De meest eenvoudige manier om hoogbegaafdheid te testen is middels het meten van het IQ. Dit kan gedaan worden door een IQ test te maken. Uit een IQ test komt een IQ score naar voren. Op het moment dat de IQ score hoger dan 130 is, kunnen we spreken van hoogbegaafdheid.
Via de Wechsler intelligentietesten (WPPSI voor kleuters, WISC-V voor kinderen en jongeren en de WAIS voor volwassenen) afgenomen door één van onze psychologen, kunnen wij eventuele hoogbegaafdheid diagnosticeren. Wij baseren ons echter niet alleen op het IQ-cijfer om te bepalen of een kind al dan niet hoogbegaafd is.
Het zijnsluik hoogbegaafdheid geeft aan dat de volgende (karakter)eigenschappen bij veel hoogbegaafden aanwezig zijn: een hoog rechtvaardigheidsgevoel, perfectionisme, een kritische instelling en een vorm van hooggevoeligheid. Hoogbegaafden hebben vaak een hoog rechtvaardigheidsgevoel.
Naast een grondige analyse wordt er een uitgebreid (en een zo concreet mogelijk) advies gegeven over de verdere begeleiding van het kind. Resultaten en advies komen in een schriftelijk rapport te staan. De kosten voor een hoogbegaafdheidonderzoek bedragen €1.250.
Veel mensen zien het als een manier om hun hoogbegaafdheid te kunnen bewijzen. Misschien voelt het alsof je dan pas mag vinden en zeggen dat je hoogbegaafd bent. Maar hoogbegaafdheid komt niet altijd naar voren in een IQ-test. Sommige hoogbegaafden scoren zelfs laag op een IQ-test, ook al hebben ze een hoog IQ.
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.
Kan uitzonderlijke begaafdheid verdwijnen? Nee. Uitzonderlijk begaafde kinderen groeien op tot uitzonderlijk begaafde volwassenen (zoals hoogbegaafde kinderen dat ook doen overigens). Maar op weg naar volwassenheid kan de hoogbegaafdheid zich “verstoppen”.
Snel kleuren en cijfers herkennen. Een grote woordenschat hebben en lange, samengestelde zinnen maken. Juist heel laat gaan praten, maar wel meteen in volzinnen. Beter kunnen opschieten met oudere kinderen en volwassenen dan met leeftijdsgenoten.
Als hoogbegaafde kun je eerder lezen en/of praten dan leeftijdsgenoten, of later maar dan wel al meteen met volzinnen. Op school ben je sneller in het begrijpen van de lesstof en heb je minder herhaling nodig. Vooral ook vanwege de kenmerkende leergierigheid en nieuwsgierigheid.
Het hoogbegaafde brein heeft een “bedrading” die voor meer emotionele intensiteit kan zorgen. Er is bewijs dat er meer verbindingen zijn tussen het onderdeel in de hersenen waar de emoties worden waargenomen en de prefrontale cortex. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de emotionele intensiteit van hoogbegaafden.
Hoogbegaafdheid: de nadelen
Je verveelt je snel als je in een groep zit die langzamer denkt en leert dan jij. Mensen begrijpen je gedachtensprongen en gevoel voor humor vaak niet. Soms voel je je daardoor eenzaam en 'anders' dan je klasgenoten. Je kunt problemen krijgen in het maken van contact met anderen.
Naast de hoge intelligentie (IQ van 130+) is bij hoogbegaafdheid ook sprake van creativiteit, doorzettingsvermogen en motivatie. Wanneer deze motivatie en creativiteit (in creatieve manieren van denken) niet zichtbaar zijn en er “alleen sprake is van uitzonderlijke intelligentie” spreken we over hoogintelligent.
Voorstanders van het op jonge leeftijd testen van kinderen wijzen erop dat rond een jaar of vijf vaak al goed te zien is of een kind extra leeraanbod nodig heeft. Hoogbegaafde kinderen kunnen als kleuter over het algemeen ook al veel meer dan in groep 1 en 2 van ze wordt verwacht.
Bij een IQ-score tussen de 90 en 109 heb je een gemiddelde intelligentie, tussen de 110 en 119 een bovengemiddelde intelligentie. Met een IQ tussen de 120 en 129 word je begaafd genoemd en vanaf 130 dus hoogbegaafd. Vaak wordt er in de hoogbegaafdheid ook nog een gradatie aangebracht.
Wanneer we IQ vergelijken met andere mensen dan ziet het er ongeveer zo uit: ongeveer 2,5% van de mensen heeft een IQ van boven de 130 en is dus hoogbegaafd. ongeveer 13,5% heeft een IQ van 115 – 130. Met een IQ tussen de 120 en 130 ben je begaafd.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
Het ontstaan van hoogbegaafdheid zit hem voor een deel in de genen en voor een ander deel in de opvoeding en het onderwijs (zie ook bij het kopje wat is hoogbegaafdheid). Daarbij is het opvallend dat de invloed van erfelijkheid toeneemt met de leeftijd. De positieve en negatieve kenmerken van hoogbegaafdheid.
Researchers aan de University of Washington en in Glasgow zijn het er na uitgebreid onderzoek over eens: de intelligentie van een kind wordt bepaald door het genetisch materiaal langs moeders kant. Het genetisch materiaal van de vader heeft geen invloed.
Hoogbegaafd kind heeft veel te leren
Het gaat erom dat sommige kinderen duidelijk iets anders nodig hebben dan ze krijgen in het reguliere onderwijs. Als leerkrachten dat gaan herkennen, kunnen ze deze kinderen uitdagen op een manier die bij ze past: door ze op een snelle of meer complexe manier lesstof aan te bieden.
Hoogbegaafden denken snel
Om snel te kunnen denken, moet je in beelden denken (32 beelden per seconde) in plaats van in taal (2 woorden per seconde). Alleen door het in beelden denken, heb je snel overzicht, kun je gehelen overzien, ontdek je verbanden en kom je tot een passende, soms originele oplossing.
Hoogbegaafde kinderen trekken vaak naar oudere kinderen met ongeveer hetzelfde intellectueel niveau. Perfectionisme: Hoogbegaafde kinderen zijn vaak perfectionistisch en leggen de lat voor zichzelf, vooral op academisch gebied, hoog. Dat kan leiden tot faalangst.
De intellectuele complexiteit gaat hand in hand met emotionele diepte. Het denken van een hoogbegaafd kind is complexer en heeft meer diepte in vergelijking met een gemiddeld kind. Zo zijn ook de emoties veel complexer en intenser – hoe hoger het IQ des te intenser en complexer het kind (of de volwassene).
Hoogbegaafdheid is een gevolg van één of meer aangeboren bekwaamheden of potenties en interactie met de omgeving. Hoogbegaafdheid bestaat ook door verworven of geleerde en gestimuleerde vaardigheden. Wat aangeboren is moet zich kunnen ontwikkelen en gestimuleerd worden.
Hoogbegaafdheid is deels erfelijk en deels omgeving gebonden. Erfelijkheid betekent dat de kans groot dat in een gezin meer personen (kinderen, ouders) hoogbegaafd zijn, wat overigens geen garantie is dat die hoogbegaafdheid ook tot uiting komt. Het ontwikkelingsprofiel van hoogbegaafde kinderen kan disharmonisch zijn.