Selecteer een of meer kolommen, en druk op Ctrl om extra kolommen te selecteren die niet naast elkaar staan. Klik met de rechtermuisknop op de geselecteerde kolommen en klik vervolgens op Verbergen.
Als de verborgen cellen die u wilt weergeven, buiten het zichtbare werkbladgebied staan, gebruikt u de schuifbalken om door het document te bladeren totdat de verborgen rijen en kolommen met die cellen zichtbaar zijn.
Klik op het tabblad Start in de groep Cellen op Opmaak > Zichtbaarheid > Verbergen & Zichtbaar maken > Blad verbergen. Als u werkbladen wilt weergeven, volgt u dezelfde stappen, maar selecteertu Weergeven .
Selecteer de rij onder de laatste rij of rechts van de laatste kolom die u wilt blokkeren.Selecteer op het tabblad Beeld. Titels blokkeren.
Als u wilt dat de rij- en kolomkoppen altijd zichtbaar zijn als u door het werkblad schuift, kunt u de bovenste rij en/of de eerste kolom blokkeren. Tik op Weergave > Titels blokkeren en tik vervolgens op de gewenste optie.
Tip: Als u de toets met de accent grave (`) niet zo gauw ziet: deze bevindt zich vaak in de linkerbovenhoek van het toetsenbord, maar niet altijd. Als u de toets niet kunt vinden, kunt u formules ook weergeven en verbergen door op het tabblad Formules op Formules weergeven te klikken.
In Excel 2016 en Excel 2013: Klik op het tabblad Analyseren in de groep weergeven op de knoppen +/- om de knoppen uitvouwen en samenvouwen weer te geven of te verbergen.
Selecteer de rij of rijen die u wilt wijzigen. Ga naar Start > Cellen > Opmaak.Selecteer rijhoogte onder Celgrootte.Typ in het vak Rijhoogte de gewenste waarde en selecteer OK.
Ga naar Weergave > werkmapweergaven > aangepaste weergaven > toevoegen. Voer in het vak Naam een naam voor de weergave in. Tip: U kunt de naam van het actieve werkblad in de naam gebruiken zodat u de weergave gemakkelijk kunt herkennen.
U kunt cellen verplaatsen in Excel door ze te slepen en neer te zetten of u kunt de opdrachten Knippen en Plakken gebruiken.
#WAARDE! is voor Excel een manier om te zeggen: 'Er is iets mis met de manier waarop u de formule typt.
In Microsoft Excel wordt ##### weergegeven in een cel als een kolom te smal is om de volledige inhoud van de cel weer te geven.
Notities: De gegevens in de cel lopen terug zodat ze binnen de kolombreedte passen. Als u de breedte van de kolom wijzigt, wordt de terugloop automatisch aangepast. Als niet alle tekst zichtbaar is, kan dit komen doordat de rij een specifieke hoogte heeft of doordat de tekst in een samengevoegde reeks cellen staat.
Selecteer hiervoor de rij of kolom en druk vervolgens op Delete. Klik met de rechtermuisknop in de cel, rij of kolom die u wilt verwijderen.
3. Constanten: cijfers of tekstwaarden die rechtstreeks worden ingevoerd in een formule, zoals 2. 4. Operatoren: de operator ^ (caret) verheft een getal tot een bepaalde macht en de operator * (sterretje) vermenigvuldigt een getal.
Voorwaardelijke opmaak toepassen
Klik op het tabblad Start op Voorwaardelijke opmaak. Waarden in bepaalde cellen. Voorbeelden zijn datums na deze week of getallen tussen 50 en 100, of de laagste 10% van scores. Wijs Markeringsregels voor cellen of Regels voor bovenste/onderste aan en klik op de gewenste optie.
Er zijn formules waarbij je duidelijk verschil maakt tussen de variabele waarvoor je getallen invoert (meestal ) en de variabele die aangeeft wat de bij behorende uitkomst is (meestal ). Als er dan niet meer dan één uitkomst is, spreek je van een functie.
Als u de oorspronkelijke celverwijzing wilt behouden wanneer u de formule kopieert, vergrendelt u deze door een dollarteken ($) te typen vóór de cel- en kolomverwijzingen. Wanneer u bijvoorbeeld de formule =$A$2+$B$2 kopieert van C2 naar D2, blijft de formule precies hetzelfde. Dit is een absolute verwijzing.
Selecteer de cellen die u wilt samenvoegen.Selecteer Samenvoegen & Center. Belangrijk: Wanneer u meerdere cellen samenvoegt, wordt de inhoud van slechts één cel (de cel linksboven voor talen van links naar rechts, of de cel rechtsboven voor talen van rechts naar links) weergegeven in de samengevoegde cel.
Een tabel bestaat uit rijen en kolommen. Bij een rij gaat het om de horizontale hokjes van links naar rechts. Bij een kolom gaat het om de verticale hokjes van boven naar beneden.
Klik op Bestand > opties. Klik op Geavanceerd.Schakel onder Bewerkingsoptieshet selectievakje Vulgreep inschakelen en het slepen en neerzetten van cellen in.