De Zwarte Dood – leven en sterven met de pest in de middeleeuwen. Onderzoeken van gewone 15e-eeuwse inwoners van Engeland laten zien dat mensen die eenmaal de 20 hadden gehaald, konden verwachten nog 21 tot 28 jaar te leven. Middeleeuwse teksten duiden erop dat iedereen boven de 50 als oudere werd gezien.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag. Dat leidt vaak ook tot het idee dat je als je begin dertig was, al erg 'oud' was en het einde van je leven al in zicht kwam. Dit is echter niet helemaal waar.
„Toen was de levensverwachting bij geboorte gemiddeld ongeveer 28 tot 32 jaar. In de eerste helft van de zeventiende eeuw was die vermoedelijk lager, want toen waren er nog regelmatig grote pestepidemieën die soms tien tot twintig procent van de bevolking wegvaagden”, aldus de onderzoekers.
Middeleeuwen. De periode van de middeleeuwen liep van het jaar 500 tot 1500. De agrarische economie was kenmerkend voor deze periode. In de middeleeuwen werden de mensen gemiddeld 25 jaar oud.
levensverwachting in observatiejaren
Mannen werden in de jaren 1827–1828 gemiddeld 36,6 jaar, vrouwen 39,5 jaar; in 1840–1851 respectievelijk 36,1 en 38,5 jaar.
In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde. Hoe de mensheid die sprong vooruit maakte, is nog niet helemaal duidelijk.
Op basis van die gegevens was de gemiddelde levensduur 25 jaar. Maar dat werd beinvloed door 2 pestepidemie en natuurlijk door de relatief hoge kindersterfte in die tijd.
De levensverwachting stijgt van 81,5 jaar in 2015 naar bijna 86 jaar in 2040. De kans om heel oud te worden neemt flink toe. Het aantal mensen van 100 jaar en ouder zal tussen nu en 2040 bijna verviervoudigen.
In 1950 bedroeg de gemiddelde levensverwachting bij geboorte in Nederland 71 jaar; in 2015 was die verwachting opgeklommen tot 81 jaar. De groei van de levensverwachting is vooral te danken aan medische vooruitgang, betere voeding, minder roken, gezondere woningen en betere werkomstandigheden.
Sterke stijging levensverwachting in 20e eeuw
In 1900 was de levensverwachting bij geboorte voor mannen slechts 48 jaar. Dit betekent evenwel niet dat de meeste mannen hun 50e verjaardag niet haalden. Het gemiddelde was vooral zo laag door de zuigelingensterfte.
Er zijn 2 618 874 mensen van 65 tot 80 jaar, en 838 661 80-plussers. Vrouwen worden gemiddeld ouder dan mannen, in de hoogste leeftijdsgroepen zijn ze dan ook oververtegenwoordigd. Zo zijn er 93 943 vrouwen en 37 786 mannen van 90 jaar of ouder.
Slechts een paar huizen in het dorp of eentje bij een rijke boer. Ook het kasteel en de kerk waren natuurlijk al van steen. In huis hadden de mensen maar weinig bezittingen. Een bed, wat kookgerei (koper en tin), een paar borden, soms een paar stoelen.
Levensverwachting wereldwijd
De toename van de levensverwachting tussen 2000 en 2015 was het grootst in Afrika. In 2015 is de levensverwachting van vrouwen in Japan het hoogste, namelijk 86,8 jaar. In Zwitserland is de levensverwachting voor mannen het hoogste met 81,3 jaar.
Vrouwen leven langer dan mannen…
De levensverwachting van vrouwen is hoger dan die van mannen: 83,6 jaar tegen 80,5 jaar in 2019. Doordat bij mannen de levensverwachting tussen 2001 en 2019 sterker is gestegen dan die van vrouwen, is het verschil wel kleiner geworden (zie ook m/v-stat).
In de prehistorie woonden mensen in zelfgemaakte hutjes of in grotten. Mannen jaagden op bijvoorbeeld mammoeten en rendieren voor vlees. En vrouwen verzamelden bessen, vruchten, noten, knollen, wortels en bladgroenten die je kon eten. Daarom noem je de mensen die toen leefden jager-verzamelaars.
Levensverwachting voor mannen 79,7 en voor vrouwen 83,0
(Het gemiddeld aantal nog te verwachten levensjaren op een bepaalde leeftijd. ) bij geboorte 79,7 jaar voor mannen en 83,0 jaar voor vrouwen. De resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd was 18,6 jaar voor mannen en 21,2 voor vrouwen.
In 1956 werden gemiddeld 4 van elke 1000 mannen honderd jaar oud. 12 vrouwen wisten toen die leeftijd al te halen. Nu, in 2016 worden 30 van de 1000 mannen honderd jaar. Bij de vrouwen mogen er zelfs 60 per 1000 honderd kaarsjes uitblazen op de verjaardagstaart.
De middeleeuwse mannen zijn gemiddeld niet ouder dan 38 jaar geworden! Een enkeling werd ouder en bereikte soms de leeftijd van 70, maar de meeste mannen vonden hun dood tussen een leeftijd tussen 20 en 29 jaar.
Grotere kans om 80 te worden
Dankzij de lagere sterfterisico's in 2010 bedroeg deze kans voor mannen dat jaar 63 procent. Tien jaar eerder was dat maar 52 procent. Bij vrouwen was de toename minder sterk, maar hun kans om 80 te worden is nog beduidend groter dan die van mannen.
Er moest intens en hard gewerkt worden en ondanks de komst van de industriële revolutie die heel wat nieuwigheden met zich meebracht, leefden heel wat gezinnen armoede. Mannen draaiden lange dagen op het platteland of in de fabriek, vrouwen bleven meestal thuis om voor hun kroostrijke gezin te zorgen.
Eén van de misverstanden die er over de oudheid bestaan, is dat mensen in de Griekse en de Romeinse wereld niet ouder konden worden dan pakweg 30 à 40 jaar, wat volgens veel geschiedenisboekjes de gemiddelde levensverwachting was.
Nederland doet het overigens niet slecht. Ons land komt op een 19de plaats (van de 137 onderzochte landen) met een gemiddelde levensverwachting van 81,7 jaar. Net vóór het Verenigd Koninkrijk (20ste plek). Helemaal onderaan de lijst komt Swaziland, hier worden de mensen gemiddeld slechts 48,9.