Walvissen kunnen goed horen. Geluid reikt onder water ver en tot wel vier keer sneller dan op land. Met behulp van echolocatie (ook wel 'sonar' genoemd), sporen tandwalvissen (zoals bruinvissen, dolfijnen en potvissen) hun prooi op en vinden ze de weg in de donkere zee.
Geluid beweegt sneller in water dan in lucht. Op land is een schreeuw tot op ongeveer 800 meter afstand te horen, maar een schreeuw onder water kan 80 kilometer verder nog wel gehoord worden. Het gezang van walvissen draagt nog verder en is honderden en in open zee zelfs duizenden kilometers van de bron te vernemen.
Dat is de blauwe vinvis, die kan geluiden maken tot wel 180 decibel. De geluiden kunnen zelfs 800 kilometer verder nog worden waargenomen. De blauwe vinvis is niet alleen de winnaar van de hardste geluidencompetitie, het is ook nog eens het grootste dier ter wereld.
Walvisgezang is het geluid dat door walvissen wordt voortgebracht om te communiceren. Het woord "gezang" wordt in het bijzonder gebruikt om het patroon van voorspelbare en herhaalde geluiden te beschrijven die door bepaalde soorten walvissen (in het bijzonder de bultrug) worden geproduceerd.
Het zijn alleen mannetjes die zingen en ze zingen voornamelijk tijdens het paringsseizoen, dus biologen denken dat het te maken kan hebben met het lokken van vrouwtjes, of het afbakenen van territoria van de mannetjes onderling. De liederen verschillen tussen groepen walvissen en veranderen over de tijd.
In de zeldzame gevallen dat een mens in de bek van een walvis terechtkomt, gaat dat bijna zeker per ongeluk. Walvissen eten namelijk geen mensen. Tandwalvissen, zoals potvissen, hebben tanden en eten onder meer inktvis en vis.
Toch kunnen alle walvissen veel beter horen dan mensen. Mensen kunnen tussen de 20 Hz en 20 kHz horen. Om wel walvissen te kunnen horen, is een speciale hydrofoon nodig. De hele lage opgenomen geluiden worden dan omgezet naar een hoorbare frequentie voor mensen.
Ze slapen rechtop. Voor het eerst hebben wetenschappers slapende walvissen gezien. Tot nu toe dacht iedereen dat walvissen nooit echt sliepen. De ene helft van hun hersenen zou wakker zijn, terwijl de andere rustte.
Blauwe vinvissen produceren een van de luidste vocalisatie van alle walvissoorten, waarbij hun geluidsgolven honderden kilometers onder water kunnen afleggen om door een andere walvis te worden gehoord. Sommige baleinwalvissen, waaronder de blauwe vinvis en de bultrug, zingen complexe liederen om te communiceren.
Zingende mannetjes
Blauwe vinvissen van beide seksen produceren verschillende soorten ééntonige zanggeluiden, maar alleen de mannetjes 'zingen' echt. De mannetjes maken ook veel meer geluid en produceren verschillende klanken om verschillende redenen, hoewel de wetenschappers niet altijd weten wat die redenen zijn.
Het hardste geluid ooit gemeten is de Tunguska meteoor, die in 1908 met een geluidsniveau van maar liefst 300-315 dB in Rusland terechtkwam!
Wanneer een mens schreeuwt, heeft dit gemiddeld een sterkte van zo'n 70 decibel. Het dierenrijk kan er ook wat van, want een aantal van de meest luidruchtige dieren op aarde gaat ver boven die 70 decibel heen.
Als in een horrorfilm komen de insecten 's nachts uit de grond door tunnels die ze zelf hebben gegraven. De mannetjes maken een geluid van 90 decibel, zo hard als een wegscheurende motor, om zich kenbaar te maken. Zodra de mannetjes en vrouwtjes elkaar gevonden, hebben kan het paren beginnen.
Walvissen spuiten geen water, maar lucht
Als de vochtige en warme lucht uit de longen van het dier wordt uitgestoten en plotseling in contact komt met de koude zeelucht, condenseert de waterdamp in de uitgeademde lucht tot een wolk, net zoals je op een koude dag zelf wolkjes blaast.
De potvis kan tot 90 minuten onder water blijven, op zoek naar voedsel, zonder te ademen. Andere zeezoogdieren, zoals bijvoorbeeld de bultrug, de walrus of de zeekoe (foto onder), kunnen ook makkelijk 20 minuten zonder zuurstof.
Om te ademen hebben walvisachtigen een spuitgat. Dolfijnen en potvissen hebben één spuitgat waardoor ze in- en uitademen. Veel walvissen hebben er twee. Als ze boven komen stoten sommige soorten, zoals de bultrug, een fontein van waterdamp uit die naar olie kan ruiken.
Per keer krijgt een walvis één jong. Een walvisjong noem je een kalf. En het mannetje heet stier, en het vrouwtje koe.
De Groenlandse walvis heeft een lengte van 14 tot 18 meter, en weegt 75.000 tot 100.000 kilo. De potvis meet 12,5 tot 18 meter, en weegt maximaal 50.000 kilo. De kleinste walvissoort is de kleinste potvis. Dit dier wordt tussen de 2.1 en 2.7 meter lang en weegt tussen de 136 en 272 kilo.
Potvissen zijn dan ook gespecialiseerd in diep duiken, tot een record-diepte van wel 2800 meter. Ze leven daarom in de oceaan, maar zo nu en dan strandt er een op de kusten van de Noordzee.
Wetenschappers hebben ontdekt dat krokodillen – net als sommige vogels en zeedieren – slechts één hersenhelft kunnen laten slapen. Doordat maar één hersenhelft slaapt, kan de krokodil het oog dat in verbinding staat met de hersenhelft die wakker is, open houden.
Het korte antwoord is ja, vissen slapen. De manier waarop ze slapen is echter totaal anders dan bij mensen, zoogdieren en de meeste andere dieren. Tijdens het slapen komen de meeste vissen in een rusttoestand waarin ze stil blijven, een lagere stofwisseling hebben, minder ademhalen en minder hersenactiviteit hebben.
Als hij heel diep zou slapen zou hij gewoon vergeten adem te halen en zou hij verdrinken. Daarom blijven ze altijd een klein beetje wakker. Ze slapen met EEN oog dicht en EEN oog open. Zo kunnen ze dus wel uitrusten, maar tegelijk erover nadenken om zuurstof te halen.
Het ademen van de walvis
Net als alle zoogdieren ademen walvissen lucht met hun longen. Ze moeten boven komen om lucht te ademen.
Walvissen komen in alle oceanen ter wereld voor, van gebieden met een gematigd klimaat en de tropische wateren rond de evenaar tot aan de Noord- en Zuidpool. Walvissen komen ook in veel zeeën voor, zoals in de Noordzee en in de Middellandse Zee.
Zo eet één enkele blauwe vinvis per dag gemiddeld zestien ton aan voedsel, drie keer meer dan waar wetenschappers van uitgingen.