Het loof verwijderen we, verdorde bladeren knippen we eraf en de wortels komen samen met de verdorde blaadjes op de composthoop. Vervolgens bewaren we de uien in de schuur.Hier is het koud, vorstvrij en donker.
Als je uien zover gegroeid zijn dat ze wat los boven de grond komen te zitten, kun je ze helemaal los halen en boven op de grond laten drogen. Na een poosje (ongeveer een week) zijn ze genoeg gedroogd. Natuurlijk kun je ze dan opeten, maar je eet ze vast niet allemaal tegelijk op.
Bewaar uien buiten de koelkast op een donkere, droge plek. Bewaar uien niet direct naast aardappelen, want uien nemen snel vocht op uit de aardappelen waardoor beide eerder gaan rotten. Bewaar een restje ui verpakt in huishoudfolie of in een bewaarbakje in de koelkast. Blancheer gesneden uien kort voor invriezen.
Hoe sneller de hals van de ui droogt, des te minder kans dat schimmels en bacteriën de ui in groeien. De kwaliteit van de ui blijft hierdoor beter gewaarborgd.
Uien en sjalotten zijn oogstbaar wanneer het loof dor begint te worden en tegen de grond gaat. Wil je het proces versnellen, help ze dan een handje door ze allemaal dezelfde kant op te duwen. Het loof, net boven de bol, zal dan snel neervallen.
Als je een zaadje van een ui in de grond stopt, kan er een klein uienplantje uit groeien. Na een tijd wordt deze uienplant onderaan dikker. Die verdikking wordt straks een nieuwe ui. De buitenste blaadjes van de bol worden al bruin.
Oogst de uien van zodra het loof bruin wordt, dat gebeurt tussen mei en juli afhankelijk van het weer en het moment van aanplant. Krijgen de uien voordat het loof bruin wordt een zaadzakje op het loof, dan gaat er iets fout in je teelt.
Uien groeien onder de grond, het zijn tweejarige planten. Je zaait ze in het ene jaar, hier groeien kleine uitjes uit, pootuien of plantuien genoemd. Deze pootuien bewaar je droog en koel en plant je na de winter in het volgende voorjaar uit. Ze groeien in één zomer uit tot een stevige, smakelijke bol.
Na ongeveer 80 dagen kun je de uienplantjes uitplanten in volle grond. Houd een plantafstand van 15 cm en geef extra veel water. Let op: hoewel uienplantjes veel water nodig hebben, is een waterdoorlatende bodem essentieel. Zo voorkom je dat uienplantjes zogeheten 'natte voetjes' krijgen en gaan rotten.
Bewaar rauwe uien op een koele (12-15°C), donkere en droge plaats buiten de koelkast. Zo zijn uien een paar weken te bewaren. De rode ui is iets minder lang houdbaar dan de gele ui. Bewaar de uien niet naast aardappels.
Bewaar uien niet samen met aardappelen. Doe je dit wel, dan zullen de aardappelen sneller gaan rotten. Vermijd de koelkast als de uien ongeschild zijn. Uien nemen namelijk makkelijk vocht op en dat is in overvloed aanwezig in de koelkast.
Dek het snijvlak dan af met huishoudfolie of doe het in een bewaarbakje met deksel in de koelkast. Je kunt uien ook invriezen. Wel even blancheren (kort verhitten) vlak voor invriezen. In een goed gesloten plastic zakje of bakje kun je stukjes ui tot 12 maanden in de diepvries bewaren, bij minimaal -18°C.
Verse uien zijn heel sappig, extra sterk en ook het nog mooie groene loof kun je dan eten. Sterker nog, die bloeistengel kun je ook eten (niet alleen van uien maar ook van knoflook, prei, etc.).
Alle grondsoorten zijn bruikbaar voor de uienteelt. Als je groentetuin op een zure grond of zandgrond ligt, dan moet je wel eerst nog kalk toedienen. Als je uien in je eigen tuin wil telen, zorg je ook best voor een goed bemeste ondergrond.
Zo maak je zelf uienpoeder
Pel 2 tot 4 middelgrote gele uien. Stop ze in de keukenmachine en maal ze met de puls stand fijn. Probeer de stukjes enigszins op gelijke grootte te krijgen. Als je geen keukenmachine hebt: natte handdoek voor en hakken maar, met je mes.
Uien hebben net als de andere wortelgewassen relatief weinig mest nodig. Een overvloed aan stikstof zorgt er namelijk voor dat er veel loof maar weinig ui ontstaat.
Uien houden niet van verse (stal) mest, of van mest of compost met grove bestanddelen. Ideaal is een goed verteerde mest die voor de winter al werd aangebracht. De maden van de uienvlieg boren gangen in de bollen. Ze worden o.a. aangetrokken door verse stalmest.
Je kunt plantuien planten in het voorjaar of in de herfst, tussen september en half november. Het voordeel van planten in het najaar is dat ze al snel wortels krijgen en in het voorjaar snel verder zullen groeien. Al in juni kun je dan oogsten, weken eerder dan wanneer je ze in de lente plant.
Het loof verwijderen we, verdorde bladeren knippen we eraf en de wortels komen samen met de verdorde blaadjes op de composthoop. Vervolgens bewaren we de uien in de schuur. Hier is het koud, vorstvrij en donker.
tuurschommelingen en droogte bevorderen het doorschieten. Om doorsc te voorkomen moet je bij aanvang van droge periodes de uien regelmatig ze slechts oppervlakkig wortelen. Zorg er wel voor dat ze niet met de 'voe , daar kunnen ze dan weer niet tegen.
Het goede nieuws is: ja, je hoeft uien met uitlopers niet direct weg te gooien. Echter hebben de uitlopers een bittere smaak, vooral wanneer je ze rauw verwerkt in een gerecht. Om dit te voorkomen kun je de uitlopers gemakkelijk verwijderen door de ui doormidden te snijden en de uitloper los te halen met je vingers.
Deel de uienstengels voorzichtig en zet ze in een vaasje met een klein laagje water om de wortels een beetje te laten groeien. Bijvoorbeeld in de vensterbank. Als de wortels een halve centimeter tot een centimeter lang zijn dan kan je de uien planten in de aarde.