Hoever moeten fruitbomen uit elkaar staan? Voor hoogstam moet 8 tot 10 m afstand tussen de bomen gerespecteerd worden, voor halfstam 4 tot 6 m en voor laagstam 2 tot 4 m. Sommige fruitsoorten zoals kweepeer, pruim en perzik nemen als hoogstam minder plaats in dan appel en peren in hoogstamvorm.
Dit omdat de wortels van je fruitboom de neiging hebben om naar buiten te groeien. Het gat moet niet te diep zijn, maar wel diep genoeg om alle wortels ruimte te bieden. Plaats je meerdere bomen op een rij? Zorg er dan voor dat je de bomen minstens 45 centimeter uit elkaar plaatst.
Een appelboom en een perenboom kunnen elkaar niet bestuiven. Bestuiving is wel van belang om fruit te kunnen plukken, want zonder bestuiving komen er na de bloei geen vruchten in de boom.
3.133 lezen we: Alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelsgrens staan: bomen die minstens 2 meter hoog zijn: 2 meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom. andere bomen, struiken en hagen: op een halve meter.
De afstand tussen twee leibomen moet minimaal de breedte van het leischerm zijn. Als je ruimte tussen de leibomen wilt, raden we een maximale tussenruimte van 100 cm aan.
Reken gerust één boom per vierkante meter grond.
Dan schaf je een paar grotere bomen aan die je in het midden van je bos neerplant. Zo krijgt het van in het begin een mooie body en ziet het er interessanter uit. Vogels die op verkenning komen, vinden er meteen een zangpost vanwaar ze een concert kunnen geven.
Het juiste moment
Fruitbomen kun je planten van november tot eind maart, wanneer ze in rust zijn. De beste periode is november, na het vallen van het blad.
De fruitbomen die snel vruchten geven zijn appel- en pruimenbomen.
Een plantafstand die voor de meeste appels en peren volstaat is 8 bij 8 tot 10 bij 10 meter.Pruimen hebben genoeg aan een onderlinge afstand van 6 bij 6 meter. Vroeger werden fruitbomen meestal in een strak stramien geplant. Dat zag er niet alleen netjes uit, het vergemakkelijkte ook het onderhoud van de boomgaard.
Plantafstand. De afstand van de fruitbomen is dezelfde als de geschatte grootte van je fruitboom. Kies je voor patiofruitbomen houdt dan 1 tot 1,5 meter afstand aan, Laagstam fruitbomen 2,5 tot 4 meter, voor halfstam fruitbomen houdt je 5 meter afstand aan, enzoverder ...
Fruitbomen met zwakke onderstammen zijn ideaal voor de kleine stadstuin. Plant een laagstam (2 tot 3 m diameter) alleen of in een groepje. Ga voor leifruit als je het wat strakker wil (en je voldoende snoeikennis hebt) of een fruithaag (1 m diameter) als je veel rassen op een kleine oppervlakte wil variëren.
Fruitstruiken kunnen goed in het najaar of het voorjaar worden geplant. In het najaar is de grond is nog warm van de zomer waardoor de planten goed de kans krijgen goed te wortelen voor de winter begint. De braam en bessen staan het beste op een zonnige of halfzonnige standplaats.
De mooiste bloesembomen zijn eigenlijk wel de sierkersen, sierperen en sierappels. Zij zorgen in het voorjaar altijd voor een vrolijk kleurenspel in uw tuin. Weinig bloesembomen bloeien zo vol en rijk als de sierkers. Sierkersen bloeien in het wit, wit-roze en roze.
Hoever moeten fruitbomen uit elkaar staan? Voor hoogstam moet 8 tot 10 m afstand tussen de bomen gerespecteerd worden, voor halfstam 4 tot 6 m en voor laagstam 2 tot 4 m. Sommige fruitsoorten zoals kweepeer, pruim en perzik nemen als hoogstam minder plaats in dan appel en peren in hoogstamvorm.
Fruitbomen staan graag in de zon. Vooral perziken, pruimen, abrikozen en peren hebben veel zon nodig. Mispels, appels en krieken verdragen meer schaduw. Inheemse fruitstruiken (aalbes, kruisbes, braambes, framboos) groeien in de natuur onder bomen en verdragen daarom meer schaduw.
Voor bodembedekkers onder fruitbomen kiest u een Kruipend Zenegroen 'Ajuga'. Een leuke bodembedekker onder bijvoorbeeld een Hortensia 'Hydrangea' is de wintergroene bodembedekker Maagdenpalm 'Vinca'. Populaire bodembedekkers is moestuinen zijn de Bosaardbei 'Waldsteinia' en Kruiptijm 'Thymus'.
Een fruitboom moet net zo diep worden uitgeplant als dat ze in de pot staat. Als je een boom met kale wortels koopt moet de entplaats ruim boven de grond blijven. Als je een boom te diep plant is de kans groot dat ze later vanuit het ondergrondse gedeelte uit gaat lopen.
Wordt een fruitboom te diep geplant, dan maakt hij te veel wortels aan en gaat hij te sterk groeien en minder fruit produceren. De algemene regel is dat de entplaats ongeveer 10 tot 15 cm boven de grond staat. Zet de planten niet dieper dan ze op de kwekerij stonden.
Globaal zijn er per m² 11 planten nodig. De onderlinge afstand bij lage plantjes ligt tussen de 20 en 25 cm. Middelhoge plantjes worden op een onderlinge afstand van 35 tot 40 cm geplant. Voor grote planten kan een afstand van 50 tot 75 cm gerekend worden.
Vaak wordt er gekozen om onder bomen schaduw lievende vaste planten te plaatsen zoals bijvoorbeeld; lievevrouwebedstro, varens, hosta's, siergrassen, anemonen, primula en heuchera's. Vaste planten zijn makkelijker te plaatsen aangezien zij minder (water en voeding) nodig hebben.
Binnen 2 meter van de erfgrens: de boom mag niet hoger zijn dan de schutting of scheidsmuur. Als de schutting 2 meter hoog is, dan mag de boom dus ook maximaal 2 meter hoog zijn. Verder dan 2 meter van de erfgrens: er zijn geen regels voor de maximale hoogte van de boom.