Om meer wit te krijgen moet je de aarde ophogen. Wanneer de planten 40cm hoog zijn moet je de aarde tot op 20cm ophogen. Herhaal hetzelfde na 3-4 weken. Plant de prei op 3cm van elkaar in rijen 40cm uit elkaar.
Enerzijds kun je poten in ponsgaten van 15-21 cm diep, doorsnede maximaal 3,5 cm. De plantafstanden die je best aanhoud zijn 25 cm tussen de rijen en 10 cm tussen de planten (zomerprei) en 45 cm tussen de rijen en 15 cm tussen de planten (herst- en winterprei). De ponsgaten kun je maken met een preiplanter.
Je laat de dikste en sterkste planten staan en verplant de andere plantjes op een andere plaats. De afstand tussen planten in een rij moet ongeveer 12 tot 15 centimeter zijn, afhankelijk van de soort prei. De zomer prei wordt in maart gepoot als ze ongeveer 3 à 4 millimeter dik zijn.
Prei zaailingen kweken in de grond
Maak met uw vinger 'gaten' van zo'n 4cm diep en maximaal 2cm breed. Houd er ook rekening mee dat ze niet te dicht op elkaar staan. Houd een afstand van zo'n 15 cm aan achter elkaar en zo'n 30cm naast elkaar. Zet vervolgens de zaailingen in de grond.
Buiten zaaien kan vanaf begin april op een zonnige, beschutte, warme en lichte plek met waterdoorlatende en vochtige grond. Zaai ongeveer ½ - 1 cm diep en bedek de zaden met een dun laagje zaaigrond. Dun de zaailingen na 3 maanden uit op ongeveer 15 cm.
Voor de herfst- en winterteelt van prei begin je in het vroege voorjaar met voorzaaien. Preiplantjes groeien best traag in het begin. Zaai de prei daarom binnen voor in een bak of tray of onder koud glas, op zaaiafstand van 10 x 1 cm. Zorg ervoor dat het zaaibed onkruidvrij is en houd een zaaidiepte aan van 0,5 cm.
De klassieke ammoniumnitraat kan in de zomer zeker gebruikt worden op jonge prei. Naar het najaar toe kan kalknitraat wel omdat de groei dan al vertraagd is, kalknitraat gebruik je best als er snel nood is aan extra stikstof.
Prei: koolsoorten, Oost-Indische kers, schorseneren, selderij, tomaten, uien, wortels.
Oogsten en poten van plantprei
Graaf 15 cm uit elkaar plantgaten van 15 – 20 cm diepte en zet de planten ieder in een eigen gat. Het gat hoef je niet dicht te maken met aarde, watergeven is nu voldoende. Prei is eigenlijk geen echte beginnersgroente om te kweken.
Om preiplanten succesvol te telen zal je de prei regelmatig moeten bemesten met mest met een hoog stikstofgehalte. Preiplanten hebben de mest nodig om de bladeren te laten groeien. Er zijn drie soorten prei: zomerprei, herfstprei en winterprei.
Prei planten kan van mei tot juli. Je moet eerst een geul graven en daarna de plantjes in de modder planten. Om meer wit te krijgen moet je de aarde ophogen. Wanneer de planten 40cm hoog zijn moet je de aarde tot op 20cm ophogen.
De bos met plantjes wordt in een grote emmer met water gezet en vervolgens worden de plantjes stuk voor stuk uit de bos gehaald om te verplanten. Veel moestuiniers knippen hierbij het bovenste deel van het plantje af om de groei te bevorderen.
Per vierkante meter kan je ongeveer 37 tot 52 prei planten laten groeien in de volle grond. In rijen kan je ongeveer 5 tot 8 prei planten per strekkende meter laten groeien in de volle grond.
Voor een korte periode verdraagt prei wel temperaturen tot -5°C. Maar daalt het kwik tot -10°C, dan is er zeker schade te verwachten. Ook spruitkool en savooikool kunnen wel wat vorst verdragen, maar waakzaamheid is hier ook geboden.
Een onregelmatige gewasstand en verzwakte groei bij prei kan eventueel een gevolg zijn van een aantasting door de schimmel “rozerot” (Fusarium culmorum). Alhoewel je bij rotting meestal het verband legt met te natte grond hoeft dit niet altijd zo te zijn.
De bloemen van de doorgeschoten prei, knoflook of ui. zijn heel goed in een salade te verwerken. De smaak is. doorgaans krachtig.
De preivlieg of uienvlieg
Naast prei en ui tasten deze vliegen ook knoflook, pijpajuin en sjalotten aan. De larven die uit de langwerpige witte eitjes komen, voeden zich met de wortels of vreten zich een weg naar het hart van de plant. Dit kan leiden tot verzwakte planten en een verminderde opbrengst.
Beschermen in de tuin van prei en fruitbomen en tegen insecten.
De beste tactiek voor een sterke prei is water geven na het planten, liefst door middel van aangieten. Zo heeft de plant optimaal contact met de omliggende grond. Daarna liefst geen water meer geven. De wortels moeten gedwongen worden om naar beneden te groeien.
Wortels plaats je met een gerust hart naast aardbeien, bieslook, bonen, dille, erwten, knoflook, kool, prei, radijs, rammenas, rozemarijn, salie, schorseneren, sla, snijbiet, tomaten, uien en witlof.
Veel kalk nodig (1-1,5 kg/10 m²):
Bladgroenten, zoals sla, spinazie, selder, veldsla, peterselie, prei … Koolgewassen, zoals witte kool, rode kool, bloemkool, spuitkool, savooikool …
Prei houdt van een rijke bodem: vochthoudend maar toch luchtig en een goede structuur. Ze heeft veel voeding nodig, vooral stikstof (voor bladgroei), maar pas op met overbemesten.
Bij prei is het onderdeel bodem en bemesting één van de belangrijkste factoren of je oogst wel of niet slaagt. Preiplanten stellen namelijk best wat eisen aan de grond. Voor het creëren van blad vragen de planten om regelmatige bemesting met een hoge verhouding stikstof.