Bevestig aan één van de contactpunten de stroom-aanvoerende bruine fasedraad (L) en aan het andere contactpunt de stroom-afvoerende blauwe nuldraad (N). Bevestig de geel/groene aardedraad aan de aardklem in het midden.
Blauw = Nuldraad Bruin = Fasedraad Zwart = Schakeldraad Geel/groen = Aarde draad. Zoals u kunt zien op het plaatje gaat de bruine draad naar de schakelaar en naar het stopcontact. De blauwe gaat naar de lamp en naar het stopcontact. De zwarte is de schakeldraad tussen de schakelaar en de lamp.
Is zeker mogelijk, je zult alleen de doos moeten voorzien van de juiste aders. Aarde (geel / groen), fase (bruin) en nul (blauw).
In vochtige ruimtes is de kans op lekstroom groter dan in droge ruimtes. Een tweepolige schakelaar zorgt ervoor dat het risico op eventuele lekstromen wordt uitgesloten. Gebruik bij voorkeur in vochtige ruimtes een tweepolige schakelaar. Zo maak je je woning weer een stukje veiliger.
Begin altijd bij de eerste schakelaar. Koppel de blauwe draad van de schakelaar en de blauwe draad die naar de lamp loopt aan elkaar. Vervolgens bevestig jij de resterende kabels aan de schroeven. De bruine fasedraad of zwarte schakeldraad koppel je aan het schroefje waar 'L1' boven staat.
De schakeldraad is zwart, deze wordt gebruikt om stroom vanaf een wandschakelaar naar het armatuur (de lamp). Sluit de zwarte draad aan op de bruine draad aan.
Bruin of zwart maakt niet uit. Ze mogen aan elkaar.
De bruine en blauwe draad kunt u zowel links als rechts aansluiten. Het is alleen wel van belang dat zowel de ingaande als uitgaande kabels van dezelfde kleur maar aan één kant zitten.
Voor gewone stopcontacten zijn draden met een diameter van 2,5mm² noodzakelijk. Voor schakelaars en lichtpunten volstaat een dikte van 1,5mm². Voor gemengde kringen gebruik je eveneens een draad van 2,5 mm².
Waar de schakelaar moet komen ziet u bij nieuwbouw een gat in de, meestal afgewerkte, muur waar twee draden uitsteken, een bruine draad (fasedraad of stroomvoerende draad) en een zwarte draad (schakel draad). De twee draden vormen een kring of cirkel met de lamp, het lichtpunt.
Wat is een geschakeld stopcontact? Een geschakeld of slim stopcontact is een stopcontact dat je kan bedienen via bijvoorbeeld een schakelaar, drukknop of je domotica systeem. Wanneer je kiest voor geschakelde stopcontacten, wordt het zelfs mogelijk om dat stopcontact vanop afstand via je smartphone te schakelen.
Het COM-contact is met name bij lichtschakelaars gewoonlijk gemarkeerd door: een afwijkende kleur van de aansluitklem. de letter P (van Parent), of L (van Live)
Specialist Elektra
Voor de werking maakt het niets uit. Maar de nul zit normaal op de schroefdraad van de fitting en de spanning op de stift, dit voorkomt dat je bij uitdraaien van een lamp onder spanning kan komen. Een aardlek kan altijd weigeren!
Fasedraad wordt met de letter 'L' aangeduid dat staat voor het Engelse woord 'live'. Er worden ook wel drie fasedraden gebruikt. Dan is de aanduiding L1, L2, L3 voor de verschillende schakeldraden. De afkorting 'N' staat voor het Engelse woord 'neutral'.
Bruin: Fasedraad (aanvoerdraad van de stroom) Blauw: Nuldraad (afvoerdraad van de stroom) Zwart: Schakeldraad om schakelaars mee te bedienen.
Er wordt vaak expliciet vermeld dat de rode kabel op de plus polen moet en de zwarte op de min polen. Maar waarom is dat zo? Beide kabels zien er (los van het kleurverschil) hetzelfde uit en het draad is in beide gevallen even dik.
De installatiedraden:
De kleur nuldraad (vaak aangeduid met N) was vroeger rood en is tegenwoordig blauw. De kleur aardedraad (vaak aangeduid met een “antenne”-symbool) was vroeger grijs en is tegenwoordig geel/groen. De zwarte schakeldraad en de blanke draad zijn gelijk gebleven.
Of u nu LED-verlichting moet aarden of niet, hangt dus enkel af op welke spanning uw LED-lamp dient aangesloten te worden: Een LED-lamp die werkt met een armatuur op 230 V dient wel aangeloten aan de aardingsgeleider. Een LED-lamp die werkt met een armatuur op 12 V dient niet aangeloten aan de aardingsgeleider."
Verbind de blauwe draden van de toekomende kabel en de vertrekkende kabel naar de lamp met elkaar door middel van rapidklemmen. Sluit de bruine of de zwarte toekomende draad op de diepste schroef van de schakelaar aan (L1). De zwarte of bruine draad naar de lamp sluit je aan op de schroef die nog vrij is (1).
Het verschil tussen een enkelpolige schakelaar en een dubbelpolige schakelaar is dat op een enkelpolige schakelaar een fasedraad en schakeldraad worden aangesloten en op een dubbelpolige schakeldraad wordt naast een fasedraad en schakeldraad ook nog een nuldraad aangesloten.
Met een serieschakelaar kun je vanaf één plek twee lampen of lampgroepen bedienen en met een dubbele wisselschakelaar kun je vanaf drie plekken twee lampen of twee lampgroepen bedienen.