Maar de botten van de 'Homo naledi' zijn helemaal niet zo oud als altijd werd gedacht. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de oermens tussen de 335.000 en 236.000 jaar geleden rondliep.
In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde. Hoe de mensheid die sprong vooruit maakte, is nog niet helemaal duidelijk.
Wetenschappers noemen die oermensen Australopitheci: 'zuidapen'. En nog veel eerder, zo'n zeven miljoen jaar geleden, leefden er oerapen waar zowel de moderne mens als de chimpansees van afstammen.
In de prehistorie woonden mensen in zelfgemaakte hutjes of in grotten. Mannen jaagden op bijvoorbeeld mammoeten en rendieren voor vlees. En vrouwen verzamelden bessen, vruchten, noten, knollen, wortels en bladgroenten die je kon eten. Daarom noem je de mensen die toen leefden jager-verzamelaars.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren.
De slimme oermensen
Nog ver voor de Grieken en Romeinen was er de oertijd. Vaak zie je op de televisie oermensen met gele luipaardhuiden lopen en hebben ze een knuppel vast. Ook wordt vaak gezegd dat ze in grotten leefden en vaak zien ze er een beetje dom uit.
Middeleeuwen. De periode van de middeleeuwen liep van het jaar 500 tot 1500. De agrarische economie was kenmerkend voor deze periode. In de middeleeuwen werden de mensen gemiddeld 25 jaar oud.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
Ze leefden van de jacht en verzamelden voedsel in de bossen. Ze hadden geen vaste woonplaats, maar trokken achter de kuddes rendieren aan.
Krijn is veertig- tot honderdduizend jaar oud. Hiermee is hij de eerste Nederlandse Neanderthaler. Wetenschappers vinden op de bodem van de Noordzee met enige regelmaat stenen werktuigen van Neanderthalers en fossiele beenderen van dieren, maar nooit fossielen van Neanderthalers.
De eerste mensen, Homo habilis en Homo rudolfensis leefden 2,4 miljoen jaar geleden als jager-verzamelaar. Hun opvolgers - Homo erectus, Homo heidelbergensis, de neanderthaler (Homo neanderthalensis) - leefden ook van jagen en verzamelen. Jagers en verzamelaars gebruikten werktuigen van steen, been en hout.
Krijn leefde meer dan 50.000 jaar geleden in het prehistorische gebied dat nu de Noordzee is. De zeespiegel stond toen ruim vijftig meter lager dan nu. Mammoeten, wolharige neushoorns, rendieren, paarden en ook Neanderthalers trokken door een koude, maar voedselrijke steppe.
Elders in Nederland lag de gemiddelde sterfteleeftijd namelijk vier tot acht jaar hoger. De onderzochte mannen uit de zeventiende en achttiende eeuw werden gemiddeld iets ouder, namelijk 43 jaar, al stierf het merendeel van deze mannen ook in deze periode vóór het 29ste levensjaar.
Op basis van die gegevens was de gemiddelde levensduur 25 jaar. Maar dat werd beinvloed door 2 pestepidemie en natuurlijk door de relatief hoge kindersterfte in die tijd.
levensverwachting in observatiejaren
Mannen werden in de jaren 1827–1828 gemiddeld 36,6 jaar, vrouwen 39,5 jaar; in 1840–1851 respectievelijk 36,1 en 38,5 jaar.
Denk aan het hoeden en het verzorgen van het vee, meehelpen met koken, oppassen op kleine kindjes, eten en grondstoffen verzamelen uit de natuur, het maken van vezels en draden door twijnen of spinnen, en ga zo maar door. Kinderen werden al vroeg volwassen en waren al eerder aan het werk dan nu.
De mensen aten vroeger van alles! Gevogelte, vlees, groenten en fruit. Eigenlijk een hele gezonde keuken. Ze aten alles wat er in de natuur voorkwam, zelfs kleine vogeltjes.
Voor het koken van voedsel maakte men daarom gebruik van verhitte stenen. Onze prehistorische voorouders legden de keien hierbij in het vuur tot deze gloeiend heet waren. Daarna vulden ze een leren zak met water, deden het eten erbij en plaatsten de stenen vervolgens in het water.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag. Dat leidt vaak ook tot het idee dat je als je begin dertig was, al erg 'oud' was en het einde van je leven al in zicht kwam. Dit is echter niet helemaal waar.
Levensverwachting wereldwijd
De toename van de levensverwachting tussen 2000 en 2015 was het grootst in Afrika. In 2015 is de levensverwachting van vrouwen in Japan het hoogste, namelijk 86,8 jaar. In Zwitserland is de levensverwachting voor mannen het hoogste met 81,3 jaar.
De oermens in Europa woonde tot een half miljoen jaar geleden in de buurt van de kust. Hier was het klimaat mild en konden ze hun dieet aanvullen met eiwitrijk voedsel uit de zee. Pas na de ontdekking van vuur en verbetering van jachttechnieken bewoonde de oermens ook de binnenlanden.
Prehistorie, voorgeschiedenis of oertijd is een periode in de menselijke geschiedenis. Over de precieze afbakening en het definiëren van deze periode bestaat behoorlijk wat discussie. In ruimere zin wordt de term gebruikt voor de geschiedenis die héél erg lang geleden is, alhoewel dat een vaag begrip is.
De mensen in de steentijd woonden niet in een huis in een dorp of stad net als wij. Waarschijnlijk woonden ze in tenten en hutten, gemaakt van stro en dierenhuiden. Ze zwierven in groepen door het land op zoek naar eten. De mannen gingen als er eten nodig was op jacht naar rendieren, zwijnen en hazen.