meestal stelt een verzekering dat je niet mag rijden rond windkracht 7 of hoger: "Het rijden met de caravan bij storm, waaronder wordt verstaan wind met een snelheid van 14 meter per seconde of meer".
Sluit ramen en deuren waar de wind op staat. Zet luiken goed vast. Haal tuinmeubelen of andere losse buitenspullen naar binnen of zet ze goed vast. Zet je auto op een veilige plek: uit de wind en uit de buurt van schuttingen en bomen.
4: Matige wind (20-28 km/uur) 5: Vrij krachtige wind (29-38 km/uur) 6: Krachtige wind (39-49 km/uur) 7: Zeer krachtige wind (50-61 km/uur)
bij sterke zijwind je snelheid aan te passen, in een lagere versnelling gaan rijden en gas terugnemen. Let op: niet te veel gas terugnemen, want snelheid stabiliseert je motor (gyroscopische krachten) niet onnodig in te halen. Een sterke rukwind kan jou of andere bestuurders opzij blazen.
Men spreekt van een windstoot als er een snelheid van 50 km/p uur wordt bereikt. Bij 75 km/p uur volgt er een waarschuwing voor 'zware windstoten'.Bij meer dan 100 km/p uur een waarschuwing voor 'zeer zware windstoten' Windstoten ontwikkelen zich rondom buien, ze kunnen plots toeslaan en van windrichting veranderen.
Morgenochtend is het vrij zonnig en de wind, die uit het westen komt, is matig, aan zee (vrij) krachtig, windkracht 5 tot 6. Morgenmiddag neemt de bewolking toe en gaat het regenen, het eerst in het zuidwesten, het laatst in het noordoosten.
Wanneer er teveel wind staat hangt onder meer af van het gebied waar je vaart, de exacte windkracht en richting, het type boot en de ervaring van de bemanning. Enkele dingen vallen ons echter wel op. Voor zeilboten is er tussen de windkracht nul en twee niet zoveel te beleven. Windkracht 3 tot 5 is ideaal.
Houd meer afstand
Als je in een storm rijdt, of het waait hard, dan kan je voorligger iets onverwachts doen. Of er ligt iets op de weg. Zorg meer afstand te houden zodat je beter kunt reageren.
Werken vanaf windracht 6 gevaarlijk
Hoewel windkracht 5 al voor extra risico's op de werkplek kan zorgen, staan in het Arbobesluit alleen grenswaarden voor werken in koud en warm weer en niet voor werken in harde wind en storm.
Door flinke windvlagen kan een tak afbreken of een volledige boom omwaaien. Zij kunnen een auto volledig verpletteren. Schade door noodweer is lang niet altijd verzekerd. Parkeer daarom je auto niet onder een boom en let extra goed op als je over wegen rijdt waar bomen langs staan.
3 Bft – matige wind – 7 tot 10 knopen – Kleine brekende golfjes met schuimkopjes op zee; IJssel- en Markermeer kleine golfjes.
Beaufort en de gevolgen
De meest voorkomende windkrachten liggen in Nederland tussen de 2 Bft (zwakke wind) en 5 Bft ( vrij krachtige wind). Windkracht 5: bladeren van bomen ruisen en kleine bomen bewegen, vuilnisbakken waaien om. Windkracht 6: dikke takken bewegen, paraplu's waaien kapot en hoeden waaien af.
Voor sommigen kan windkracht 3 of 4 al te zwaar zijn voor het fietsen, anderen ervaren pas problemen bij windkracht 7 of 8. Blijf bij twijfel thuis en kies een ander moment om te gaan fietsen.
Met elke wind kan je fietsen.
Dat zorgt voor gigantisch veel energie in de atmosfeer. In IJmond raast de storm het hardst. Hier is windkracht 11 gemeten met windstoten van meer dan 145 kilometer per uur. In de rest van de provincie zijn ook meerdere windstoten van boven de 131 kilometer gemeten.
Vliegtuigen hebben in weinig last van de wind als ze eenmaal in de lucht zitten. Het grote probleem doet zich voor als vliegtuigen moeten opstijgen en landen. Hier speelt vooral de windrichting een rol. Bij windkracht 6 kunnen vliegtuigen prima landen zolang ze tegen de wind in landen.
Op Barrow Island, een eiland bij het noordwesten van Australië, werd de meest krachtige windstoot ooit ter wereld gemeten. Op 10 april 1996 trok de tropische cycloon Olivia over het eiland en haalde de wind uit naar een bizarre 408 km/uur.
Het is bewolkt en het blijft nog een tijd droog. De zuidwestenwind neemt toe en wordt vrij krachtig tot krachtig. In de kustgebieden gaat het hard waaien en aan de noordwestkust wordt de wind stormachtig met zware windstoten van 80 km/uur. De temperatuur gaat nog een graadje omhoog.
De hoogwerker mag niet gebruikt worden op een scheve ondergrond. De grens ligt bij 5 graden. De hoogwerker mag niet worden gebruikt bij windsnelheden hoger dan 13,6 meter per seconde; dit is gelijk aan windkracht 6. Bij opkomend onweer moet het werken in de hoogwerker direct gestaakt worden.
Heel vaak worden die twee met elkaar verward. Als de wind bijvoorbeeld gedurende 10 minuten waait met een gemiddelde snelheid van 70 km/uur met pieken tot meer dan 120 km/uur, is er geen sprake van windkracht 12 (orkaan), maar van windkracht 8 (stormachtige wind) met windstoten van 120 km/uur. Veel wordt vernield.