Met zijn gitzwart verenkleed en oranjegele snavel is het mannetje makkelijk te herkennen. Gemiddeld wordt een merel 2 - 3 jaar oud, maar geluksvogels kunnen wel tien jaar of ouder worden. De merel eet vooral regenwormen, insecten en slakken.
De oudste bekende wilde vogel is een Laysan-albatros. Ze heeft de naam 'Wisdom' gekregen, is nu 67 jaar en broedt nog elk jaar een ei uit!
Merels kruipen weg in de struiken, spechten zoeken holletjes op en ransuilen (nachtvogels) rusten met hun schutkleuren op een boomtak. De gierzwaluw dut onbereikbaar hoog in de lucht. Veel vogels zoeken slaapgenoten, wel zo veilig. Spreeuwen en kauwtjes kruipen hoog in een boom bij elkaar.
Merelmannen brengen een prachtig, melancholiek repertoire ten gehore, vaak doorspekt met imitaties. Wie goed oplet kan de verschillende merels in buurt of wijk individueel leren herkennen aan enkele regelmatig terugkerende favoriete motiefjes. Ook de vogels zelf herkennen hun buur(t)mannen aan de zang.
Merels zijn luidruchtig. Als er een kat in de buurt is, waarschuwen ze langdurig met hun luide alarmroep andere dieren. De nesten zijn vaak makkelijk te vinden waardoor veel eieren en jongen aan katten en kraaien ten prooi vallen.
Maar als vogels tegen een raam tikken willen ze echt niet naar binnen. Sommige mensen denken dat ze bedelen, maar ze willen ook geen eten. Het enige wat ze willen is die rotvogel verjagen die daar in hun territorium zit.
De belangrijkste vijand van volwassen merels zijn sperwer, havik, buizerd, rode wouw en bosuil. Andere vijanden zijn: Valken, Ransuil, Oehoe en Katten.
De mannelijke merel is volledig zwart, terwijl het vrouwtje donkerbruin is. Het vrouwtje is op de borst iets lichter.Ze hebben allebei een gele of oranje snavel. Alle jonge merels zijn bruin en lijken daardoor op een volwassen vrouwtjes merel.
In tuinen kunnen ze worden aangetrokken door appels en ander zacht fruit dat op de grond ligt. Net als veel vogels houden merels van een bad. Ze waarderen een vogelbadje in de tuin waar ze kunnen badderen en drinken.
Dit doen ze om aan te geven wat hun territorium is. In steden en dorpen is veel meer licht, in dit geval kunstlicht, en dus gaan de vogels daar ook langer in de avond door met zingen dan in het buitengebied.
Merels zijn redelijk monogaam, de partnerkeuze is dan ook erg belangrijk. Je blijft immers een leven lang bij elkaar.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de veren gestoken. Ze slapen vaak waar ze overdag ook zijn. Dat is op een tak verscholen tussen de bladeren, of zoals spechten, hangend aan een boomstam. Watervogels slapen meestal op het water, waar ze veilig zijn voor landroofdieren.
Merel, zanglijster, koperwiek, kramsvogel en spreeuw
Voedsel: gewelde krenten en rozijnen, fruit, schillen en klokhuizen, alle soorten bessen, wat broodkruimels, Premium voedertafelmix.
Spons. Door de lage temperatuur van het zeewater groeit een spons erg langzaam. Wordt zo'n 1000 jaar.
Ongeveer 60 a 80 minuten voor zonsopgang beginnen roodborsten, merels en zanglijsters met hun concert.Rond 40 a 60 minuten voor de zon opkomt gaat het snel: je hoort nu de eerste koekoeken, maar ook de zwartkop, heggenmus, winterkoning en geelgors.
De trouwelingen zijn met name ganzen- en zwanen soorten, sommige uilen en adelaars en een aantal pinguïn soorten. Veel andere vogels zijn 'serieel monogaam'. Dit houdt in dat zij gedurende een broedseizoen bij één partner blijven, maar niet hun hele leven.
De merel ontwikkelde zich in de afgelopen twee eeuwen van schuwe bosvogel tot een populaire tuinvogel die je werkelijk overal tegenkomt. Het Usutu-virus, dat door muggen wordt overgedragen op vogels en andere dieren, heeft sinds de zomer van 2016 gezorgd voor sterfte onder merels in ons land.
Merels zijn ook gek op fruit en daarom zullen in het voorjaar de kersen en aardbeien in de tuin niet lang veilig zijn voor merels. In het najaar snoepen merels graag van appels en peren en in de winter voegen ze bessen van de meidoorn, liguster en klimop aan hun menu toe.
Verder trekken er in september tot november en half maart tot half april merels uit Noord-Europa door Nederland. De merel is een beschermde inheemse soort. Nesten van de merel zijn alleen gedurende het broedseizoen beschermd.
Met zijn gitzwart verenkleed en oranjegele snavel is het mannetje makkelijk te herkennen. Gemiddeld wordt een merel 2 - 3 jaar oud, maar geluksvogels kunnen wel tien jaar of ouder worden. De merel eet vooral regenwormen, insecten en slakken.
Tot de natuurlijke vijanden van de merel behoren de kraai en de kauw die de eieren en de jongen verorberen. Eksters en gaaien hebben het op de jongen gemunt. De bosuil valt zowel de jongen als het vrouwtje aan. Andere vijanden zijn nog de katten die onze tuinen rondzwerven, eekhoorns en de sperwer.
Water is het hele jaar van belang. Opmerkelijk genoeg zien we dat het gebruik van water tijdens de recente droogte juist minder is geworden dan meer. Door de droogte kan het zijn dat het wateraanbod kleiner is geworden. Relatief gebruik van voedsel door de merel per standaardweek van 1 januari tot 1 augustus 2022.
Zorgen dat vogels niet kunnen nestelen. Door middel van duivenpinnen en vogelnetten kan het voor vogels onmogelijk worden gemaakt om hun nest te bouwen op daken en gevels. Deze vogelpinnen hebben stompe uiteinden waardoor de vogels niet bezeerd kunnen worden.
Onder een stukje gazon leven veel wormen, en dat weet de merel ook. Daarom zit de vogel met zijn goudgele snavel vaak op een gazon heen en weer huppen. Hierbij let de merel op elke beweging en grijpt bliksemsnel toe als een worm zich laat zien. Het gehup merken de wormen in de grond op.
De meeste vogels slapen met hun kop naar achter gedraaid en onder de schouderveren gestoken. De zangvogels, waaronder ook de Amerikaanse sijzen vallen, staan in hun slaap op een poot. De andere poot is opgetrokken onder de veren van de onderbuik.