De mannetjes leven doorgaans langer dan de vrouwtjes en worden gemiddeld vier jaar oud. De hoogst gedocumenteerde leeftijd voor een boerenzwaluw bedraagt meer dan elf jaar.
Huiszwaluwen bereiken gemiddeld een leeftijd van vijf jaar, al zijn er exemplaren bekend die veertien jaar oud werden.
Boerenzwaluwen zoeken elkaar ook wel op, maar dan gaat het om enkele paren, zeker niet in aantallen zoals bij de huiszwaluw. De huiszwaluw heeft géén roodbruine keel, noch een lange staart zoals de boerenzwaluw, maar daarentegen wel een opvallend witte stuit, die in de vlucht vaak goed te zien is.
Per legsel 3-6 eieren (soms 2-7). Broedduur: 12-16 dagen. Ze metselen hun nesten van klei en leem vaak op randen en richels in koeien-, varkens- of paardenstallen, zowel hoog als laag, maar ook wel onder bruggetjes, of aan sluizen of onder brede dakoverstekken.
Groepen van tientallen tot soms honderden jagen op insecten boven open, waterrijke gebieden, boven weilanden met vee, maar ook wel boven bossen en steden. Zo'n uur voor zonsondergang zoeken de boerenzwaluwen de slaapplaats op. Ze overnachten in rietvelden.
Daarbij heeft hij een voorkeur voor schemerdonkere en beschutte plaatsen. Zijn belangrijkste belagers, kerkuilen en eksters, hebben een hekel aan kleine ruimtes: daar kunnen ze hun vleugels niet goed uitslaan.
Zwaluwen zijn zeer nuttige vogels: 1 zwaluw eet wel 50.000 vliegen, muggen en andere insecten per week! Stel u eens voor hoeveel insecten de ouders vangen als er jongen zijn. Milieuvriendelijker insectenbestrijders bestaan er niet.
Een zwaluw geeft de voorkeur aan een donkere en beschutte omgeving zonder tocht. Daarom kan het boerenzwaluwnest het beste worden opgehangen onder een afdak of open schuur. Zwaluwen broeden graag samen, daarom geven ze de voorkeur aan meerdere nesten bij elkaar in de buurt.
In de broedperiode slapen huiszwaluwen op het nest, maar zelfs tijdens de nestbouw, als ze hun nest moeten verdedigen, zag ik ze in de schemering verdwijnen. En ze slapen dan niet in het riet, zoals de boerenzwaluw. De huiszwaluw is ook de enige zwaluw met bevederde pootjes.
Wat eet de boerenzwaluw? Tijdens het vliegen pikt de boerenzwaluw met zijn breed geopende bek allerlei insecten als muggen, motten en kevertjes uit de lucht. Om te drinken scheert hij rakelings over het wateroppervlak en dipt dan de ondersnavel in het water.
De gierzwaluw heeft héle kleine pootjes met vier naar voren gerichte tenen voorzien van scherpe nagels waarmee hij zich kan vastgrijpen aan muren en dakranden. Op de grond heeft deze vogel eigenlijk niets te zoeken. De pootjes zijn zo klein dat hij slechts met heel veel kracht vanaf de grond kan opstijgen.
Soms verblijft een gierzwaluw 10 maanden aan één stuk in de lucht! Deze luchtacrobaat eet, sekst en slaapt dus zonder daarvoor ook maar één voet aan land te zetten.
Wetenschappers dachten dat zwaluwen gemiddeld zo'n 500 kilometer per dag aflegden. Dat is al een flinke afstand, maar ze blijken nog veel verder te vliegen: tijdens een negendaagse tocht haalde een groep gierzwaluwen een daggemiddelde van 830 kilometer.
Huiszwaluw is een metselaar
Allebei overwinteren ze in tropisch Afrika. Van boerenzwaluwen is bekend dat ze in de tropen 's avonds in groepen van duizenden samen komen, om te slapen in rietvelden en bamboebossen. Huiszwaluwen schijnen de hele winter in de lucht te blijven en net als gierzwaluwen in de lucht te slapen.
Broeden. Broedt in kolonieverband, heeft één of twee legsels per jaar met elk 4-5 (soms 2-6) eieren. Eileg van half mei tot begin augustus. Broedduur 13-16 dagen.
Al komt dat hoofdzakelijk doordat gewone gierzwaluwen minder lang broeden. ' Gierzwaluwen kunnen twintig jaar oud worden.
Voeding. Doordat de huiszwaluw voornamelijk insecten eet, kun je de vogel niet echt helpen met bijvoeren op voedertafels. Wanneer u dichtbij water woont, kan de huiszwaluw je echter wel een handje helpen. Ze eten namelijk vooral muggen.
Boerenzwaluwen komen bij elkaar om te rusten en te zonnebaden of om elkaar te helpen bij het verdrijven van eventuele belagers. Tijdens de trek vliegen boerenzwaluwen meestal in kleine groepen en soms alleen, maar ze rusten 's nachts in grote groepen bij elkaar.
Er zijn twee en soms drie legsels per jaar. Meestal komen de zwaluwen na de overwinteringsperiode in Afrika weer terug op hun oude nest. Het nest wordt door de boerenzwaluw zelf gebouwd.
Vanaf april komen de boerenzwaluwen terug op hun vaste broedplaatsen: boerderijen, maneges of vaste broedplaatsen onder bruggen in de polder. Deze zwaluwen zijn afhankelijk van wat warmer weer. Er moeten genoeg vliegen en muggen per vierkante meter in de lucht aanwezig zijn om te overleven.
Snelheidsrecord: gierzwaluwen kunnen op eigen kracht (dus niet in een duikvlucht zoals roofvogels) een snelheid bereiken van 111 km/uur.
Bij koud en regenachtig weer warmt de bodem minder makkelijk op en stijgen er geen warme luchtbellen op. Hierdoor blijven de insecten vlak boven de grond hangen. Zwaluwen moeten dan helemaal beneden komen om voedsel te halen. Vaak zie je dat zwaluwen al laag gaan vliegen vlak voordat slecht weer gearriveerd is.
Een zwaluw eet hele hele hele kleine insecten die ze uit de lucht happen. Ze kunnen zelfs tijdens het broedseizoen meer dan 9000 insecten per dag eten! Insecten zijn soms ook snel voor hen.