Het is niet helemaal duidelijk wanneer de kleding zijn intrede doet. Er zijn wetenschappers die denken dat het zo'n 500.000 jaar geleden al moet zijn geweest, maar recent onderzoek beweert dat kleding veel jonger is. Zo'n 170.000 jaar geleden zou de mens pas behoefte hebben gekregen aan kleding.
Wanneer begonnen we kleren te dragen? Het is niet zeker wanneer mensen voor het eerst kleding droegen, maar antropologen geven schattingen die variëren van 100.000 tot 500.000 jaar geleden. De eerste kleding werd gemaakt van natuurlijke elementen: dierenhuid en bont, grassen en bladeren, en beenderen en schelpen.
Al 200.000 jaar begonnen de verre voorouders van de moderne mens kleding, te dragen. In het begin waren deze kleren niets meer dan een bescherming tegen omgevingsinvloeden zoals regen of kou. In de ijstijd (ongeveer 130.000 jaar geleden) gebruikte de mens dierenhuiden, bont en plantaardig materiaal als kleding.
De vondst stamt uit het graf van een rondtrekkende herder, die rond 3000 jaar geleden in het huidige westen van China leefde; mogelijk werd de broek uitgevonden voor het paardrijden.
Men gebruikte er linnen, wol en leer voor, natuurlijke materialen die in de loop der tijd gemakkelijk vergingen en geen sporen achterlieten. Zij spinden zelf het garen en weefden de stoffen waarvan zij hun kleding maakten. Ook werd vilt gemaakt bijvoorbeeld voor hoeden en winterkleding.
Bij edele vrouwen, werd het voorpand rijkelijk versierd met borduursel. Het was zichtbaar onder de laag uitgesneden bovenkleding. Van de lange mouwen ziet men in het begin van de zestiende eeuw weinig. Later worden zij, zoals bij de man, onder de mouwen van de bovenkleding tevoorschijn getrokken.
Vrouwen droegen vaak kleine hoeden die net om de hoofd heen pasten, clochehoeden genaamd. 's Avonds droegen vrouwen opvallendere hoeden die waren versierd met glasparels. Andere veel geziene accessoires van deze tijd zijn het sigarettenpijpje, lange sjaals en kettingen.
De Grieken en Romeinen wilden er niet veel van weten en vonden het kledingstuk barbaars. Pas op het einde van de Romeinse tijd - en parallel met de invallen van de Germanen - werd de broek populair en aanvaard kledingstuk in de Romeinse wereld. Tijdens de Middeleeuwen werd het hét kledingstuk voor de man.
Aan het begin van de jaren 80 droeg men voornamelijk wijde jeans, zoals je nu de mom en dad jeans kent. Even later werden dat wijdere trainingsbroeken en strakke spandex broeken in diverse kleuren. Vrouwen droegen steeds vaker leggings en panty's.
De 19e eeuw
Begin 19e eeuw gingen de vrouwen nog steeds deftig gekleed door het leven. De jurken kwamen nog steeds tot aan de enkels, maar de tailles werden smaller en de schouders bloter. Vanaf 1833 zien we de rokken weer breder worden. Er werd gewerkt met verschillende lagen, strikken en enorme hoepels.
Door het wegvallen van een dwingende norm ontstond pas echt zoiets als mode in de vorm van een richtsnoer, een na te streven model. De kledingmode werd daarna voorgeschreven door de modehuizen. De eerste modeontwerper was Charles Frederick Worth (13 oktober 1825 - 10 maart 1895) die het eerste modehuis in Parijs begon.
Als je je afvraagt hoeveel kledingstukken je minimaal nodig hebt om dagelijks netjes voor de dag te komen, dan is het antwoord volgens modeontwerpster Marieke Flipse 10 stuks. Een ander veelgenoemd aantal is 30. Ik denk dat je met 10 kledingstukken inderdaad een heel eind komt.
Het dragen van kleding (ook kledij of kleren, een syncope van klederen) in het algemeen (of juist niet) of van speciaal ontworpen kleding kan diverse redenen hebben: Het bieden van bescherming tegen koude, warmte en/of zonnestraling. Het bieden van bescherming bij bepaalde activiteiten.
Met name tweed jasjes, jasjes met brede revers en broeken met omslagen waren populair. Ook gingen steeds meer mannen over op nylon overhemden en smalle dassen. In de avond was het niet meer zo gebruikelijk om een smoking te dragen. In plaats daarvan werden juist donkerkleurige kostuums veel gedragen.
De imponerende toga werd enkel door burgers gedragen en bestond uit wol. Daaronder droegen de mannen een lendendoek met tunica, in feite twee lappen stof met drie gaten, die ze ook als nachtkleding gebruikten. De tunica mocht niet te lang zijn, anders werd dat als 'verwijfd' aanzien. Zij was meestal wit wolkleurig.
Op 3 juni 1946 introduceerde de Fransman Jacques Heim het eerste tweedelige badpak, de voorloper van de bikini.
Aan het begin van de jaren 60 droegen de meeste vrouwen nette A-lijn jurken en rokken, tailleriemen en trenchcoats. Het was pas op de helft van de jaren 60 dat er een duidelijk verschil te zien was. Het statement item de minirok werd toen geïntroduceerd - iets waar veel vrouwen in eerste instantie aan moesten wennen.
Populaire kledingstukken voor vrouwen waren spijkerblouses, driekwart-broeken, felgekleurde of panterprint leggings, wielrennersbroekjes, zwarte spijkerjacks, korte jurkjes, tuinbroeken en beenwarmers.
De jaren 90, en met toenemende mate ook de zeroes, zijn niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Iedereen loopt tegenwoordig maar in oversized fleece truien, Tommy Hilfigger-kleding met grote logo's, Dr. Martens, Nike Air Max 90, Kappa, Umbro, wijde broeken, zeiljacks en andere modetrends uit die tijd.
Jacob Davis en Levi Strauss kregen op 20 mei 1873 octrooi op deze bevestigingswijze. Oorspronkelijk was dit type broek bedoeld voor goudzoekers en mijnwerkers en later als werkkleding. In de tweede helft van de 20e eeuw zou de spijkerbroek uitgroeien tot een algemeen geaccepteerd mode-artikel.
De mannen droegen vaak redelijk korte broeken en eenvoudige jasjes. De vrouwen droegen lange jurken met schorten erover. Sieraden waren zeldzaam: vaak bleef het bij een trouwring. Een jurk uit de achttiende eeuw.
Herenhoeden maakten in de jaren '30 steeds meer plaats voor net gekamde haren. Mannen smeerden hun haren in met brillantine en kamden hun kapsel, al dan niet met zijscheiding, strak naar achter. Ook dunne snorretjes zoals die van Hollywood ster Clark Gable waren rond deze tijd enorm populair.
In de 18e eeuw zette Frankrijk de toon in de mode
Het silhouet van de vrouwen werd gevormd door korsetten en hoepelrokken die varieerden naargelang de periode. Zowel mannen als vrouwen droegen gepoederde pruiken, vooral in Frankrijk, waar alle hoven in Europa naar keken.