Een Formule 1-auto remt van 200 km/h naar stilstand over 54,5 meter, wat minder dan drie seconden duurt.
Formule 1-bolides accelereren in zo'n 2,6 seconden van 0 naar 100 kilometer per uur en bereiken in 10,6 seconden een snelheid van 300 kilometer per uur.
Van start tot finish oefent elke coureur een kracht uit van 41 ton op het rempedaal. En, hoewel minder dan in andere Grand Prix', betekent dit nog altijd dat zij elke minuut van de race 550 kg op de rem moeten trappen.
Remmen is een van de competitieve sterktes van een formule 1 wagen. De remschijven van Formule 1 wagens zijn van een koolstofvezel-versterkt composiet materiaal. De wrijvingscoëfficiënt tussen de pads en de remschijf kan oplopen tot 0.6 wanneer de remschijven op temperatuur zijn.
Wanneer de interne verbrandingsmotor wordt gecombineerd met de elektrische elementen komt het vermogen uit op ongeveer 1.000 pk. Het aantal toeren van de verbrandingsmotor ligt op 15.000 toeren per minuut. Beide getallen zijn dus significant hoger dan die van gewone straatauto's.
Hoewel de motor het kloppende hart van de auto is, zijn er nog een heel aantal andere onderdelen die onmisbaar zijn voor Formule 1-auto's. Zo wordt de motor gekoppeld aan een versnellingsbak: kosten hiervoor lopen vanaf 400.000 euro op tot rond de 800.000 euro.
Chassis, maar vooral motor en transmissie zijn de duurste onderdelen. De prijs voor elk van de drie toegelaten eenheden per seizoen wordt geraamd op ongeveer 10 miljoen euro. Wie de prijs van een huidige raceauto op 12 tot 15 miljoen schat, zit er dus niet ver naast.
De belasting op het rempedaal is hier 'slechts' 154 kg, bij een vertraging van 295 km/u naar 109 km/u.
Formule 1-wagens hebben namelijk geen antiblokkeersysteem (ABS) of tractie controle (TRC). Dit maakt de uitdaging voor de coureurs om het wapentuig te besturen aanzienlijk moeilijker.
In het uitlaatsysteem van de auto kunnen temperaturen van 1000 °C worden bereikt. Op snelheid zuigt het koelsysteem ongeveer 650 liter lucht per seconde door het systeem. Het brandstofverbruik ligt op een kleine 50 liter per 100 kilometer. In alle auto's bevindt de motor zich tussen de coureur en de achteras.
Die druk kan gedurende enkele seconden oplopen tot 4 a 5 G-krachten oftewel vier of vijfmaal het eigen lichaamsgewicht. Dat betekent dat de nek van Verstappen tientallen malen per wedstrijd een kracht van zo'n 25 kilo te verwerken krijgt: het gewicht van hoofd plus helm.
Eén G-kracht staat gelijk aan het lichaamsgewicht. "In het geval dat hij tachtig kilo weegt, kreeg zijn lichaam tijdens de klap ruim vierduizend kilo te verwerken", legt coureur Jan Lammers uit. "Zo'n crash als die van Verstappen gebeurt maar zelden. Het is een enorme impact."
Normaal gesproken ervaren Formule 1-coureurs in bochten, bij het aanremmen en het gas geven ongeveer 4 tot 6 G-krachten. Bij een crash zijn dit er echter plotseling veel meer, zoals je bij de crash van Verstappen wel kon zien. Hij kreeg namelijk te maken met 51 G.
Ze halen in 2,8 seconde de 100 kilometer per uur dankzij de 250 kilowatt aan kracht. Een Formule E-auto weegt zo'n 903 kilogram en dat ligt vooral aan de batterij die zo'n 385 kilo weegt. Die batterij gaat makkelijk een hele race mee: de races zijn ook wat korter dan die van de Formule 1: ze duren drie kwartier.
Aangezien het volume van brandstof afhankelijk is van de temperatuur en het F1-circuit ongeveer alle uithoeken van de wereld aandoet, rekenen ze in de F1-garages in kilo's, veel betrouwbaarder. Maar voor wie toch wil vergelijken: ongeveer 120-150 liter brandstof per race.
Met 1000 pk en een acceleratie van 0-200 kilometer per uur in slechts zes seconden is het een van de snelste auto's ter wereld.
Hoeveel pk heeft een Formule 1 auto? Hoeveel pk's iedere F1 auto precies heeft is niet bekend, maar aan een slordige 1.000 pk kan je zeker denken. Het minimale gewicht van de power unit is wel opgenomen in de reglementen: in 2021 is dat 150 kilo.
Het stuur is voorzien van een krachtige force feedback en kan tot 180 graden draaien.
Hybride motoren
De basis is nog steeds een verbrandingsmotor met zes cilinders van tezamen 1,6 liter inhoud, aangevuld met een turbo en een slimme elektromotor. Het geheel levert een maximaal vermogen van meer dan 900 pk. Het toerental van het motorblok is gelimiteerd op 15.000 per minuut.
Het stratencircuit van Baku kent het langste rechte stuk van alle Formule 1-circuits. In totaal telt de baan twintig bochten met soms zeer smalle stukken waar net één F1-bolide kan passeren. Toch is het een relatief snel circuit: de coureurs gaan gedurende 56 procent van race 'volgas'.
signaleert hoeveel remkracht elk wiel nodig heeft. Dit gebeurt in tegenstelling tot rally en race auto's automatisch. Remkrachtverdeler bepaalt hoeveel remkracht je voor en achter hebt.
In theorie is het antwoord: ja. De Formule 1 had enkele jaren geleden zelfs het volgende statement op de officiële website staan: "Een moderne Formule 1-auto is vanwege de downforce in staat om 3,5G te creëren, dat is drie en een half keer het eigen gewicht.
Niet gek als je weet dat een F1-bolide in een race van circa 300 kilometer 120 à 150 liter benzine verbruikt.
De heilige graal is en blijft toch wel de F1-wagen van Juan Manuel Fakito uit 1954. Deze prachtige wagen werd verkocht tijdens een veiling in 2013 en bracht meer dan 30 miljoen euro op. In dit scheurijzer werd de coureur voor de tweede keer kampioen. Het is vooralsnog de duurste F1-wagen ooit verkocht.
Eén set van vier banden kost dus ongeveer 1500 euro. De dertien sets die elke coureur mee moet nemen naar een Grand Prix-weekend leveren een totaalbedrag van 19.500 euro op, aangezien een team twee rijders heeft komt dat getal per raceweekend voor een Formule 1-renstal op 39.000 euro te liggen.