Palliatieve sedatie gebeurt door een arts. Door medicijnen wordt de cliënt 'soezerig' of valt in een diepe slaap. Het doel van palliatieve sedatie is het verlichten van de klachten en zo min mogelijk lijden van de cliënt. De sedatie kan tijdelijk of blijvend (in de laatste levensfase) worden ingezet.
Gemiddeld duurt het een tot drie dagen voor de patiënt overlijdt. Hoe langer het duurt, hoe minder positief mensen zijn. Patiëntenfederatie Nederland onderstreept het belang van duidelijke informatie voor patiënten en hun naasten.
De arts geeft de medicijnen meestal via een infuus of met een prik. U overlijdt niet door de palliatieve sedatie. U overlijdt door de ziekte die u heeft. Het is een natuurlijk overlijden, waarbij u geen last meer heeft van pijn, benauwdheid of andere ernstige klachten.
Morfine is niet geschikt om de dood te bespoedigen of patiënten te sederen. Het snel ophogen van morfine kan ervoor zorgen dat het bewustzijn onvoldoende wordt verlaagd, de patiënt verward raakt, of spiertrekkingen (myoclonieën) krijgt.
Als je bewustzijn verlaagd is door de palliatieve sedatie, heb je geen klachten meer en ben je soezerig, slaperig of in diepe slaap. Je kunt wel nog bewegen, net als in een gewone slaap.
Natuurlijk versterven
De patiënt raakt 'op'. Het kaarsje gaat langzaam uit. In deze gevallen is het raadzaam om voorzichtig te zijn met een vocht-infuus of met een voedingssonde. Want de kunstmatige toediening van vocht en voeding kan er toe bijdragen dat de patiënt meer last krijgt van benauwdheid, pijn en angst.
Palliatieve sedatie is geen eenvoudige interventie, noch qua indicatie en communicatie, noch qua uitvoering. Een goede opvolging vraagt nogal wat ervaring en dus zal allicht een hulpverlener de diepte ervan soms niet accuraat inschatten.
Hoe lang palliatieve zorg duurt, verschilt per persoon. Soms dagen, soms weken, maar een jaar of langer kan ook. Door op tijd met je (huis)arts en naasten te praten over je levenseinde, kun je ervoor zorgen dat je ook in het laatste deel van je leven de zorg krijgt die bij je past.
We spreken van een terminale fase als het vermoedelijke overlijden binnen 3 maanden plaats vindt. In de praktijk wordt deze term meestal gebruikt om de laatste 6 weken van iemands leven aan te duiden. Afhankelijk van de verschillende symptomen is deze inschatting makkelijker of moeilijker te maken.
Palliatieve sedatie wordt toegepast wanneer het overlijden van de cliënt binnen twee weken wordt verwacht. De cliënt kan in de laatste levensfase klachten krijgen met bijvoorbeeld de ademhaling, vermoeidheid, verwardheid, angst of depressie.
In de stervensfase hebben mensen vaak weinig tot geen behoefte aan eten en of drinken. Mensen verliezen snel gewicht en hun lijf en gezicht veranderen. Zo vallen de wangen in, wordt de neus spits en komen de ogen dieper in de kassen te liggen.
Het lichaam laat methaanthiol vrij gedurende het ontbindingsproces. Methaanthiol ruikt naar zweetvoeten en rotte witte kool. Dimethyldisulfide is een stinkend gas dat voortkomt via vele bronnen, zoals bacteriën, schimmels, planten, en dieren.
Palliatieve sedatie is het opzettelijk (met medicijnen) verlagen van het bewustzijn van de patiënt in diens laatste levensfase, met als doel het lijden te verlichten. Met versterven wordt het proces bedoeld dat optreedt wanneer de terminaal zieke patiënt geen voedsel en vocht meer binnenkrijgt.
Door het lichaam vocht en voedsel te onthouden, gaat het lichaam de eigen reserves aanspreken. Afhankelijk van de conditie, sterft een ernstig zieke doorgaans binnen één à twee weken. Als de stervende af en toe nog wat water drinkt, kan het iets langer duren (meerdere weken).
Het woord 'uitbehandeld' betekent voor iedereen die kanker heeft wat anders. Soms kan het betekenen dat je niet meer lang zult leven. Het kan ook inhouden dat je nog jaren kunt leven. Je ziekte is niet te behandelen of te genezen, maar gelukkig niet zo agressief dat je direct moet vrezen voor je leven.
Een eerste voorwaarde is dat de zieke zich daadwerkelijk in de stervensfase bevindt: zijn levensverwachting moet beperkt zijn (enkele dagen, hooguit twee weken); 2. De tweede voorwaarde is dat de klachten niet meer op een andere wijze te verlichten zijn ('refractaire symptomen' in medisch jargon).
De helft van de patiënten overlijdt binnen 13 dagen na het stoppen met eten en drinken. U heeft zelf ook enige invloed op de tijdsduur. Als u besluit om toch iets te drinken (meer dan een half kopje per dag), dan kunt u hiermee het proces vertragen. De periode tot overlijden kan dan enkele weken tot maanden duren.
De overige 13 procent overlijdt tijdens de behandeling, bijvoorbeeld door een acute hartstilstand, of door een bloeding. De gemiddelde leeftijd van de onderzochte IC-patiëntenpopulatie is 70 jaar. Gemiddeld liggen zij 6,95 dagen op de IC.
Artsen gaan er vaker dan nodig is van uit dat morfinegebruik in de stervensfase het levenseinde bespoedigt. Meestal wordt de dosering van morfine gedurende de laatste levensdagen niet of alleen geleidelijk opgehoogd; bij 2,1% van de patiënten is de dosering hoger dan nodig om pijn of andere symptomen te verlichten.
De terminale fase is de laatste levensfase van iemands leven. Concreet is deze persoon ziek en is deze ziekte ook niet meer te genezen of behandelen. Of de nadelen van de behandeling wegen niet op tegen de voordelen. Deze fase duurt meestal maximaal 3 maanden, maar kan ook langer duren.
– De bloedsomloop neemt af.
Alleen de vitale delen van het lichaam krijgen op het laatst nog bloed. Op de armen en benen ontstaan daardoor paarsblauwe vlekken en het gezicht wordt grauw. Het lichaam voelt steeds kouder aan.
Sommigen krijgen last van benauwdheid, angst of pijn. Er zijn mogelijkheden om lijden in de laatste fase te verminderen, zoals behandeling van pijn, angst en onrust. Ook uw naasten kunnen veel voor u doen als het levenseinde dichtbij komt, bijvoorbeeld waken. Verder kan praten met een geestelijk verzorger prettig zijn.