Een 1000-guldenbiljet uit dezelfde serie had een rode achterkant en het 25-guldenbiljet een gele. Daar komen de uitdrukkingen 'een rooie rug' of 'een roodje' voor 1000 gulden en 'een geeltje' voor 25 gulden vandaan. Overigens was 200 gulden begin vorige eeuw een vermogen.
Een rooie rug, ook wel simpelweg rooitje of een rug genoemd, was geld ter waarde van 1.000 gulden (ongeveer 454 euro). De rooie rug dankt zijn naam aan de kleur van het oorspronkelijke 1.000 guldenbiljet.
Bargoens: bankbiljet van duizend (gulden of euro). Ook: rooie rug of rooie.
Tegenwoordig ook, maar niet frequent, gebruikt voor 100 euro. In de volkstaal wordt ook 'een bankje' of een snip (naar de afbeelding op het 100-guldenbiljet) gebruikt voor ditzelfde bedrag.
Hoeveel geld is een rug? Met een rug of een rooie doelt men op 1000 Euro.
Een joetje (of joet, joedje, juutje) is tien gulden.
Vijftig gulden stond bekend als 'Zonnebloem', de honderd gulden ging door als 'meier' of 'snip'. De minder vaak voorkomende 250 gulden kende men als 'Vuurtoren'. De bijnaam 'rooie','rug' of 'rooie rug' voor een duizend gulden biljet vindt zijn herkomst twee eeuwen geleden, toen de briefjes een rode achterkant hadden.
'Roodje' en 'geeltje'
Een 1000-guldenbiljet uit dezelfde serie had een rode achterkant en het 25-guldenbiljet een gele. Daar komen de uitdrukkingen 'een rooie rug' of 'een roodje' voor 1000 gulden en 'een geeltje' voor 25 gulden vandaan.
[anatomie] - De rug is bij gewervelde dieren het lichaamsdeel dat bestaat uit wervels en ribben en spieren. De rug is bij de mens opgebouwd uit zeven nekwervels, twaalf borstwervels, vijf lendenwervels, vijf heiligbeenwervels en het staartbeen.
Die koers is: EUR 1 = NLG 2,20371. Dus 1 gulden is ongeveer 45 eurocent waard. We brengen geen extra kosten in rekening voor het omwisselen.
€ 95,00. Eén van de meest iconische bankbiljetten uit de Nederlandse bankbiljetten geschiedenis: De Snip! Eind jaren zeventig waren zowel de ambtenaren op het ministerie van Financien als bij De Nederlandse Bank uitgekeken op de oude series bankbiljetten met erflaters. Iets teveel Vondels, Hals, Michiel de Ruijters.
Het Geeltje
Deze term werd oorspronkelijk gebruikt voor een gouden munt met een variabele waarde, maar toen in 1861 een geel bankbiljet van 25 gulden werd ingevoerd, sprak men in de volksmond van 'een geeltje'.
De naam dubbeltje vond zijn oorsprong in het feit dat het geldstuk twee stuivers waard was (dubbele stuiver). Na de invoering van het decimale stelsel in Nederland (rond 1800) werd het muntje van 10 cent dubbeltje genoemd.
Tijdens de campagne '5 piek voor je verfkliek', die loopt van 23 mei tot en met 26 juni, kunnen consumenten bij Hubo oude verfverpakkingen inleveren en krijgen daar een kortingsvoucher van 5 euro voor terug. De voucher kan worden ingeleverd bij aankoop van nieuwe verf ter waarde van minimaal 20 euro.
Scholieren die sparen hebben een gemiddeld spaartegoed van 1.392 euro. Dit is minder dan in 2016, toen scholieren 1.641 euro aan spaargeld hadden. De ene helft van de scholieren met spaargeld heeft minder dan 500 euro gespaard, de andere helft heeft meer dan 500 euro gespaard. In 2016 lag de mediaan op 600 euro.
Een piek was de benaming van een Nederlandse munt van één gulden. Op de guldenmunten werd vanaf het einde van de zeventiende eeuw de Hollandse maagd afgebeeld. Deze symbolische vrouw droeg een lans of piek, met daarop een vrijheidshoed.
In de periode 1861-1909 was er een geelkleurig bankbiljet van 25 gulden dat in de volksmond ook 'geeltje' werd genoemd. Deze benaming voor 25 gulden bleef na 1909 nog lang in gebruik, alhoewel er geen uiterlijk verband meer met het briefje was en er in 1982 zelfs een ander geelkleurig biljet in omloop kwam (50 gulden).
Tegenwoordig in Nederland het meest bekend als een waarde van anderhalve gulden (NLG 1,50).