De overleving bij longkanker is slecht. Drie van de vier mensen met longkanker overlijdt binnen vijf jaar na het stellen van de diagnose. Deze informatie is gebaseerd op relatieve overlevingscijfers voor mensen die in de periode 2016-2020 zijn gediagnosticeerd met longkanker.
Ongeveer 1 op de 5 mensen met longkanker heeft kleincellige longkanker.Deze vorm van longkanker groeit heel snel. Ook verspreiden de kankercellen zich sneller door het lichaam dan niet-kleincellige kankercellen. Daarom is kleincellige longkanker bij de diagnose vaak al uitgezaaid.
Specifieke palliatieve behandelingen bij longkanker zijn palliatieve radiotherapie, palliatieve chemotherapie en immunotherapie. Naast fysieke zorg en symptoombestrijding, horen ook het psychologische-, sociale- en zingevingsdomein tot de zorg in de palliatieve fase.
Longkanker wordt vaak pas laat ontdekt en is daardoor moeilijk te genezen. De 5-jaarsoverleving voor longkanker is 27%.Na 10 jaar is nog maar 13% van de mensen in leven.
Over het algemeen gaan patiënten langzaam achteruit. Ze komen steeds minder uit bed, slapen een steeds groter deel van de dag en zijn de laatste uren tot dagen nauwelijks meer aanspreekbaar. Uiteindelijk glijden ze rustig weg. Wie in de allerlaatste fase veel klachten ervaart, kan ook kiezen voor palliatieve sedatie.
Longkanker zaait het vaakst uit naar de botten, lever en de andere long.
Hoe kan ik longkanker herkennen? Longkanker geeft vaak pas in een laat stadium symptomen. Veel voorkomende klachten zijn: lang aanhoudende prikkelhoest, bloedspoortjes ophoesten, kortademigheid, luchtweginfecties die niet overgaan en pijn op de borst.
Zeurende pijn in de borststreek, rug of in het gebied van de schouders. Achteruitgang van de lichamelijke conditie. Dit kan zich uiten in snelle vermoeidheid zonder aanwijsbare reden, gewichtsverlies en/of een gebrek aan eetlust.
Het aantal patiënten dat overlijdt aan alvleesklierkanker is groot en overtreft naar verwachting over ruim tien jaar de sterfte aan darmkanker of borstkanker. Dat blijkt uit gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie.
Pijn komt voor bij 45% van de patiënten met kanker in de laatste 1-2 weken voor het overlijden (Teunissen 2007).
Eerst vallen bijvoorbeeld de longen uit (ARDS) , gevolgd door lever, darmen, nieren en/of andere functies, zoals de bloedstolling.
Omdat het bloed zich meer en meer terugtrekt naar de borst- en buikholte, kunnen handen, armen, voeten, benen en neus koud aanvoelen. Op de benen kunnen paarsblauwe vlekken ontstaan. De gelaatskleur wordt grauw en bij de laatste ademtocht trekt de kleur helemaal uit het gezicht weg ('doods - bleek').
Klachten die het vaakst voorkomen bij longkanker: een hardnekkige of veranderende hoest. bloed in opgehoest slijm. kortademigheid.
Bij kleincellig longkanker wordt de ziekte vaak pas ontdekt, in een laat stadium, namelijk zogenaamd stadium 4. De ziekte is dan zo ver gevorderd dat genezing niet meer mogelijk is. Dan is alleen een palliatieve behandeling nog zinvol.
Chemo-immunotherapie of immunotherapie
Uitgezaaide longkanker behandelen we meestal met een combinatie van chemotherapie en immunotherapie of alleen met immunotherapie. Welke behandeling het meest geschikt is, hangt vooral af van een eiwitbepaling: PDL1. Patiënten krijgen de behandeling elke 2-3 weken via een infuus.
Van die 12.000 mensen is bij het stellen van de diagnose maar 50% in opzet genezend te behandelen. Van die 50% krijgt nog eens de helft in de jaren daarna uitzaaiingen. Meestal tussen twee en vijf jaar. Dat betekent dat ongeveer 80% van de patiënten met deze diagnose uiteindelijk overlijdt.
Hoe longkanker twintig jaar onopgemerkt in je lichaam kan sluimeren. Longkanker kan gedurende twintig jaar onopgemerkt aanwezig zijn in je lichaam voordat het muteert tot een agressieve ziekte, dat blijkt uit een nieuw Brits onderzoek.
Een beklemmend gevoel op de borst, piepende ademhaling of pijn bij het ademhalen komen ook voor. Je benauwd voelen is erg naar en kan eng zijn. Voor sommige mensen voelt het als (bijna) stikken. Als je iets wilt doen terwijl je benauwd bent, is dat vaak lastiger.
Hierdoor komen patiënten vaak (te) laat bij een arts en wordt de diagnose longkanker ook (te) laat gesteld. De meest voorkomende symptomen bij longkanker zijn: Een hardnekkige prikkelhoest, die langer dan 9 weken aanhoudt. Bloed in het opgehoeste slijm (zonder dat er een aanleiding voor is.
De meest voorkomende vorm van kanker met klachten van nachtelijk zweten is lymfoom.
Bij personen jonger dan 35 jaar komt longkanker weinig voor. Vanaf deze leeftijd stijgt het aantal nieuwe gevallen snel. In de leeftijdsgroep tot 70 jaar komt het iets meer voor bij vrouwen dan bij mannen.Onder 70-plussers is het aantal nieuwe gevallen relatief hoger bij mannen dan bij vrouwen.
KUN JE OP EEN GEWONE RÖNTGENFOTO VAN DE LONGEN ZIEN DAT IK ROOK? Antwoord: Nee, dat is in principe niet op een gewone foto te zien.
Het grootste deel van de patiënten (45 tot 95%) heeft eerst last van schouderpijn, die wordt veroorzaakt door ingroei in de plexus brachialis, pleura of eerste ribben. 4 De pijn kan uitstralen naar boven richting de nek, of naar beneden richting schouderblad, oksel, borst- kas of bovenarm.