Het zelfbesef is in ontwikkeling. Een kind gaat steeds meer merken dat ze zelf dingen kan doen. Waardoor het ook steeds meer een eigen wil ontwikkelt, wat zich soms uit in driftbuien. Driftbuien ontstaan omdat het kind nog niet goed kan verwoorden wat het wil en hoe het zich voelt.
Zijn zelfbeeld ontwikkelt hij op basis van de feedback van andere mensen. Dat gebeurt op twee manieren: door expliciete feedback: mensen die rechtstreeks tegen hem zeggen dat hij iets goed of juist niet goed doet. door impliciete feedback: uit reacties van mensen leidt hij af wat ze van hem vinden.
Ontwikkeling van je kind
In de peutertijd groeit je kind snel. Je merkt dat bijvoorbeeld aan het praten. Je kind begrijpt jou als ouder steeds beter en probeert zelf ook iets te vertellen. Peuters gaan steeds meer met leeftijdsgenootjes spelen, bijvoorbeeld door speelgoed te delen en te kletsen.
Het zelfbewustzijn ontwikkelt
Rond de acht maanden onderscheiden ze vertrouwde gezichten van onbekenden. Na ongeveer twee jaar komen kinderen in de spiegelfase. Zij gaan anderen imiteren ('spiegelen') en beseffen het verschil tussen zichzelf en anderen in de spiegel.
De moeilijkste leeftijd bij kinderen? Volgens Amerikaans onderzoek is dat 12 tot 14 jaar. Waar kleine kinderen vooral fysiek veel van hun ouders eisen, wordt het op die leeftijd eerder mentaal zwaar.
Vanaf zijn 7e verjaardag wordt je kind voorzichtiger en rustiger. Hij krijgt meer controle over zijn lichaam en denkt meer na voordat hij iets doet. En hij leert ook om meer geduld te hebben. Meisjes zijn hierin trouwens iets sneller dan jongens.
Vroege kenmerken hoogbegaafdheid
Snel gaan lopen (bijvoorbeeld met 10 maanden) Vroeg praten en over een grote woordenschat (met 1,5 jaar al 200 woorden of meer) beschikken. Snel inzicht in oorzaak en gevolg krijgen. Al vroeg alert zijn met veel aandacht voor de wereld om hem heen.
Peuters willen de wereld ontdekken en gaan meer en meer hun grenzen verkennen. Ze willen steeds meer zelf doen en van alles uitproberen. Je kind heeft behoefte aan meer onafhankelijkheid en wil zo veel mogelijk zelf bepalen, zelf dingen kiezen en dingen zelf gaan doen.
Het leert zich beter te bewegen, leert lopen en de nieuwsgierigheid neemt toe. Peuters willen alles weten en alles zien. Tijdens deze fase groeit het kind langzamer dan tijdens de babytijd, maar de psychosociale vaardigheden van de peuter ontwikkelen zich sneller.
Een negatief zelfbeeld ontwikkelt zich niet vanzelf. Het ontstaat naar aanleiding van ervaringen waarbij je negatieve gedachten over je uiterlijk of gedrag had. Een negatief zelfbeeld ontwikkel je ook niet opeens: er gaat vaak een langere periode aan vooraf. Ook aanleg speelt een rol.
Een positief zelfbeeld ontstaat bij kinderen die vaak positief benaderd worden. Het kind krijgt telkens – direct of indirect – te horen dat het de moeite waard is en er mag zijn. Die boodschap geeft een kind zelfvertrouwen. Zelfvertrouwen zorgt ervoor dat het kind sterker in het leven staat.
Sommige mensen zijn van nature zekerder van zichzelf dan anderen. Naast je temperament spelen je ouders en leeftijdsgenoten een belangrijke rol bij de ontwikkeling van zelfvertrouwen. Geven zij aandacht en liefde en word je met respect behandeld, dan ontstaat een positief zelfbeeld.
Zelfvertrouwen komt van binnenuit. Dat betekent dat je overtuigd bent van jouw kwaliteiten (ook leiderschapskwaliteiten), vaardigheden (ook jouw leiderschapsvaardigheden), jouw overtuiging en visie. Zelfvertrouwen heeft te maken met de juiste proporties aan eigenwaarde, positief zelfbeeld.
Zelfvertrouwen begint al bij uw geboorte. Het is deels aangeboren persoonlijkheid, en deels de omgeving waarin u opgegroeid bent. Kreeg u als kind veel aandacht en liefde, en werd u gesteund bij moeilijke dingen? Dan zit het waarschijnlijk wel goed met uw zelfvertrouwen.
We spreken van gedragsproblemen als: een kind zich dwars en opstandig gedraagt, gauw geprikkeld is en driftig wordt, anderen ergert, antisociaal gedrag vertoont (zoals liegen of stelen) of zich agressief gedraagt. het kind, de ouders of de omgeving er nadelige gevolgen van ondervinden.
Door rustig te blijven geef je het kind/ de volwassene de ruimte om boos te zijn. Toon begrip en heel veel geduld. Bedenk elke keer weer dat het kind jou niet bewust dwars zit, maar dat het niet weet hoe het zich anders kan uiten. Je kan jezelf rustig houden of maken door je even op iets heel anders te concentreren.
Hoogbegaafde peuter
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Cognitieve functies zoals seks, voeding en agressie worden daarbij gelinkt aan het genetisch materiaal van de vader, terwijl de meest geavanceerde cognitieve functies zoals redeneren, denken, taal en plannen gelinkt worden aan het genetisch materiaal van de moeder.
Denken tussen 2 en 3 jaar
Op deze leeftijd gaan kinderen steeds duidelijker beseffen dat ze zelf dingen kunnen veroorzaken. Ze onthouden ervaringen beter en gebruiken die informatie dan in andere situaties. Als je kind bijvoorbeeld weet waar de afstandsbediening voor is, weet het dit niet alleen thuis maar ook bij oma.
Kinderen die 2 jaar oud zijn kunnen zich gemiddeld 2 tot 3 minuten concentreren op een gerichte opdracht. Kinderen die 4 jaar oud zijn kunnen zich gemiddeld 4 tot 6 minuten concentreren op een gerichte opdracht. Kinderen die 5 jaar oud zijn kunnen zich gemiddeld 6 tot 8 minuten concentreren op een gerichte opdracht.
De kinderen huilen vaak opvallend veel, zijn ontroostbaar, spugen veel, slapen slecht, willen constant in beweging zijn, willen niet graag geknuffeld worden, huilen bij het aan- en uitkleden of zodra hun hoofdje aangeraakt wordt, liggen niet graag plat in de box, hebben last van 'koemelkallergie'.