Kanker komt van een Grieks woord: karnikos, dat betekent krab. Kanker is namelijk meer dan 2.000 jaar geleden ontdekt door een Griekse arts (Hippocrates heette hij). Hij vond de tumor lijken op de poten van een krab.
Toch, zo blijkt uit nieuw onderzoek, had in de middeleeuwen tussen de 9 en de 14 procent van de overledenen kanker. Dat is slechts een kwart tot een derde van het huidige cijfer – maar wel tien keer zoveel als eerdere studies uitwezen.
Het woord "kanker" is afgeleid van het Latijnse woord "cancer", dat "kanker, kankergezwel" betekende. Deze naam is waarschijnlijk bedacht door Hippocrates rond 400 voor Christus. Hij gebruikte "cancer" als leenvertaling voor het Griekse woord 'karkínos', dat oorspronkelijk "krab" betekende..
Velen denken dat (langdurige) stress kanker kan veroorzaken. Er is intussen veel onderzoek gedaan, maar tot nog toe is niet gebleken dat er een rechtstreeks verband is tussen stress en het ontstaan van kanker. Evenmin is gebleken dat er een verband zou bestaan tussen positief denken en het genezen van kanker.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Kanker komt van een Grieks woord: karnikos, dat betekent krab. Kanker is namelijk meer dan 2.000 jaar geleden ontdekt door een Griekse arts (Hippocrates heette hij). Hij vond de tumor lijken op de poten van een krab.
De kanker is volgens de wetenschappers begonnen in zijn heup, waarna het zich verspreidde door zijn lichaam naar zijn hoofd. Er zijn oudere gevallen van kanker in botten bekend, maar deze werden weggezet als goedaardige tumoren. Die restanten zijn ongeveer tussen de 5.000 en 6.000 jaar oud.
Een combinatie van een operatie en chemotherapie direct in de buik (HIPEC) kan de uitzaaiingen soms genezen. HIPEC staat voor Hypertherme IntraPeritoneale Chemotherapie. De behandeling kan alleen als er geen uitzaaiingen zijn naar de lever of de longen.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Een chemotherapie kan ook palliatief zijn als de kanker niet kan worden genezen. Ze kan de ziekte vertragen door de tumor te verkleinen, door uitzaaiingen te vernietigen of hun aantal te verminderen. Zo kan de levensverwachting soms met meerdere jaren verlengd worden.
Kanker is ongecontroleerde deling van lichaamscellen. De cellen kunnen niet meer stoppen met delen en groeien in omliggende weefsels. Soms zaaien ze uit naar andere delen van het lichaam. Kanker kan bijna overal in het lichaam ontstaan.
Kanker is geen besmettelijke ziekte. Toch spelen virussen een rol bij de ontwikkeling van bepaalde gezwellen.
Mensen hebben niet door wat de impact is van schelden met kanker.” Om te wijzen op de pijn die verbaal geweld teweegbrengt, gaan we terugslaan. Dit kan je zelf doen door niet (meer) te schelden met kanker en er iets van te zeggen.
Bij ongeveer 5% van de mensen met kanker is de aanleg voor de ziekte erfelijk. Aanleg betekent dat er sprake is van een verandering (mutatie) in het DNA. Een Erfelijke aanleg kan van ouder op kind worden doorgegeven. Gelukkig krijgt niet iedereen met een erfelijke aanleg voor kanker ook altijd zelf kanker.
De pijn kan ontstaan als de tumor drukt op bijvoorbeeld uw darmen of lever. De pijn wordt meestal beschreven als scherp, zeurend of kloppend. Deze pijnsoort is vaak krampend, wisselend in ernst en moeilijk(er) aan te wijzen omdat deze soms op een andere plaats gevoeld wordt dan waar deze veroorzaakt wordt.
Klachten van een wekedelensarcoom in de buik
Pas als het sarcoom tegen een orgaan of zenuwen gaat drukken, kun je klachten krijgen. Je kunt dan last hebben van een vol gevoel, een opgezette buik, darmklachten of bloed bij de ontlasting. Een wekedelensarcoom dat tegen organen aandrukt, kan pijn veroorzaken.
Nu blijkt echter dat in de preventie van kanker vooral de zogenoemde kruisbloemige groenten, ofwel kolen, belangrijk zijn. Dit komt door de glucosinolaten in kool. Naast eerder genoemde koolsoorten bevatten savooiekool, waterkers, knolletjes, witte- of rodekool, bloemkool, paksoi en Chinese kool veel glucosinolaten.
Pijn. Het toedienen van chemotherapie doet zelden pijn – al kan de prik van de naald waarmee sommige medicijnen worden toegediend, onaangenaam zijn. Cytostatica kunnen wel bepaalde nevenwerkingen hebben die pijn veroorzaken.
Je gedrag kan veranderen door chemo. Je kunt prikkelbaarder worden. Of je trekt je meer terug of wordt duidelijk emotioneler: je gaat bijvoorbeeld snel huilen. Het is mogelijk dat je je moeilijker kunt concentreren.
Sommigen krijgen last van benauwdheid, angst of pijn. Er zijn mogelijkheden om lijden in de laatste fase te verminderen, zoals behandeling van pijn, angst en onrust. Ook uw naasten kunnen veel voor u doen als het levenseinde dichtbij komt, bijvoorbeeld waken. Verder kan praten met een geestelijk verzorger prettig zijn.
Voorbeelden hiervan zijn pomelo, ugli, mineola, tangelo en de zure sinaasappel (ook wel Sevilla sinaasappel genoemd). Het advies is om deze vruchten ook niet te nemen rondom chemotherapie.
Deze tweede chemo is harder binnen gekomen dan de eerste. Ik voelde op de eerste dag de chemo daadwerkelijk met een hoog tempo door mijn lichaam razen. De tweede dag was dat minder en ben ik in de ochtend zelfs nog naar de markt geweest, 's-middags een uurtje geslapen, daarna nog veel op geweest.
Bij een verminderd aantal witte bloedcellen in uw bloed, bent u vatbaarder voor infecties. Dit geldt vooral 7 tot 14 dagen na uw chemokuur. Om een infectie te voorkomen is het verstandig om zieke mensen niet op te zoeken, afstand te houden bij verkoudheid en uw handen regelmatig te wassen.
Vaak is er nog een aantal mogelijkheden om een leven te rekken waarbij chemotherapie een belangrijke rol speelt. Als de chemotherapie niet alle tumorcellen heeft weten te vernietigen en de kanker is uitgezaaid, kan de groei ervan in sommige gevallen onderdrukt worden. Enkele maanden, maar soms ook (vele) jaren.