In 2021 zegt 33 procent van de 15-18-jarigen ooit gepest te zijn en 3,8 procent is in de afgelopen 12 maanden gepest. Van deze slachtoffers zegt 35,9 procent uitsluitend online gepest te zijn, 30,3 procent op de traditionele manier en bij 29,3 procent van de slachtoffers gaat het om beide.
Ruim 11 procent van de jongeren tussen de 15 en 18 jaar werd geconfronteerd met cyberpesten, tegenover ruim 5 procent van de 21- tot 25-jarigen. Naarmate de leeftijd vordert krijgen Nederlanders minder met cyberpesten te maken. Eén procent van de ouderen zegt geconfronteerd te zijn met cyberpesten.
Twee procent van de Nederlanders van 15 jaar en ouder zei in 2021 dat zij in de afgelopen twaalf maanden weleens zijn gepest. Dat zijn naar schatting bijna 240 duizend personen. Bijna 30 procent van hen gaf aan op het moment van enquêteren nog steeds te worden gepest.
Voortgezet onderwijs
In de meeste gevallen pesten zij medeleerlingen (31 procent). Daarnaast zijn ook familieleden van leerlingen (13 procent), docenten (12 procent) en ander personeel van school (12 procent) slachtoffer van pesten. Verbaal pesten komt met 25 procent het meeste voor.
Kinderen vertellen het niet snel als ze gepest worden. Je kunt het soms merken doordat ze ineens ander gedrag laten zien: moe, buikpijn, niet meer vrolijk, humeurig als ze achter de computer hebben gezeten. Het pesten, ook online, is het ergst in de leeftijd van 11 tot 15 jaar.
Cyberpesten is pesten op internet. Soms wordt het bedreigen, stalken, beledigen, discrimineren of smaad en dat is strafbaar. Zo is het posten van sexy foto's en filmpjes van je vriend(in) strafbaar. Als hij of zij onder de achttien is, wordt dit gezien als (het maken en) verspreiden van kinderporno.
Cyberpesten doet zich voor wanneer iemand herhaaldelijk opzettelijk schadelijke inhoud naar of over een slachtoffer verstuurt of deelt. Dit kan gebeuren vanaf een computer, mobiele telefoon of een ander apparaat. De interacties kunnen bestaan uit berichten, video's, foto's of online gedeelde inhoud.
Ga eerst in gesprek met zowel de gepeste als met de pester(s). Spreek de pester aan op zijn gedrag en tref sancties. Mocht het niet duidelijk zijn wie de gepeste en/of pester(s) zijn ga dan in gesprek met teams en afdelingen. Als de pester een collega-leidinggevende is, spreek deze dan aan op zijn gedrag.
Fysiek pesten kwam het meeste voor in de leeftijdsgroep van 6 tot 9 jaar. Emotioneel pesten bereikt ook in de leeftijdsgroep van 6 tot 9 jaar het hoogste aantal, maar blijft even hoog in de leeftijd van 10 tot 13 jaar en neemt daarna af in de leeftijd van 14 tot 17 jaar.
Mannen en vrouwen werden vrijwel even vaak gepest. Jongeren zijn vaker slachtoffer dan ouderen, en homo's, lesbiennes en biseksuelen vaker dan heteroseksuelen. Bijna een kwart van de 15-plussers – dat zijn bijna 3,5 miljoen mensen - gaf aan ooit (dus ook langer dan een jaar geleden) gepest te zijn.
Zo'n 8% van de jongeren heeft er volgens het CBS last van. De cyberpesten cijfers van het ANP geven aan dat het gaat om zo'n 400.000 jongeren.
In 2021 zegt 33 procent van de 15-18-jarigen ooit gepest te zijn en 3,8 procent is in de afgelopen 12 maanden gepest. Van deze slachtoffers zegt 35,9 procent uitsluitend online gepest te zijn, 30,3 procent op de traditionele manier en bij 29,3 procent van de slachtoffers gaat het om beide.
Onder (cyber)pesten vallen verschillende gedragingen: beledigen, bedreigen, uitlachen en hinderen in de sociale contacten (met vrienden). Deze gedragingen kunnen enkel zichtbaar zijn voor het slachtoffer, maar het kan ook gebeuren dat ze zich voltrekken voor een groter publiek.
Roddelen, iemand buitensluiten of expres hete thee over iemand gooien. Pesten op de werkvloer is een veelvoorkomend probleem. Uit recent onderzoek van het CNV blijkt dat een kwart van de werkenden weleens te maken heeft met pestgedrag.
Een andere nare vorm van pesten is negeren en buitensluiten. De pester met de meelopers doen dan net alsof zij jou niet zien staan. Dan heeft het geen zin om zoals in tip 2 een kort zinnetje als reactie te geven. Probeer dan ook door hun heen te kijken, doe alsof ze niet bestaan.
Ze kiezen een zwak slachtoffer en voelen zich machtig. Dit kan ook zijn omdat ze jaloers zijn op de ander, en hen daarom naar beneden halen. Een pester is onzeker.
Zeg tegen de pester dat hij/zij moet ophouden: het is niet grappig. Vraag hulp aan je vriend(inn)en, samen staan jullie nog sterker! Vertel je meester of juf wat je hebt gezien/gehoord. Maak een foto of screenshot als je ziet dat iemand online wordt gepest: het kan helpen als bewijsmateriaal.
Je kan heel wat proberen om het pesten te laten stoppen. Het allerbelangrijkste is dat je weet dat je er niet alleen voor staat! Praat erover met je vrienden, broer of zus, ouders, trainer, leerkracht of leiding.
Als je gepest wordt, pest dan niet terug, want dat maakt het alleen maar erger. Als je ernstig wordt gepest of gestalkt, doe dan aangifte bij de politie. Daarmee bescherm je ook andere, toekomstige slachtoffers.
Pestgedrag kan zich voordoen binnen of buiten de schoolmuren. Het kan voorkomen tussen leerlingen onderling, maar ook het personeel van de school kan betrokken zijn. Pestgedrag neemt ook steeds vaker de vorm aan van cyberpesten, waarbij leerlingen gepest worden via sms, e-mail, Facebook of andere internettoepassingen.
Als je geplaagd wordt, kun je er meestal de humor wel van inzien en merk je dat er niets kwaads mee bedoeld wordt. Het wordt pesten wanneer het opzettelijk bedoeld is om jou te kwetsen. Bovendien gebeurt het bij pesten ook nog eens regelmatig zonder dat je er iets tegen kunt doen.