', 'du magst', 'er / sie / es mag', 'wir mögen', 'ihr mögt' en 'sie mögen.'
De correcte spelling is mocht.
ik mag, jij mag, wij mogen. ik mocht, wij mochten.
Wij worden / zullen: wir werden. Jullie worden / zullen: ihr werdet. Zij worden / zullen: sie werden. U wordt / zal: Sie werden.
Is 'je/jij wilt' dan ook fout? Nu vraag je je misschien af: als 'hij wilt' fout is, is 'jij wilt' dan ook fout? Nee, 'jij wilt' is wel correct. Zowel de vorm jij wilt als jij wil (zonder -t) is correct.
Het is allebei goed. Je kunt is ouder en daardoor voor sommige mensen beter. Je kan is voor anderen juist weer wat moderner en aansprekender. In Nederland krijgt 'Je kunt je nu inschrijven' vaak de voorkeur in de schrijftaal.
Misten - mistte - gemist
Er bestaat ook een werkwoord misten, dat 'mistig zijn' betekent. De stam is mist. In de verleden tijd komt daar -te achter (het meervoud komt niet voor), waardoor er twee t's achter elkaar staan: Het mistte zo erg dat we de borden niet konden lezen.
We schrijven ermee aan elkaar als de combinatie een voornaamwoordelijk bijwoord is. Dat is het geval als u de combinatie kunt vervangen door het oorspronkelijke voorzetsel en een naamwoord. De vorm -mee gaat terug op het voorzetsel met.
In het enkelvoud is zowel de regelmatige vorm wilde als de onregelmatige vorm wou gebruikelijk. Wou wordt in Nederland als informeler beschouwd. In het meervoud is wilden de neutrale en veruit de gebruikelijkste vorm. Wouden en wouen worden vooral gebruikt in gesproken taal.
Als het bijwoord eens onbeklemtoond kan worden uitgesproken als [əs], met de [ə] van de, kan het in informelere teksten of bij de weergave van gesproken taal verkort worden tot 'ns of 's. Eens wordt dan ter versterking gebruikt; de betekenis is 'een keer'. De spellingen is* en es* zijn in die context niet correct.
Of moet het zijn: 'De koffie smaakt goed / is lekker'? Met 'De koffie smaakt lekker' is niets mis.'De koffie smaakt goed' en 'De koffie is lekker' zijn ook goed. Smaken heeft de algemene betekenis 'een bepaalde smaak hebben'.