Begin met de reanimatie: de borstcompressies
Druk het borstbeen loodrecht 5 tot 6 centimeter in. Geef 30 borstcompressies in een tempo van 100 tot 120 keer per minuut. Het kan helpen om hardop te tellen.
Plaats je handen in het midden van de borstkas. Haak je vingers van beide handen in elkaar. Druk de borstkas bij de gemiddelde volwassene ongeveer 5 cm in, maar niet meer dan 6 cm. Druk de borstkas 100 tot 120 keer per minuut in, met zo weinig mogelijk onderbrekingen.
Geef op dezelfde wijze de tweede beademing. Onderbreek het geven van borstcompressies maximaal 10 seconden om 2 beademingen te geven. Plaats direct uw handen weer in het midden van de borstkas en geef 30 borstcompressies. Ga door met borstcompressies en beademingen in de verhouding 30:2.
Tijdens de eerste minuten van hartstilstand (van cardiale oorzaak) is er voldoende zuurstofreserve in het lichaam. Daardoor is het te verdedigen om zich te concentreren op goede (en continue) hartmassage, zonder beademen.
De 5 fasen van BHV zijn: Alarmeren, Verkennen, Inzet, Nabespreken en Nazorg.
"Over het algemeen is elk nummer dat tussen de 100 en 120 beats per minuut heeft geschikt voor reanimatie", zegt Dave Krajenbrink van de Hartstichting tegen Editie NL. "Wij gebruiken altijd Stayin' alive omdat dat niet alleen qua beats, 103 per minuut, perfect is om op te reanimeren.
Voor het uitvoeren van een reanimatie is het juiste tempo van het geven van borstcompressies belangrijk. Het geven van borstcompressies doe je in een tempo van 100 – 120 keer per minuut. Er zijn verschillende manieren om het juiste tempo vast te houden. Veel AED's zijn uitgerust met een metronoom.
Wat moet je NIET doen voor je met het reanimeren start? 1-1-2 bellen.Het slachtoffer verplaatsen naar de begane grond.Huisdieren opsluiten, de voordeur open zetten en het licht aan doen.
Soms neemt een arts de beslissing om niet te reanimeren. Dit doet hij alleen als duidelijk is dat een patiënt te kwetsbaar is om goed door een reanimatie heen te komen. Uw arts bespreekt dit met u en/of uw naasten en legt het daarna vast in uw patiëntendossier.
Dan kan je eventueel de hartmassage starten zonder de beademing. Door de hartmassage blijft de bloedstroom naar de hersenen en het hart behouden. Gedurende de eerste twee minuten na een hartstilstand beschikt het hart nog over voldoende zuurstof. Daardoor kan de reanimatie succesvol zijn zonder mond-op-mondbeademing.
Als iemand in elkaar zakt, dan is het belangrijk om snel te beoordelen of een persoon bewusteloos is. Dit doe je door iemand duidelijk aan te spreken, vertelt Hafid. “Wees kort maar krachtig.
Als je wil leren reanimeren, kun je je inschrijven voor een BHV of EHBO cursus. In deze cursussen leer je reanimeren door te oefenen op een reanimatiepop. Ook leer je hoe je een AED bedient. Zo weet jij voortaan wat je moet doen bij een hartstilstand en kun je iemands leven redden en weeet je hoe je iemand reanimeert.
Een agonale ademhaling (ook wel gasping genoemd) is een fysieke reactie die lijkt op het happen naar adem. Er is in dit geval geen sprake van een normale ademhaling; het is een impulsreactie van het lichaam die optreedt bij een circulatiestilstand (hartstilstand).
Heeft de eerste beademing GEEN effect? Kijk of er een voorwerp in de keel zit.Haal het voorwerp ALLEEN weg als je het ziet en er met je vingers bij kunt.
Houd zo nodig de luchtweg vrij door de kin omhoog te tillen. Moet je even weg bij het slachtoffer, bijvoorbeeld omdat er meer gewonden zijn? Leg het bewusteloze slachtoffer dan op de zij. Lees meer over de stabiele zijligging.
Neem zelf een normale ademteug, plaats uw lippen om de mond van het slachtoffer en zorg voor een luchtdichte afsluiting. Blaas rustig in gedurende 1 seconde als bij een normale ademhaling. Als u ziet dat de borstkas omhoogkomt, dan heeft u een effectieve beademing gegeven.
Veilig werken als bhv'er: eigen veiligheid eerst!
De eigen veiligheid van een bhv'er staat altijd voorop. De werkgever moet zorgen voor een veilige werkomgeving. Je moet er als bhv'er vanuit kunnen gaan dat je bij een incident kan vertrouwen op de bhv-middelen en de voorzieningen voor brandveiligheid en ontruiming.
Stadium 3: gloeien Het derde en laatste stadium van brand is gloeien. De vlammen zijn (bijna) gedoofd en de brand of het materiaal gloeit nog na. Zodra er weer zuurstof bij de situatie komt, kunnen de vlammen weer oplaaien.