Tussen begin april en begin mei legt het vrouwtje 4-12 eieren (gemiddeld 8-9). Ze moet ongeveer twee weken broeden voor de eieren uitkomen. Daarna verblijven de jongen nog ongeveer 19 dagen in het
Normaliter slaapt het vrouwtje rond die tijd al. Op de 20e of 21e dag vanaf de geboorte vliegen de mezen normaal gesproken uit. Er zijn uitzonderingen bekend waarbij de jongen na 25 of 26 dagen pas uitvlogen. Jonge mezen zullen een dag of 3 voor uitvliegen al door de vliegopening naar buiten kijken.
'S nachts slapen koolmezen namelijk het liefst in de nestkasten als deze beschikbaar zijn, en dat doen ze individueel. Zodra de koolmees wordt verstoord, zal hij de nestkast verlaten. Koolmezen zijn namelijk meesters in het vinden van een comfortabele plek om te overnachten, maar zijn daarom ook erg kieskeurig.
De gemiddelde levensduur van een koolmees in goede levensomstandigheden bedraagt ongeveer 10 jaar. De oudste geringde en geregistreerde koolmees werd 15 jaar oud maar de schatting is dat ook een leeftijd van 22 jaar gehaald kan worden.
Mezen blijven altijd lang weg van hun nest. Het hoort bij de strategie van kleine zangvogels.Die willen namelijk graag dat al hun eitjes in één keer uitkomen. En soms leggen ze wel tot 16 eitjes!
Tussen begin april en begin mei legt het vrouwtje 4-12 eieren (gemiddeld 8-9). Ze moet ongeveer twee weken broeden voor de eieren uitkomen. Daarna verblijven de jongen nog ongeveer 19 dagen in het nest voordat ze uitvliegen. De ouders zijn gedurende die tijd erg druk met het aanslepen van voedsel voor de jongen.
Verwijder of beschadig een nest alleen als dat mag. De regel is simpel: het mag als het nest verlaten is én van een vogelsoort die elk jaar een nieuw nest of hol bouwt. Een vogelnest van bijvoorbeeld een zwaluw, die elk jaar terugkeert op het nest, mag u niet verwijderen.
Het lijken misschien steeds dezelfde individuen, maar gedurende de winter zoeken koolmezen voedsel in groepen die van samenstelling kunnen wisselen. 's Nachts slapen de koolmezen individueel in nestkasten, indien die beschikbaar zijn. Zolang een koolmees niet verstoord wordt zal hij deze nestkast blijven gebruiken.
De koolmees is een zeer actieve en nieuwsgierige vogel. Ze leven in losse familie groepjes en verdedigen geen echt territoria, maar wel de directe omgeving van hun nest tegen indringers.
De koolmees heeft heel wat natuurlijke vijanden, zoals katten en marters. Maar ook verschillende roofvogels zoals de uil en de valk lusten wel een koolmees. Maar voor koolmezen is de sperwer de meest gevaarlijke vijand. De sperwer vliegt vaak rond bij tuinen, de plek waar de koolmees graag vertoeft.
Koolmees houdt huis
Want ook onze vliegende vrienden gaan in hun huisje aan de slag als de lente losbarst. Kijk maar eens naar onze koolmees. De opening van het huisje blieft haar niet, dus gaat ze driftig tikken om het wat groter te maken.
De concurrentie is groot en in zo'n geval zien veel vogels af van een tweede legsel.” Ook het broedhabitat is van belang. Koolmezen in dennenbossen hebben vaker een tweede legsel dan in loofbossen.
Vogels hebben voedsel nodig om te overleven, dus als er in de omgeving geen voedsel is, zullen ze waarschijnlijk niet naar een vogelhuisje komen. Het kan dus helpen om in de omgeving van je vogelhuisje extra vogelvoer aan te bieden.
Omdat de meeste soorten meerdere legsels per zomerseizoen hebben, kunt u het beste wachten tot het najaar. Zo voorkomt u dat u een laat legsel verstoort. Verwijder het nestmateriaal en maak de nestkast schoon met heet water en een borstel.
De mannetjes en vrouwtjes zijn vrij simpel uit elkaar te houden: het mannetje heeft een gitzwarte brede buikstreep die ook wel stropdas wordt genoemd. Het vrouwtje juist een smalle, soms onderbroken donkerbruine buikstreep, met een wat valere gele buik.
De koolmees eet in het broedseizoen vooral insecten, spinnen, larven en rupsen. In het najaar en de winter schakelen ze over op olierijke zaden (vooral beukennootjes), vet en vruchten die ze in jouw tuin kunnen vinden.
Niet in de volle zon, dus liever niet op het zuiden. Beschut tegen de wind. De invliegopening kan het beste op het noordoosten zijn gericht, want de wind komt in Nederland vaak uit het zuidwesten. Een vrije en veilige aanvliegroute is belangrijk.
De koolmees vertelt je om niet in je zorgen te verdwalen en je energie hoog te houden. Doe elke dag iets waar jij blij van wordt en waarbij je in contact komt met jezelf, al is het iets kleins als een rondje wandelen. Sta elke dag even stil, gewoon op straat of in de kamer.
Voedsel. Rupsen, andere kleine insecten (tot circa 1 cm lengte), beukennootjes en andere zaden. Koolmezen zijn ook vaak te vinden op voedertafels, zeker wanneer pinda's en zonnebloempitten worden gevoerd.
Overdag vormen de koolmezen groepjes (vaak met andere soorten mezen, boomkruipers en goudhaantjes) en verplaatsen ze zich door het bos. Net voor zonsondergang gaan de koolmezen terug naar hun eigen nestkast om daar te slapen.
Wanneer de meesjes zelf eten kunnen vinden zullen de ouders ze eerst ook nog deels bijvoeden. Na 2 a 3 weken zullen de jongen mezen verder van hun geboortegrond wegvliegen en zelf hun eten zoeken, hierbij zal in het begin nog wel vaker bij volwassen koolmezen worden gebietst.
Voor velen heet een jong van vogels gewoon een vogeltje, maar net als bij de jongen van andere dieren hebben vogeljongen een aparte benaming. Het zijn niet zomaar “baby vogels”. De jongen van een vogel worden “kuikens” genoemd.
Antwoord: Het is niet aan te raden om in het kastje te kijken, zeker als u regelmatig activiteiten ziet in en om het nestkastje. Ook al denkt u dat de vogel niet in de buurt is, kan het toch verstoring opleveren, stel dat u bezig bent met de nestkast en vogel komt net terug om de kast weer in te gaan.
Nadat vogels zijn verjaagd, keren ze vrijwel altijd terug naar hun nest en gaan ze weer verder met broeden zodra het gevaar geweken is.
Veel koolmezen in Nederland
Ze zijn namelijk makkelijk als het gaat om een leefomgeving vinden en hebben het prima naar hun zin in het park, bosjes of tuinen. Ze verblijven graag in eiken- en beukenbossen. In gebieden waar bomen staan en tuinen waar groenvoorzieningen zijn, zie je praktisch altijd wel koolmezen.