Eenzelfde effect vindt plaats in de winter en het voorjaar; vanaf 21 december tot aan 20 maart neemt de daglengte steeds sneller toe en de toename is het het snelst rond 20 maart. Vanaf 20 maart begint de toename van de daglengte af te remmen om uiteindelijk rond 20 juni geheel tot stilstand te komen.
Het gevolg is dat de zon bij het begin van de astronomische winter dagelijks iets later door het zuiden gaat, ongeveer een halve minuut per dag. En dat is precies wat we 's ochtends en 's avonds ook merken. Het tijdstip van zonsopgang komt iets later, het tijdstip van zonsondergang evenzeer.
Bijna vier minuten per dag: het gaat dus hard in deze periode. Maart is altijd de maand waarin er het meeste daglicht bijkomt. Tijdens de hele maand maart zullen we er in totaal 1 uur, 59 minuten en 39 seconden hebben bijgewonnen.
In de astronomische zomer worden de dagen korter, maar dat gaat in het begin maar heel langzaam. De dagen worden in maart zo'n 4 minuten per dag langer en het tempo waarmee het langer licht wordt bereikt jaarlijks op 20 of 21 maart het hoogtepunt.
En dus moet de aarde een stukje verder doordraaien om terug dezelfde positie t.o.v. de zon in te nemen. Lengen de dagen in de maand januari gestaag 1 tot 3 minuten per dag, als je meer naar het noorden gaat, verloopt het langer worden van de dagen veel spectaculairder.
Het moment dat de zon van richting lijkt te veranderen, valt in 2021 op 21 december om 16.59 uur. Dit is de officiële winterzonnewende. In 2022 valt de winterzonnewende op 21 december om 22.48 uur.
Dat is de nacht van 20/21 juni 2022.
De evenaar staat precies tussen het noordelijk en het zuidelijk halfrond in, dus moeten de dagen en de nachten daar wel even lang zijn. En in de buurt van de evenaar zijn de verschillen in daglengte veel kleiner dan bij ons.
De 'kortste' dag duurt 7:50 uur en de 'langste' 16:38 uur. Een flink verschil dus. De zon staat in de winter ook een stuk lager: momenteel is dat zo'n 15,18° boven de horizon.
Op 22 september komt de zon om 06:56 uur op en gaat hij om 19:05 uur onder. De zon staat 12 uur 9 min. boven de horizon (de daglengte). Op 22 september begint de astronomische ochtendschemering (eerste lichtstralen) om 05:28 uur en om 20:32 uur is het volledig donker (het einde van astronomische avondschemering).
Op hogere breedtegraden worden de dagen nog sneller korter!
Waar de dagen in Nederland begin augustus met zo'n 3:30 minuten per dag korter worden, gaat dat rond 23 september met ruim 4 minuten nog sneller.
Half-november begint het pas écht donker te worden en wordt het al rond 16:45 uur donker. Het tijdstip van zonsopkomst is ongeveer gelijk aan dat van 15 oktober. Dat komt doordat eind oktober de wintertijd in gaat. Op de donkerste dag van het jaar, 21 december, is het slechts zeven uur en drie kwartier licht.
Op het noordelijk halfrond van de aarde valt deze dag elk jaar rond 21 december en wordt hij winterpunt genoemd. Op het zuidelijk halfrond is het omgekeerd; daar valt de kortste dag omstreeks 21 juni.
Zoals we hierboven ook al aangaven is het op 21 december weer zover. Dan is het de kortste dag van 2021. In Amsterdam duurt deze dag 7 uur, 40 minuten en 40 seconden, en in Brussel 7 uur, 56 minuten en 18 seconden.
De kortste dag van het jaar (de winterzonnewende) is ongeveer 21 december. Dit houdt in dat in Reykjavík de zon rond 11.30 uur opkomt en rond 15.30 uur weer ondergaat. En naarmate je verder naar het noorden van IJsland gaat, wordt deze dag zelfs nog korter.
De zomerzonnewende, ook wel midzomer genoemd, is met 16 uur, 16 minuten en 47 seconden zonlicht, de langste dag op het noordelijke halfrond. Tijdens een schrikkeljaar valt deze dag op 20 Juni, anders bijna altijd op 21 Juni. De astronomische zomer start op deze dag en wordt in een aantal landen nog steeds gevierd.
Hoe dichter bij de Noordpool, hoe langer het in de zomer licht blijft. Echt 24 uur licht blijft het alleen vlak bij en ten noorden van de poolcirkel. Hoe verder je van de poolcirkel af bent, des te langer de nacht is. Dat verklaart ook het verschil tussen het noorden en zuiden van ons land.
Wanneer de lente is aangebroken zal het Noordelijk Halfrond zich geleidelijk meer naar de zon gaan toekeren, m.a.w. de zon kan het Noordelijk Halfrond per dag steeds meer gaan beschijnen. De hoek van de zon t.o.v. de aarde wijzigt ongeveer met 2 graden in 8 dagen tijd.
Wereldhumanismedag is een internationale feestdag en wordt gevierd op 21 juni, de langste dag van het jaar. Humanisten en humanistische organisaties komen bij elkaar voor lezingen, conferenties, picknicks en andere activiteiten. Ze vieren de waarden en idealen van het humanisme wereldwijd.
Rond 21 juni (bij het begin van de astronomische zomer) komt de zon op in het noordoosten (azimut 50°) en gaat onder in het noordwesten (azimut 310°). Zelfs in het holst van de (korte) zomernacht bevindt de zon zich in het noorden minder dan 18 graden onder de horizon.
En rond 21 juni kunnen we de zon bewonderen van circa 20 minuten over vijf tot vijf over tien 's avonds (Nederlandse zomertijd). Op 21 juni staat de zon om half twee 's middags (Ned. zomertijd) op maar liefst 61 graden boven de kim.