In 1950 bedroeg de gemiddelde levensverwachting bij geboorte in Nederland 71 jaar; in 2015 was die verwachting opgeklommen tot 81 jaar. De groei van de levensverwachting is vooral te danken aan medische vooruitgang, betere voeding, minder roken, gezondere woningen en betere werkomstandigheden.
In 1950 was de gemiddelde leeftijd van de Nederlanders nog maar 30,8 jaar. In 1980 lag het gemiddelde op 34,4 en in 2000 op 38,2 jaar. De gemiddelde inwoner is tegenwoordig dus een stuk ouder. Dat is te verklaren door het feit dat we steeds ouder worden, oftewel de gemiddelde levensverwachting neemt toe.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag. Dat leidt vaak ook tot het idee dat je als je begin dertig was, al erg 'oud' was en het einde van je leven al in zicht kwam. Dit is echter niet helemaal waar.
De Zwarte Dood – leven en sterven met de pest in de middeleeuwen. Onderzoeken van gewone 15e-eeuwse inwoners van Engeland laten zien dat mensen die eenmaal de 20 hadden gehaald, konden verwachten nog 21 tot 28 jaar te leven. Middeleeuwse teksten duiden erop dat iedereen boven de 50 als oudere werd gezien.
Een enkeling haalde de veertig, maar dat waren uitzonderingen. In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde.
Middeleeuwen. De periode van de middeleeuwen liep van het jaar 500 tot 1500. De agrarische economie was kenmerkend voor deze periode. In de middeleeuwen werden de mensen gemiddeld 25 jaar oud.
De middeleeuwse mannen zijn gemiddeld niet ouder dan 38 jaar geworden! Een enkeling werd ouder en bereikte soms de leeftijd van 70, maar de meeste mannen vonden hun dood tussen een leeftijd tussen 20 en 29 jaar.
Op basis van die gegevens was de gemiddelde levensduur 25 jaar. Maar dat werd beinvloed door 2 pestepidemie en natuurlijk door de relatief hoge kindersterfte in die tijd.
levensverwachting in observatiejaren
Mannen werden in de jaren 1827–1828 gemiddeld 36,6 jaar, vrouwen 39,5 jaar; in 1840–1851 respectievelijk 36,1 en 38,5 jaar.
Naast brood en pap aten mensen in de middeleeuwen veel bonen en peulvruchten. Van melk maakten ze de 'luxeproducten' boter en kaas. Om eten langer te bewaren, werd het gedroogd, gerookt, gezouten, gezoet, bewaard onder vet of werd er zuur en zwavel aan toegevoegd.
De levensverwachting stijgt van 81,5 jaar in 2015 naar bijna 86 jaar in 2040. De kans om heel oud te worden neemt flink toe. Het aantal mensen van 100 jaar en ouder zal tussen nu en 2040 bijna verviervoudigen.
In Europa werden rond het jaar 1000 de eerste kastelen gebouwd, voornamelijk ter verdediging. In die tijd maakten Noormannen of Vikingen al enige tijd de kusten van Europa onveilig: ze plunderden dorpen en boerderijen. De mensen waren bang en probeerden hun land tegen indringers te beschermen.
Rond 1900 ligt de gemiddelde levensverwachting rond de 44 jaar, in de Middeleeuwen rond de 30 jaar. Dat laatste getal betekent trouwens allerminst dat de meeste mensen duizend jaar geleden rond hun dertigste sterven.
Grotere kans om 80 te worden
Dankzij de lagere sterfterisico's in 2010 bedroeg deze kans voor mannen dat jaar 63 procent. Tien jaar eerder was dat maar 52 procent. Bij vrouwen was de toename minder sterk, maar hun kans om 80 te worden is nog beduidend groter dan die van mannen.
In 1956 werden gemiddeld 4 van elke 1000 mannen honderd jaar oud. 12 vrouwen wisten toen die leeftijd al te halen. Nu, in 2016 worden 30 van de 1000 mannen honderd jaar. Bij de vrouwen mogen er zelfs 60 per 1000 honderd kaarsjes uitblazen op de verjaardagstaart.
Eén van de misverstanden die er over de oudheid bestaan, is dat mensen in de Griekse en de Romeinse wereld niet ouder konden worden dan pakweg 30 à 40 jaar, wat volgens veel geschiedenisboekjes de gemiddelde levensverwachting was.
“Over de gemiddelde leeftijd van de Romeinen heerst bijvoorbeeld veel discussie”, zegt demograaf Patrick De Boosere (VUB). “We moeten ons daarvoor behelpen met aantekeningen op grafstenen. Toch kunnen we ervan uitgaan dat men toen tussen de 26 en 30 jaar oud werd.
Vrouwen leven langer dan mannen…
De levensverwachting van vrouwen is hoger dan die van mannen: 83,6 jaar tegen 80,5 jaar in 2019. Doordat bij mannen de levensverwachting tussen 2001 en 2019 sterker is gestegen dan die van vrouwen, is het verschil wel kleiner geworden (zie ook m/v-stat).
Sterke stijging levensverwachting in 20e eeuw
In 1900 was de levensverwachting bij geboorte voor mannen slechts 48 jaar. Dit betekent evenwel niet dat de meeste mannen hun 50e verjaardag niet haalden. Het gemiddelde was vooral zo laag door de zuigelingensterfte.
Nederland doet het overigens niet slecht. Ons land komt op een 19de plaats (van de 137 onderzochte landen) met een gemiddelde levensverwachting van 81,7 jaar. Net vóór het Verenigd Koninkrijk (20ste plek). Helemaal onderaan de lijst komt Swaziland, hier worden de mensen gemiddeld slechts 48,9.
Levensverwachting voor mannen 79,7 en voor vrouwen 83,0
bij geboorte 79,7 jaar voor mannen en 83,0 jaar voor vrouwen. De resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd was 18,6 jaar voor mannen en 21,2 voor vrouwen. Een 65-jarige man wordt naar verwachting dus 83,6 jaar en een 65-jarige vrouw 86,2 jaar.
Uit de meest recente cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijkt dat de levensverwachting bij geboorte – beter bekend als de gemiddelde levensverwachting – voor mannen 66,4 jaar en voor vrouwen 77,2 jaar is in Rusland.
De gemiddelde levensverwachting wereldwijd is tegenwoordig voor mannen 68 jaar en voor vrouwen 73. Dit betekent dat een gemiddelde wereldburger zes jaar ouder wordt dan in 1990. Dat blijkt uit cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).