Heb je lange slieren pasta (zoals spaghetti of tagliatelle)? Dan is de belangrijkste truc om de pasta zo op je bord te draaien dat er een mooie ronde bol ontstaat. Je pakt een grote hoop pasta met een keukentang op, houdt het hoog boven je bord, en laat het langzaam op het bord vallen, terwijl je het bord draait.
Het enige wat je nodig hebt: een pollepel en een lange keukentang of vleesvork. Als de pasta gekookt is, pak je het op met de keukentang en legt het in de pollepel. Vervolgens draai je de pasta met de tang rond, totdat je een mooi nestje hebt gevormd. Als dat is gelukt, moet je voorzichtig te werk gaan.
Pasta eet je alleen met een vork. Stop je vork in je spaghetti of tagliatelle en draai. Zelfs lasagne eet je alleen met een vork: gebruik de zijkant om de lasagne te 'snijden'. Pasta na het afgieten spoelen met koud water is echt not done: zo spoel je al het zetmeel weg.
spaghetti met vork en lepel eten.
Italianen rollen hun pasta op de vork tegen de rand van het bord en gebruiken dus geen lepel.
Je kunt de spaghetti het beste breken voordat je ze gaat koken. De spaghetti slierten zijn hier nog ongekookt en daarom zijn ze nog stijf. Het breken gaat simpel gezegd gewoon makkelijker als de spaghetti stijf is.
Je gebruikt uitsluitend je vork. Draai de spaghetti rond je vork en gebruik daarbij je bord als weerstand. Zo draai je een perfecte enkele hap spaghetti rond je vork, die je zonder lepel of mes kunt veroberen. Het is misschien even klungelen op het begin, zo je vork moeten ronddraaien in en met één hand.
Door pasta na het koken af te spoelen met koud water, stop je niet alleen het kookproces (wat goed is), maar koel je meteen ook je maaltijd af en verwijder je het zetmeel. En wanneer het zetmeel van de pasta is afgespoeld, heb je niet alleen minder smaak, ook je saus zal minder goed binden.
Laat de pasta niet helemaal gaar worden, maar laat deze al dente. Giet 'm dan ook niet af, maar gebruik een schuimspaan om de pasta bij de saus toe te voegen.
Geen parmezaan over je hoofdgerecht
Ben je in Italië, pas dan op met Parmezaanse kaas. Je komt misschien in de verleiding om deze Italiaanse delicatesse over je hoofdgerecht uit te strooien, omdat hij nu eenmaal op tafel staat, maar hij mag alleen over de pasta en over risotto.
Don't.
Hoewel de jongere generaties thuis al eens een fles Coca-Cola of Fanta op tafel durven zetten, is het op restaurant not done om frisdrank bij het eten te bestellen. In Italië krijg je overal een gratis kan water op tafel. Je kunt uiteraard ook flessenwater bestellen.
Brood bij het eten
Bij elke pastamaaltijd zit brood. De pasta is belangrijk, maar ook de boel er omheen. Gefrituurde inktvisringen, sla, fruit en zoals gezegd meerdere soorten brood. Van seriale (bruin brood) naar bianco (wit brood) en regionale broden.
Giet de spaghetti snel af in een vergiet en vang eventueel wat kookwater op om de saus mee te binden. Je kunt ook wat koud water toevoegen om het kookproces te stoppen en dan pas af te gieten. tip Laat droge pasta altijd 1 minuut minder lang koken dan aangegeven op de verpakking.
Dunne pasta's als spaghetti en linguine gedijen het beste met een lichte saus op basis van olie: een pesto bijvoorbeeld. De allerdunste pasta – capellini – doet het goed met een lichte tomatensaus of een sausje op basis van zeevruchtenjus. Korte pasta zoals farfalle is ideaal voor een pastasalade.
De basis voor bolognese saus is 600-800 gram tomatenblokjes en 500 gram gehakt in een recept voor vier personen. Naar smaak kun je dit aanvullen met groentes zoals ui en wortel. Omgerekend is dit dus ongeveer 200 gram pastasaus per persoon.
De tussenoplossing is het eten tot lauw of kamertemperatuur af te laten koelen. Het duurt namelijk twee uur tot er zich (te veel) bacteriën beginnen vormen als de voeding buiten de koelkast staat. Dat afkoelen gaat sneller als het eten in een laag is uitgespreid. Of je kunt ook de pan in een bak met ijswater zetten.
Zorg er wel voor dat de pasta snel afkoelt. Zet de restjes daarom binnen 2 uur in de koelkast. Houd er wel rekening mee dat gekookte pasta gaat plakken. Om het plakken te voorkomen, kan je een lepeltje olijfolie door de pasta heen roeren.
Zet jij vanavond een lekkere pasta op tafel? Ga dan bij een hoofdgerecht voor volwassenen uit van 100 tot 125 gram ongekookte, gedroogde pasta per persoon. Voor kleinere eters, kinderen of voorgerechten kun je uitgaan van 80 gram.
Is je overgebleven pasta al gemengd met saus en wil je de pasta opwarmen? Leg het dan in een ondiepe ovenschaal, bedek deze met folie en zet het zo'n 20 minuten op 175 graden in de oven. Om de pasta nog een beetje smeuïg te maken kun je 5 minuten voor tijd de folie verwijderen en er Parmezaanse kaas over gooien.
Als je de pasta gekookt hebt, spoel ze meteen onder koud water. Dan kan je de pasta meteen gebruiken in de salade en blijft ze mooi beetgaar. Nog een tip: heel wat pasta's lenen zich ook perfect om koud op te eten, denk aan pasta pesto, pasta caprese,...
Kook je pasta in voldoende water. Je hebt 1 liter water nodig per 100 g pasta, en voldoende zout (1 koffielepel per liter water). Boter of olie toevoegen aan het kookwater is overbodig: die blijven boven drijven en mengen zich niet met de pasta. Het helpt alleen tegen het overkoken.
Je schept de soep van je af, op de lepel. Vervolgens ga je met de lepel naar je mond en niet andersom. Ook belangrijk; de andere hand. Die rust met zijn pols op de rand van de tafel.
De vorken liggen links van het bord en de messen rechts. De lepels liggen rechts van het mes. Houd je vork altijd in je linker- en het mes in je rechterhand. Dessertbestek ligt altijd boven het bord.
Wat het gebruik van lepels betreft: in Nederland en andere westerse landen wordt de lepel gebruikt voor soep en desserts, en niet voor de warme maaltijd. Rijst of pasta met saus, salades, aardappels, vlees, groente: allemaal met mes en vork. Zo wordt er ook in restaurants gedekt. Geen lepels dus.