In de westerse wereld werden de eerste munten vervaardigd in het midden van de zevende eeuw v.Chr., in Lydië (Klein-Azië). Het waren druppels elektrum, een natuurlijke legering van goud en zilver, met een afbeelding aan de ene kant en een betekenisloze stempel aan de andere.
Een wereldrecord in muntenland, op 8 juni 2021 is de duurste munt ooit geveild! Een Amerikaanse Double Eagle uit 1933 bracht maar liefst 18,8 miljoen dollar op, omgerekend 15,5 miljoen euro.
In India werden de eerste munten onafhankelijk van andere culturen vervaardigd rond het jaar 500 v. Chr. Het waren onregelmatige plakjes zilver met kleine stempeltjes die planten, dieren en andere figuren voorstellen. Deze Indiase uitvinding bleef in zwang tot ongeveer 100 v.
De eerste vermelding van geld komt uit Mesopotamië, het tegenwoordige Irak. Volgens oude kleitabletten met spijkerschrift was puur zilver het eerste gestandaardiseerde betaalmiddel. De kostbare staven werden in stukken gehakt en gewogen bij een handelstransactie. Het zilver werd gebruikt om praktische redenen.
De zilveren groot werd de standaardmunt en de munt van twee groten werd stuiver genoemd. De rekenmunt is hetzelfde gebleven, het pond. Ook na 1500 blijft er een grote variëteit aan wettige betaalmiddelen. Een kleine greep uit de stadsrekeningen: daalder, pond, schilling, braspenning, gosseler en plak.
In de westerse wereld werden de eerste munten vervaardigd in het midden van de zevende eeuw v. Chr., in Lydië (Klein-Azië). Het waren druppels elektrum, een natuurlijke legering van goud en zilver, met een afbeelding aan de ene kant en een betekenisloze stempel aan de andere.
De geschiedenis van de gulden begint al in de dertiende eeuw in Italië. De stad Florence introduceert in 1252 als eerste een nieuwe gouden munt, de fiorino d'oro, genoemd naar de lelie uit het stadswapen. In het Nederlands vertaald: gulden (gouden) florijn.
Om als geld gebruikt te kunnen worden heeft edelmetaal dus de juiste eigenschappen: Het is kostbaar en duurzaam. Omdat munten gemaakt werden van edelmetaal hadden ze een bepaalde waarde in goud of zilver. We noemen dat intrinsieke waarde: het is een muntje, maar het is ook nog steeds een stukje goud of zilver.
In de eerste jaren van de Middeleeuwen bestond er nog geen geld. Daarom werd er veel geruild. Een boer met eieren en fruit, ruilden bijvoorbeeld met een boer met graan. Toen er zilveren en gouden munten werden gemaakt, konden mensen geld gebruiken om dingen te kopen.
In de Middeleeuwen waren de belastingen lokaal en regionaal geregeld. Als de koning geld nodig had, vroeg hij een bedrag (een bede) aan de graven. De graven haalden dit bedrag binnen door belasting te heffen. Eerst ging het om eenmalige bijdragen bij bepaalde gelegenheden.
Een muntje van 1 cent uit Monaco, uit 2001 of 2002, is om en bij de 100 euro waard. Hetzelfde geldt voor een muntje van 2 cent uit het Vaticaan uit 2002 of 2003. Nog een zeldzaam rostje is dat van 1 cent dat Finland in 2001 uitgaf. Dat is 10 euro waard.
De 10, 20 en 50 cent muntjes zijn gemaakt van koper, aluminium, zink en tin en zijn geelkleurig. En de 1 en 2 euro munten tot slot zijn een combinatie van laagjes nikkel, koper en messing. De binnenring van de 1 euromunt is zilverkleurig en de buitenste ring is goudkleurig.
Zo konden ze hun geld bij zich dragen door de munten een touwtje aan elkaar vast te knopen. Persoonlijk denk ik dat deze munten gebruikt werden als bedeltje of hanger, want oorspronkelijk werden deze twee type munten niet met een gat geslagen.
De Zimbabwaanse dollar had de laagste waarde per eenheid ten opzichte van de euro of Amerikaanse dollar als stabiel ijkpunt. Sinds de invoering van de Zimbabwaanse dollar in 1980 is de munteenheid onderhevig geweest aan een inflatie van meer dan 6500%.
1. Vaticaanstad – 2002 (waarde €30) De Vaticaanse munt is uitgegeven vanaf het jaar 2002.
Naast brood en pap aten mensen in de middeleeuwen veel bonen en peulvruchten. Van melk maakten ze de 'luxeproducten' boter en kaas. Om eten langer te bewaren, werd het gedroogd, gerookt, gezouten, gezoet, bewaard onder vet of werd er zuur en zwavel aan toegevoegd.
Hoe moet een ridder eigenlijk poepen? Als hij zijn harnas draagt? Er zit maar één ding op: alles moet uit.
De landheer (een graaf of een bisschop) die de baas was over het gebied waar de nederzetting lag, moest hier zijn toestemming voor geven. Als hij dit deed, dan verleende hij stadsrechten aan de nederzetting. Zo kon de stad zichzelf verdedigen tegen aanvallers. Het dorp (nederzetting) kon zich nu stad noemen.
Binnen de Nederlandse wet kan dat tot en met € 9.900,- per transactie per maand. Wij hanteren hiervoor de regels volgens de "Financial Intelligence Unit-Nederland" (FIU-Nederland), voorheen Wet Melding Ongebruikelijke Transacties (Wet MOT).
De Nederlandsche Bank (DNB) bezit ruim 600 ton goud (EUR 26,7 miljard eind 2019) als onderdeel van haar totale reserves. Het goud wordt vooral aangehouden als reserve en is van oudsher een vertrouwensanker.
Dit goud is opgeslagen in de kluizen van de Federal Reserve Bank. Voorheen lag hier nog meer goud, maar in 2014 heeft DNB een deel teruggehaald naar Amsterdam. De overige 38% van de goudvoorraad ligt in Engeland en in Canada.
1 gulden = 2 frank = 0,08 pond sterling = 0,60 Duitse Reichsmark = 0,40 US dollar. [in 1890 lagen deze koersen gelijk].
Ook de bijnaam rooie of rooie rug (en vandaar, enigszins vulgair, alleen rug) voor een biljet van duizend gulden vindt zijn oorsprong in de 19e eeuw, toen deze biljetten een rode achterzijde hadden.
De waarde van een 10 gulden 1968 is afhankelijk van de kwaliteit van het bankbiljet, te herkennen aan de hoeveelheid gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van het Nederlandse 10 gulden biljet uit 1968 wordt bepaald door de kwaliteit van het biljet.