Reflectievragen om terug te blikken
Wat maakte dat het een succes was? Welke eigenschappen en kwaliteiten heb je hiervoor ingezet? Wat heb je over jezelf geleerd? Op welk moment voelde je je het vrolijkst?
Reflectie op de onderzoeksuitkomsten
Hiervoor kun je de volgende vragen stellen: Bieden jouw resultaten voldoende inzicht om met relevante aanbevelingen te komen? In hoeverre voldoen de resultaten aan wat je had verwacht? Vind je dat de resultaten verrassend zijn of was het een open deur?
Zelfreflectie betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt. Je staat stil bij hoe je werkt door naar jezelf te kijken over een bepaalde periode. Je denkt daarbij na over de keuzes die je hebt gemaakt binnen je werk.
Het draait hierbij om het terugkijken op eigen ervaringen om daarvan te kunnen leren. Zelfreflecteren betekent dat je jezelf een spiegel voorhoudt om zo stil te staan bij hoe je bijvoorbeeld werkt, welke keuzes je daarbinnen maakt, welke vaardigheden je inzet en hoe dat voelt. Het draait bij reflectie altijd om jou.
De meestgebruikte methode om te reflecteren op je eigen handelen, bijvoorbeeld in een reflectieverslag, is de STARR-methode. STARR staat voor situatie, taak, actie, resultaat en reflectie. Als je de STARR-methode gebruikt, geef je antwoord op vragen over de situatie, taak, actie, het resultaat en de reflectie.
Daar liggen verschillende modellen aan ten grondslag. Zo zijn er bijvoorbeeld het spiraalmodel van Korthagen, het ui-model van Korthagen, het model van Kolb (1984), het reflectiemodel van Atkins en Murphy (1984), het model van Oelofsen (2012). Het overgrote deel van de reflectiemodellen is cyclisch.
In een reflectieverslag laat je zien wat je van je ervaringen hebt geleerd en wat voor invloed dat heeft op je denken en handelen. Je bespreekt je sterke en zwakke eigenschappen en je eigen ontwikkeling. Voor veel opleidingen schrijf je regelmatig een reflectieverslag; meestal na een stage of voor een assessment.
Reflectieve vragen hebben de bedoeling iemand te beïnvloeden, bijvoorbeeld door aannames en veronderstellingen aan de orde te stellen, opties te verkennen en der- gelijke. Daarbij is het uitgangspunt dat mensen door hun ervaringen (onbewust) veel meer weten dan ze denken te weten.
Om te reflecteren op je eigen handelingen, wordt vaak de STARR-methode gebruikt. Deze methode bestaat uit vijf onderdelen: situatie, taak, actie, resultaat en reflectie. Bij deze onderdelen uit de STARR-methode horen vragen die je laten nadenken over jouw rol binnen een gebeurtenis.
Een reflectieverslag begint meestal met een korte inleiding, gevolgd door de kern (waarin je de situaties beschrijft en analyseert, veelal middels de STARR-methode) en eindigt met de conclusies.
Je kunt op twee dingen terugkijken: het onderzoek dat je hebt gedaan – dit wordt meestal de 'discussie' genoemd; datgene wat je hebt geleerd van het hele scriptieproces – dit heet meestal de 'reflectie'.
Wat is jouw rol of verantwoordelijkheid? Wat is jouw doel? Resultaat Wat is het resultaat van jouw handelen? Aanpak Hoe heb je dat aangepakt in die situatie? (De examinator bevraagt letterlijk het criterium binnen het werkproces.)
Bij reflectie gaat het om het beschrijven van een situatie: een casus waarin niet het verhaal van de cliënt centraal staat, maar waar de casus een (kern)schets is van jóuw vraag, jouw dilemma, jouw worsteling. Hier onderzoek en achterhaal je jouw vraag en jouw gedrag, jouw motieven en drempels.
Reflectie helpt bij het vergroten van zelfkennis, het ontwikkelen van een adequate attitude en vaardigheden en het construeren van nieuwe kennis en deze integreren in het eigen handelen. Zo blijf je leren en je handelen verbeteren.
Evalueren is: iets beschrijven op gedragsniveau, iets beschrijven over dat ene geval dat je hebt meegemaakt (en dus niet breder trekken naar andere situaties). Reflecteren is: de opvattingen en aannames die onder je gedrag liggen naar voren brengen.
Waarom is dat soms zo moeilijk? Wanneer je vrijuit reflecteert, is het heel makkelijk om net even te lief te zijn voor jezelf. Misschien komt er wel een kritische doorvraag-vraag bij je op, maar het is heel makkelijk om jezelf voor de gek te houden en de moeilijke vragen te ontwijken.
Een vaardigheid betekent dat je reflecteren op jezelf kan leren. Door regelmatig te reflecteren op je eigen handelen (en daar ook acties aan te koppelen!) ben je in staat om jezelf te ontwikkelen en je gedrag en prestaties te verbeteren.
Het is een proces van bewustwording. Vaak vindt reflectie plaats na een bepaalde ervaring. Je leert van ervaringen als je erover reflecteert. Door reflectie bekijk je of je aannames, vooronderstellingen en zienswijzen de juiste zijn of dat je zaken ook anders kunt zien, waardoor deze zaken veranderen.