Kinderen worden op hun 18e verjaardag meerderjarig. Pas vanaf dat moment mogen ze alle beslissingen zelf nemen en zijn ze vrij om te gaan en staan waar ze willen. Dat betekent dat ze dan ook zelf mogen kiezen bij welke ouder ze willen wonen (of ergens anders) en hoe vaak ze hun ouders bezoeken.
Als je tussen de 12 jaar en 16 jaar bent dan moeten jouw ouders luisteren naar jouw mening, maar uiteindelijk beslissen zij dingen als: bij wie je gaat wonen, wanneer en hoe vaak je de ouder ziet waar je niet woont etc. Als je ouders er niet uitkomen, dan beslist de kinderrechter wat goed voor jou is.
Een kind van 12 jaar of ouder mag niet kiezen bij welke ouder het wil wonen. Ouders blijven totdat een kind 18 jaar is verantwoordelijk voor de hoofdverblijfplaats en de zorgregeling.
Een kind heeft altijd recht op omgang met de niet-verzorgende ouder (of die nu gezag heeft of niet). Ten aanzien van een kind dat 12 jaar en ouder is en dat bij de kinderrechter 'van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder heeft doen blijken' kan een verzoek tot omgang worden afgewezen.
Op het moment dat jij de ouder bent waar het kind niet meer naar toe wil gaan, zoek dan contact met de andere ouder. Probeer samen tot een oplossing te komen, eventueel met een mediator erbij. In bijna alle gevallen heb je recht op omgang met je kind!
Juridisch gezien hebben zowel de biologische vader als de juridische vader (na erkenning) recht op omgang met het kind. Ook als je als biologische vader het kind niet hebt erkend heb je recht op omgang. Dit is wettelijk vastgelegd. De omgang van de ouders met het kind wordt doorgaans vastgelegd in een ouderschapsplan.
Recht op omgang met je kind is dus een wettelijk recht voor vaders. De wet geeft aan dat alleen in uitzonderlijke gevallen dit recht van vader op een omgangsregeling kan komen te vervallen. Moeder kan niet zomaar een omgangsregeling van vader weigeren en het kind weghouden bij vader.
Zo is de vader die ouderlijk gezag heeft verplicht om bij te dragen in de zorg en opvoeding over het kind. Hij mag ook meebeslissen bij belangrijke aangelegenheden, zoals het verlenen van toestemming voor het aanvragen van een paspoort of het ondergaan van medische behandelingen.
Omvang omgangsregeling in de praktijk
Anders dan eens wordt gedacht, bestaat er in de praktijk in principe geen 'minimale omgangsregeling'. Dit komt omdat de omvang van de omgang afhangt van alle omstandigheden van het geval.
Het staat je vrij om co-ouderschap te weigeren, al ben je de vader of de moeder. Als je denkt dat co-ouderschap in jullie situatie niet geschikt is, dan is het altijd goed om dat uit te spreken. Het helpt als je met een ander voorstel komt waarvan je denkt iedereen tegemoet te komen.
Overleg als ouder(s) van je kind met de andere ouder(s) over de mogelijkheden en onmogelijkheden van zijn/haar wens. Indien mogelijk met de jongere erbij, zodat deze zich serieus genomen voelt. Ga met elkaar om als ouders en niet als ex-partners. Betrek de jongere in de beslissing geef hem/haar de ruimte.
De zorgregeling/omgangsregeling geldt in principe totdat het kind meerderjarig wordt; zodra het kind 18 jaar oud wordt vervalt de zorgregeling/omgangsregeling. Hou bij het opstellen van de contactregeling rekening met de leeftijd en de belangen van jullie kinderen.
Het omgangsrecht dat een natuurlijk en zedelijk recht is en dat steunt op de bloedverwantschap zelf en op de wederkerige genegen- heidsbanden tussen familieleden wordt toegekend aan de ouders, grootouders en zelfs aan een oom of tante van het kind (13). Ze heb- ben immers het recht op omgang met dit kind.
Uit onderzoek blijkt dat de meeste vaders bij de geboorte van hun eerste kind tussen de 30 en de 40 zijn. Maar steeds meer mannen worden op latere leeftijd vader. Vorig jaar had 1 op de 6 baby's een vader van 40 jaar of ouder. En dat is meer dan ooit.
Veelal zal dit ook worden toegekend. De hoofdregel is namelijk dat gezamenlijk gezag in het in het belang van het kind is. Conclusie is dat vaders net zoveel recht op gezag hebben als moeders.
Gezag andere ouder stoppen
De rechter stopt het gezamenlijk gezag alleen als het in het belang is van het kind. De rechter bepaalt ook wie van u het gezag dan krijgt. Heeft u meer kinderen, dan bepaalt de rechter voor ieder kind apart wie het ouderlijk gezag krijgt.
In het geval van co-ouderschap, waarbij beide ouders de helft van de zorg voor de kinderen dragen, wordt een maximale afstand van ongeveer 7 kilometer hemelsbreed als richtlijn genomen. Een grotere afstand maakt het vaak lastig om het co-ouderschap in stand te houden.
Recht op omgang met je kind is dan ook een wettelijk recht van vaders. Als er sprake is van normale omstandigheden, zou een vader in de gelegenheid moeten worden gesteld om zijn kinderen minimaal om de week een volledig weekend en wekelijks een vaste dag te zien.
Als de moeder weigert om mee te werken aan een DNA-onderzoek, kan de rechter desgevraagd bepalen dat de moeder medewerking moet verlenen en daar een dwangsom aan verbinden. Daarnaast kan de rechter uit de weigering om mee te werken aan een DNA-onderzoek de gevolgtrekkingen verbinden die hij gerade acht.
Ouderverstoting is strafbaar volgens art. 279 en 300 Wetboek van strafrecht! Veel kinderen van verstoten ouders ontwikkelen op latere leeftijd zelf psychische en emotionele problemen.
De vader kan door de moeder niet verplicht worden het kind te erkennen. Wel kan zij gerechtelijk laten vaststellen wie de verwekker is, aan de hand van DNA test. De rechter kan een DNA test bevelen, in het belang van het kind. In zoverre moet de vader dus een inbreuk dulden op zijn integriteit.
Kinderen van afwezige vaders zijn bijvoorbeeld vaak rationeel en helder. Ze hebben leiderschapskwaliteiten en zijn zich erg bewust dat anderen ondersteuning en goedkeuring nodig hebben, juist omdat ze het zelf niet kregen. Ze kunnen opkomen voor zichzelf en voor anderen. Ze houden vast aan hun verantwoordelijkheden.
Bent u getrouwd of heeft u een geregistreerd partnerschap? Dan krijgen beide ouders samen gezag over een kind. Is dit niet zo, dan krijgt alleen de moeder automatisch gezag. Om gezag te krijgen of hebben, mag u niet jonger zijn dan 18 jaar, onder curatele staan of een geestelijke stoornis hebben.