De levensverwachting van mensen die lijden aan een ernstige psychische stoornis, zoals schizofrenie, zware depressie of een bipolaire stoornis, is tien tot vijftien jaar korter dan gemiddeld, zo blijkt uit een Brits onderzoek. Zij sterven relatief vaak al op vroege leeftijd aan kanker of hartfalen.
Bij een bipolaire stoornis heeft u manische periodes en depressieve periodes. Tussendoor zijn er periodes waarin u zich normaal voelt. U bent veel actiever en opgewekter dan u gewend bent. U wordt snel boos als iets niet gaat zoals u het wilt.
Een bipolaire stoornis is een ernstige psychische aandoening die niet vanzelf overgaat en voorkomt bij 1 tot 2 procent van de Nederlandse bevolking.
Een bipolaire stoornis is niet te genezen, maar met medicijnen en therapie worden de klachten verminderd. De extreme stemmingswisselingen van manie en depressie nemen af en worden soms zelfs voorkomen. Dat gebeurt door een combinatie van: medicijnen.
Zonder behandeling gaan beide stoornissen meestal vanzelf over, maar vooral depressies kunnen vele maanden, soms zelfs jaren voortduren. Bij een manie kunt u lichamelijk helemaal uitgeput raken. Dat kan soms levensgevaarlijk zijn. Een depressie is een belangrijke oorzaak van zelfmoordpogingen en zelfmoord.
Probeer niet de therapeut te zijn voor de persoon met een bipolaire stoornis, maar wel een vriend of vriendin. Je kan je bezorgdheid uiten, bijvoorbeeld door gewoon te vragen: ”Hoe gaat het?” Of door je eigen zorgen te benoemen: “Ik maak me toch een beetje ongerust …”.
Een manie kan door allerlei factoren worden uitgelokt, maar het meest bekend is een gebrek aan slaap. Dat is vaak ook een eerste teken van manie: niet meer kunnen slapen omdat je hoofd niet stil wordt. Veel actiever worden dan bij je past is ook zo'n signaal, en niet stoppen met praten.
Een bipolaire stoornis heeft veel weg van een borderline stoornis, maar de twee persoonlijkheidsstoornis zijn wel verschillend. Een van de grootste verschillen is dat bij een bipolaire stoornis de stemmingsveranderingen een stuk langer duren (weken tot maanden) dan bij een borderline stoornis (uren tot dagen).
Heeft u een manische periode, dan krijgt u medicijnen om de klachten te verminderen en om te voorkómen dat u zichzelf iets aandoet: U krijgt antipsychotica. Als dat niet voldoende helpt, krijgt u er misschien lithium of een ander medicijn bij dat uw stemming stabieler maakt (stemmingsstabilisator).
een type 1-stoornis wordt gekenmerkt door manische, depressieve en gemengde periodes. een type 2-stoornis wordt gekenmerkt door hypomane en depressieve periodes.
Zorg dat u actuele, betrouwbare informatie heeft over de bipolaire stoornis en de mogelijke gevolgen. De stemmingswisselingen en het bijbehorende gedrag komen voort uit de stoornis. Probeer de gebeurtenissen niet op uzelf te betrekken. Het feit dat u de stoornis erkent, betekent niet dat u alles hoeft te accepteren.
De meeste mensen hebben vaker en langer depressieve episodes dan manische episodes. Een manische episode duurt – zonder behandeling – gemiddeld twee maanden. Depressieve episodes gemiddeld twee tot vijf maanden (soms veel langer), en een gemengde episode duurt gemiddeld vijf tot twaalf maanden.
Als lithium niet goed werkt of te veel bijwerkingen veroorzaakt, wordt vaak carbamazepine voorgeschreven. Dit middel heeft hetzelfde effect als lithium: het helpt tegen ernstige stemmingsschommelingen. De voornaamste bijwerkingen zijn: duizeligheid, sufheid, moeheid en misselijkheid.
Stel je eigen persoonlijke grenzen en zorg goed voor jezelf. Zoek steun voor jezelf bij begrijpende vrienden, lotgenoten of je huisarts. Volg samen met je dierbare een psycho-educatiecursus (kijk op www.plusminus.nl of informeer bij de ggz instelling in je omgeving). Vraag de ander niet om de knop om te draaien.
Een bipolaire stoornis wordt behandeld door of in overleg met een specialistisch team. Bij een ernstige manische episode zijn haloperidol, olanzapine, quetiapine of risperidon de middelen van eerste keus.
Mensen met borderline hebben vaak weinig zelfvertrouwen en een negatief zelfbeeld. Ze zijn buitengewoon gevoelig voor opmerkingen die ze als kritiek ervaren. Ze twijfelen constant over wat ze zullen aanpakken en wat ze met hun leven willen. Mensen met borderline kunnen momenten van vervreemding hebben.
Manipulatie wordt gebruikt om toch haar/zijn zin te krijgen. Een voorbeeld daarvan is het verwijt: 'Als je dit niet voor me over hebt (of kunt doen), wat stelt onze vriendschap dan nog voor?' Die manipulatie en wisselende stemmingen zijn er vaak de oorzaak van dat relaties niet lang standhouden.
Een bipolaire stoornis type II wordt gesteld als iemand tenminste een keer een hypomanie heeft doorgemaakt, en een keer een depressieve episode, en nog nooit een manische episode heeft doorgemaakt.
Een bipolaire stoornis kent veel verschillende symptomen, omdat deze stemmingsstoornis twee 'polen' heeft. Bij een manische periode overheersen kenmerken als uitgelatenheid en opgewonden zijn, terwijl bij een depressie een gevoel van somberheid sterk aanwezig is.
Waarschijnlijk openbaart zich een bipolaire stoornis bij 10% van de mensen na het 50ste levensjaar. Dit hoofdstuk gaat over patiënten ouder dan 60 jaar met een bipolaire stoornis.
Bipolaire stoornis en alcohol. Alcoholmisbruik in combinatie met een bipolaire stoornis komt vaak voor. Enerzijds wordt alcohol soms gebruikt als een poging om de stemming te reguleren. Anderzijds kan overmatig drinken ook een manische of depressieve periode uitlokken.
Het is nog niet bekend hoe een bipolaire stoornis ontstaat. Wel zijn er bepaalde omstandigheden bekend, waarin je meer risico loopt op een manische depressie. Het gaat meestal om een combinatie van biologische, sociale en psychologische factoren. De stemmingsstoornis komt evenveel voor bij mannen als bij vrouwen.
Wat zijn kenmerken van bipolariteit? Kenmerken van een bipolaire stoornis kunnen heel verschillend zijn, deze stemmingsstoornis kent namelijk twee 'polen' van manie en depressie. Bij een manie ben je uitgelaten, hyperactief, niet te stuiten. Bij een depressie juist somber, heb je nergens interesse meer in.
De bipolaire stoornis is bij kinderen (tot 12 jaar) vooralsnog een omstreden diagnose (Leibenluft, 2011). De stoornis is moeilijk te diagnosticeren en nauwelijks te onderscheiden van veel andere op de kinderleeftijd voorkomende stoornissen.