Op land is een schreeuw tot op ongeveer 800 meter afstand te horen, maar een schreeuw onder water kan 80 kilometer verder nog wel gehoord worden. Het gezang van walvissen draagt nog verder en is honderden en in open zee zelfs duizenden kilometers van de bron te vernemen.
Walvissen kunnen over zeer grote afstanden communiceren. Vanwege het beperkte blikveld in het water, zijn deze dieren voor hun communicatie erg afhankelijk van geluid. Geluid verplaatst zich bovendien 4 keer zo snel in water als in lucht. Mannetjesbultruggen produceren “walvisliederen” die wel 30 minuten kunnen duren.
Blauwe vinvissen produceren een van de luidste vocalisatie van alle walvissoorten, waarbij hun geluidsgolven honderden kilometers onder water kunnen afleggen om door een andere walvis te worden gehoord. Sommige baleinwalvissen, waaronder de blauwe vinvis en de bultrug, zingen complexe liederen om te communiceren.
Walvisgezang is het geluid dat door walvissen wordt voortgebracht om te communiceren. Het woord "gezang" wordt in het bijzonder gebruikt om het patroon van voorspelbare en herhaalde geluiden te beschrijven die door bepaalde soorten walvissen (in het bijzonder de bultrug) worden geproduceerd.
Ze slapen rechtop. Voor het eerst hebben wetenschappers slapende walvissen gezien. Tot nu toe dacht iedereen dat walvissen nooit echt sliepen. De ene helft van hun hersenen zou wakker zijn, terwijl de andere rustte.
Walvissen kunnen goed horen. Geluid reikt onder water ver en tot wel vier keer sneller dan op land. Met behulp van echolocatie (ook wel 'sonar' genoemd), sporen tandwalvissen (zoals bruinvissen, dolfijnen en potvissen) hun prooi op en vinden ze de weg in de donkere zee.
In de zeldzame gevallen dat een mens in de bek van een walvis terechtkomt, gaat dat bijna zeker per ongeluk. Walvissen eten namelijk geen mensen. Tandwalvissen, zoals potvissen, hebben tanden en eten onder meer inktvis en vis.
Per keer krijgt een walvis één jong. Een walvisjong noem je een kalf. En het mannetje heet stier, en het vrouwtje koe.
Dolfijnen: niet zien maar horen
Ze gebruiken het om elkaar te roepen. Om eten te kunnen vinden gebruiken dolfijnen hun oren in plaats van hun ogen. Vanuit hun kop kunnen dolfijnen hoge pieptonen uitzenden die weerkaatsen tegen bijvoorbeeld een vis. De weerkaatsing wordt weer opgevangen in de onderkaak van de dolfijn.
Dolfijnen kunnen heel goed met elkaar communiceren door middel van fluittonen. Net als mensen, bezit elke dolfijn over een unieke toon. Zo weten ze dus precies wie spreekt, en op welke afstand deze dolfijn zich bevindt. Dolfijnen gebruiken naast verbale communicatie ook lichaamstaal om met elkaar te communiceren.
"Mannetjes doen het vaak om vrouwtjes te imponeren, maar voor andere situaties zijn er hypotheses die evengoed waar kunnen zijn. Huidparasieten verwijderen, een manier van communicatie, of gewoon omdat ze het leuk vinden.
Bultruggen populair bij walvistoerisme
Eigenlijk best gevaarlijk, want een enkele bultrug weegt doorgaans niet alleen tussen de 25 en 30 ton, het dier kan in theorie ook gemakkelijk met een van haar borstvinnen een duiker knock-out slaan.
Dat is de blauwe vinvis, die kan geluiden maken tot wel 180 decibel. De geluiden kunnen zelfs 800 kilometer verder nog worden waargenomen. De blauwe vinvis is niet alleen de winnaar van de hardste geluidencompetitie, het is ook nog eens het grootste dier ter wereld.
Walvissen hebben kleine ogen en kunnen niet goed zien. Dat is geen probleem voor walvissen omdat ze vaak in donker water zwemmen. De kleine ogen van de blauwe vinvis zitten achter de bek. Walvissen zijn gewend om in donder water te leven waar ze voorwerpen pas op een afstand van een paar meter kunnen zien.
De walvis staat bekend om zijn massieve grootte, maar ook zijn intelligentie is heel indrukwekkend! Zo weten walvissen over enorme afstanden met elkaar te communiceren en hun activiteiten te coördineren, zowel zelfstandig als in groepsverband.
De kleinste walvisachtigen zijn de Nieuw-Zeelandse Hector- dolfijn en de Vaquita-bruinvis, beide meten maximaal 1,50 m: iets kleiner dan de bruinvis.
De grootste walvissen hebben geen natuurlijke vijanden, maar de kleine walvissen, de jonge of gewonde wel. Zij moeten opletten voor orka's en grote haaien.
Vis in het boek Jona 2
Jahwe zond een grote vis om Jona te verzwelgen. En Jona zat in de buik van de vis, drie dagen en drie nachten en hij bad tot God. Toen sprak Jahwe tot de vis en de vis spuwde Jona op het droge.
"Het vlees van de walvis wordt vernietigd in een verbrandingsoven. Botten gaan naar Naturalis. Het team neemt ook weefsels mee, zoals spieren, lever, nieren en het hart. Die worden voor onderzoek naar de Universiteit Utrecht gebracht."
Eten met tanden of zeven
Ze hebben een enorme bek zonder tanden, maar met baleinen. Dat zijn hoornplaten die in rijen aan het gehemelte van de bovenkaak hangen. Met die baleinen zeven de walvissen hun voedsel uit het water.
Walvissen kunnen inderdaad zeewater drinken. Ze moeten het overtollige zout uitscheiden via de urine. Daarbij is het belangrijk om het zout sterk te kunnen concentreren. Daarvoor hebben ze aanpassingen ondergaan ter hoogte van hun nieren, die ook relatief tot lichaamsgewicht groter zijn dan bij landzoogdieren.
In tegenstelling tot de meeste andere zoogdieren kunnen walvissen niet ademen door hun mond. Hun luchtpijp is echter verbonden met hun blaasgat; walvissen kunnen zo hun mond open doen onder water zonder te verdrinken. De meeste walvissen kunnen hun adem 7-30 minuten inhouden, potvissen zelfs tot wel 2 uur.