Aardbeienplant snoeien Na de oogst, rond midden juli, kun je de aardbeienplant gaan snoeien. Snoei de uitlopers en oud/ lelijk blad weg. Wanneer je bruine bladeren in de herfst ziet aan de plant, haal deze er niet af. De bladeren bieden bescherming voor de winter.
Kortdragende rassen kunt u direct na de oogst snoeien. Snoeien betekent in dit geval compleet afknippen tot 10-15 cm boven de grond. Zo voorkomt u dat u in het tweede jaar een te zware plant krijgt met teveel en te kleine aardbeien. Let op, na 1 augustus mag u niet meer snoeien!
Aan elke bloeistengel laat je maar 1 of 2 bloemetjes uitgroeien tot aardbeien. De plant kan dan groot en stevig worden voor het volgende jaar. Ook knip je consequent alle uitlopers weg: zodra je ze ziet en vóórdat er een plantje aankomt.
dek de planten die in de grond staan af met een stukje acryldoek of plastic folie. zet de bakken of potten op een plek waar het vorstvrij is of waar het minder hard vriest. is die mogelijkheid er niet, zorg dan in ieder geval dat de kluit niet uitdroogt. planten niet snoeien voor de winter!
Bij het snoeien van gekweekte aardbeien moet na de oogst de bladkroon rond het midden van de plant worden afgesneden. Het hart en de jonge scheuten mogen niet beschadigd worden. Op kleine schaal zijn een tuinschaar of een scherp mes geschikte snoeigereedschappen.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten.Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Als je houdt van sappige aardbeien, dan moet je je plant veel water geven. Vooral bij weinig regen moet je regelmatiger begieten. Toch mag de grond tussen de gietbeurten een beetje uitdrogen. Bij bijzonder heet zomerweer kunnen de bladeren van je aardbeienplant wat gaan hangen, ook al is de grond nog vochtig.
Waarom zie je vaak stro of worteldoek onder aardbeien liggen? Dat is om rot tegen te gaan. Aardbeienplanten groeien laag bij de grond en de aardbeien hangen dus nogal snel op de grond. Doordat je stro of worteldoek rondom je planten hebt, raken de aardbeien niet direct de grond.
Aardbeien afdekken
Kies wel een net met grotere gaten, zodat de overige bloemen, die nog niet bevrucht zijn, wel de kans krijgen om bevrucht te worden. Dit net plaats je, zodat de vogels er niet met de aardbeien vandoor gaan. Je zult zien dat ze zo weg zijn als ze rood kleuren door de zon.
Herplant ze, zorg dat alleen de wortels onder de grond zijn en geef ze voldoende water. Plant ze op een afstand van 30 cm in de rij en 60 cm tussen de rijen. Laat de aardbeien meedraaien in de vruchtwisseling. Zorg ervoor dat ze niet vaker dan een keer in de vier jaar op dezelfde plek komen.
Aardbeien planten kan tussen de maanden maart en augustus, de beste is maand is april. Als je ze in de volle grond zet, werk dan eerst compost door de bodem. Zet de aardbeien niet in de volle zon en zorg dat ze uit de wind staan. Zorg daarnaast voor een goede afwatering, want aardbeien houden niet van natte voeten.
Als je aan de voet van de plant kijkt, zie je 3 verschillende steeltjes; 1 ervan heeft meteen een blad, 1 ervan heeft een trosje met bloemen of misschien al aardbeien en 1 ervan is heel erg lang en heeft uiteindelijk een klein mini plantje. Dit is een uitloper, dus knip hem af bij de voet van de plant.
Eind van de lente of begin van de zomer maakt een aardbeiplant uitlopers boven de grond. Daar kun je stekken van nemen, de beste tijd om stekken te nemen is meestal midden augustus.
Omdat aardbeien planten door de tijd heen genomen minder productief worden, moet je je aardbeienplanten vervangen na twee tot drie jaar vervangen. Uiteraard kun je nieuwe kopen, maar je kunt ook zelf stekken nemen van je oude planten.
Extra voeding voor je aardbeien
In het vroege voorjaar (maart-april) krijgen je bestaande aardbeiplanten graag wat extra voeding.
Een aardbeiplant met veel bladeren, vruchten en bloemen heeft veel water per dag nodig. Eén pot vraagt ongeveer 1 tot 1,5 liter water per dag! De beste methode is om de eerste watergift in de vroege ochtend te geven en de laatste watergift aan het einde van de dag.
Aardbeien: knoflook, peterselie, prei, radijs, sla, spinazie, tijm, tomaten, uien, wortels. Andijvie: koolsoorten, prei, stokbonen, tomaat, venkel. Bieten: dille, erwten, knoflook, komkommer, koolsoorten, koriander, sla, uien.
Anderzijds kun je met goede buren veel voor de gezondheid van de grond en de aardbeien doen. Bonen, erwten, koolrabi en radijzen zijn ideale voorgangers. Bij combinatieteelt zijn groenten van prei tot spinazie en uien goede buren. Ook kruiden als komkommerkruid en bieslook hebben hun waarde bewezen.
Speel vals met zout en suiker
De suiker helpt om de aardbeien wat zoeter te maken, en zorgt voor een rode siroop, terwijl het zout alle smaak die wél in de aardbeien zit, naar boven brengt. Zo gebruiken we ook weleens zout om tomaten rijper te doen smaken. Probeer dit trucje gerust ook eens bij andere vruchten.
Aardbeienplanten houden namelijk wel van een plens water. De vruchten zelf bestaan tenslotte voor een groot deel uit water dus voor de vorming van mooie grote aardbeien is het nodig om bij droogte regelmatig te gieten. Als de planten te weinig water krijgen, zullen de vruchten logischerwijs kleiner blijven.
Een aardbei is eigenlijk de bloembodem van de bloem van een aardbeienplant. Op de buitenkant van de aardbei zitten allemaal pitjes. En in elk pitje zit een zaadje. Als zo een zaadje in de grond zou worden gestopt, zou er een aardbeiplant groeien.
Aardbeiplanten houden van een zonnig plekje! Half schaduw is ook geen probleem. Voor potten of bakken is half schaduw zelfs aan te raden omdat ze dan minder snel uitdrogen. Aardbeien rijpen ook in de schaduw, alleen duurt het dan wat langer.
Wanneer je je aardbeien niet wilt vermeerderen, is het beter de uitlopers regelmatig te verwijderen. Je doet dit simpelweg door de uitlopers af te knippen op circa 1 à 2 cm vanaf de plant. De uitlopers kosten de planten anders onnodig veel energie, waardoor de moederplant zwakker wordt.
Aardbeien stekken of vermeerderen
Kies een mooie moederplant met maximaal 3 uitlopers (verwijder desnoods de andere uitlopers). Vul een pot met potgrond en doe hier de stek met moederplant in. Je kunt de stek eventueel vastzetten met een klemmetje zodat de stek goed op zijn plaats blijft zitten.
Om hiervoor voldoende energie te hebben, hebben ze een regelmatige toevoer van voedingsstoffen nodig. Gebruik hiervoor een langdurig werkende meststof die je maar één maal per seizoen moet toepassen aan het begin van de vruchtvorming.