In het algemene gebruik heeft de voluit geschreven vorm uur de voorkeur. Uur kan eventueel afgekort worden tot u.Uur of u. staat na de cijfers, niet ertussen.
De notatie 12.00 uur heeft de voorkeur. Tussen de uren en de minuten staat een punt en daarna komt het woord uur voluit: 8.15 uur, 12.30 uur, 22.00 uur. Ook bij hele uren is het duidelijker om de minuten (00) erbij te zetten, omdat zo sneller zichtbaar is dat het om een tijdstip gaat: 17.00 uur.
Wat is het meervoud van tijd? Het meervoud van tijd is 'tijden'. Eén tijd, twee tijden.
Als de meterstanden niet kloppen, kan het zijn dat we je standen hebben geschat. Dit doen we als we geen bruikbare meterstanden hadden. Op de jaarafrekening of eindafrekening zie je dan bij de begin- en/of eindstanden 'geschatte standen' staan. Is er een klein verschil met je werkelijke standen, hoef je niets te doen.
Bij zonnepanelen is een slimme meter niet verplicht. Het is alleen wel een vereiste dat u een meter heeft die kan terugtellen, zodat ook het terugleveren van stroom geregistreerd wordt. Dit kan met een slimme meter. Een digitale meter kan, zoals eerder aangegeven, de geleverde energie niet meten.
Gangbaarheid. Het woord gespeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
De correcte vervoeging is je/jij vindt.
Als het onderwerp je/jij achter de persoonsvorm staat, is de correcte vervoeging vind je/jij. Bij combinaties met je is het niet altijd even duidelijk of je het onderwerp van de zin is. Als u daaraan twijfelt, kunt u je proberen te vervangen door jij of jou(w).
Ante meridiem (Latijn voor "voor de middag"; spreek uit: ante meridiëm) is een aanduiding voor het tijdvak vanaf 12 uur 's nachts tot 12 uur 's middags.
De tijdsaanduiding 'uur' blijft (net als 'kwartier 'en 'jaar') in het enkelvoud na een bepaald hoofdtelwoord (behalve na 'beide') en na 'hoeveel', 'zoveel' en 'een paar'. Na een onbepaald telwoord gebruiken we 'uren'. Als er een bijvoeglijk naamwoord staat tussen het telwoord en 'uur', komt 'uur' in het meervoud.
Met de cijfers 1 tot 12, gevolgd door am of pm, kan de 12-uursnotatie alle 24 uren van de dag aanduiden. 5 am is bijvoorbeeld vroeg in de ochtend, en 5 pm is laat in de namiddag; 1 am is een uur na middernacht, terwijl 11 pm een uur voor middernacht is.
In Nederland worden combinaties met tot vaak zo opgevat dat de genoemde einddatum (dag, week, maand, jaar en dergelijke) niet inbegrepen is. Maar ook de interpretatie van tot waarbij de genoemde einddatum wel inbegrepen is, komt voor in Nederland. Tot betekent dan 'tot en met' (zie voorbeeld 5).
Zowel openingstijden als openingsuren is correct.
Je schrijft dan heid. Hoor je aan het eind van een woord tijt? Je schrijft dan teit. ig, lijk, heid of teit zijn vaste stukjes.
Veel kinderen schrijven 'Het vliegtuig is geland' als 'Het vliegtuig is gelant'. Ze zitten nog met die -t aan het eind van het werkwoord. Dit kan worden voorkomen door het voltooid deelwoord in de verleden tijd te zetten. Je hoort een d in 'Het vliegtuig landde', daarom geldt ook een d bij het voltooid deelwoord.
Als we de regel van 't kofschip op beloven toepassen, volgt daaruit dat dit zwakke werkwoord met -de wordt vervoegd. De stam is immers [beloov]. Het voltooid deelwoord van beloven is beloofd, maar de persoonsvorm van de tweede en derde persoon enkelvoud is belooft.
Bij sterke werkwoorden kan het voltooid deelwoord op een n eindigen: lopen - ik heb gelopen. zien - ik heb gezien. staan - ik heb gestaan.
De medeklinkers uit 't kofschip, dus de t, k, f, s, ch en p, helpen te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd. De uitgang -te wordt toegevoegd aan werkwoorden waarvan de stam (= het hele werkwoord zonder de uitgang -en) eindigt op een van die medeklinkers uit 't kofschip.
Ongeveer een half miljoen Nederlanders hebben de slimme meter geweigerd. Acht procent van de niet-bezitters twijfelt daarnaast nog of ze er überhaupt een willen. Dit blijkt uit de Smart Home Monitor, een grootschalig onderzoek van Multiscope onder 4700 Nederlanders.
Voor veel huishoudens is de communicatie functie van de digitale meter het grootste nadeel. De energiemeter zou gegevens over het verbruik automatisch door kunnen sturen naar de netbeheerder. Het uitzetten van de communicatiefunctie op de digitale meter is niet mogelijk.
Wie een bekabelde meter aanvraagt, zal zelf de extra kosten moeten betalen. De VREG is bevoegd om de hoogte van het tarief voor deze prestatie vast te stellen. Als u de plaatsing van de bekabelde digitale meter weigert na 1 januari 2025 verliest u het recht op de retroactieve investeringspremie.