Kudde is de verzamelnaam voor een groep bij elkaar horende zoogdieren die op het land leven, zoals schapen, geiten, paarden, koeien, kamelen, bizons en olifanten. Andere gebruikelijke verzamelnamen voor groepen dieren zijn: bende: patrijzen, kalkoenen. klucht/kluft: patrijzen, fazanten, kippen.
Groepen reeën. Een groep wilde zwijnen heet een rotte. Meerdere edelherten bij elkaar is een roedel. Een groep reeën noemen we een sprong.
Dit schouwspel heet 'rammelen'. Hazen zijn jaarrond vruchtbaar, behalve in oktober en november. Rond de kortste dag begint het nieuwe voortplantingsseizoen, waarvan de piek ligt tussen februari en mei. In deze periode worden vaak grote groepen hazen gezien, soms wel tot 75 dieren groot.
een kudde is gewoon een groep zoogdieren bij elkaar. het verschil tussen een roedel en een kudde is dus de hiërarchie die heerst, wanneer het dus een groep van 6 herten is, waarvan 1 de duidelijke leider dan praten we pas over een roedel.
Bijvoorbeeld een kudde (hoefdieren), een school (vissen), een zwerm (vleermuizen, kleine, danwel kleinere vogels of insecten), een vlucht (vogels).
toom: ganzen, kippen, eenden. troep: vogels.
Paarden leven eigenlijk in twee soort groepen: een harem (familiegroep) en een bachelorgroep. Binnen deze groepen is er een bepaalde sociale orde en hiërarchie. Een harem bestaat uit een volwassen hengst, merries en jonge nakomelingen zoals veulens en jaarlingen.
Alle olifanten leven in hechte kuddes, bestaande uit verwante vrouwtjes en hun nakomelingen. De leider van de kudde wordt de matriarch genoemd; zij is gewoonlijk de oudste en meest ervaren vrouw in de groep.
Als hard substraat kunnen ook andere, reeds gevestigde oesters dienstdoen. Hierdoor kunnen uiteindelijk grote hoeveelheden oesters dicht bij elkaar leven, ook als er weinig ander vast substraat is. Dergelijke concentraties hebben rifbouwende eigenschappen en worden oesterbanken genoemd.
Kudde: Koeien, olifanten, kamelen, paarden
Voor veel zoogdieren die in groepen leven wordt de naam 'kudde' gebruikt. Je kent ook wel de term kuddedier. Een kudde zorgt voor bescherming tegen onder andere roofdieren. Wanneer een deel graast kunnen de andere op de wacht staan.
Wilde zwijnen leven in groepen, ook wel rotte genoemd, tot wel dertig dieren. Een rotte bestaat uit een aantal vrouwtjes en hun jongen van het eerste en het tweede jaar. Mannetjes leven vanaf hun derde levensjaar alleen.
Van een toom spreekt men vooral bij ganzen, kippen en eenden, zowel gedomesticeerd als wild. Bij varkens gaat het enkel om de complete worp biggen van een gedomesticeerd varken dus zonder de zeug.
Ratten leven in kolonies.
Nestkasten (mussen leven sociaal, dus meerdere kasten).
Wolven zijn erg sociale dieren. Ze leven in (familie)groepen. Zo'n groep wordt ook wel een roedel genoemd. Gemiddeld bestaat een groep uit 4-10 dieren, maar groepen van 36 of van maar 2 dieren komen ook voor.
Bijen leven in groepen die je bijenkolonies noemt. Een kolonie is een groep van meer dan tienduizenden bijen die samenwerken. Bijen hebben elkaar nodig om te kunnen overleven. De bijen in een bijenkolonie bestaan uit drie verschillende soorten: een koningin, de werksters (vrouwtjesbijen) en de darren (mannetjesbijen).
Op het vlak van gezondheid zijn oesters en andere schaal- en schelpdieren vergelijkbaar met andere vis, en worden ze beschouwd als een gezonde keuze. Ze zijn bijvoorbeeld rijk aan vitamine B1 en B12 en de mineralen calcium, jodium, kalium, fosfor, seleen, magnesium en zink.
Dolfijnen leven in dynamische groepen van zo'n vijf tot twintig dieren, ook wel een 'pod' genoemd. Ze leven in pods voor het jagen en voortplanten en om zich beter te kunnen verdedigen tegen roofdieren. Eens in de zoveel tijd komen meerdere groepen dolfijnen samen en vormen ze een superpod van wel duizenden dolfijnen!
Vissen in de zee zwemmen vaak met een grote groep bij elkaar. Dit noemen we een school. Zo beschermen ze zichzelf tegen roofdieren en kunnen ze gemakkelijk een partner vinden om te paren. Als een groep vissen bij elkaar zwemt, noemen we dat een school.
De mens is het enige zoogdier dat over een op het eerste gezicht nutteloze kin beschikt.
Varkens leven in groepsverband. Binnen de groep, de rotte, wordt de rangorde bepaald door de leeftijd. Varkens van dezelfde leeftijd bepalen hun onderlinge rangorde door vechten.
Trekdieren. Voorbeelden van dieren die door domesticatie als trekdier gebruikt kunnen worden zijn: het paard (voor mennen met koetsen of het beoefenen van de mensport)
Een groep leeuwen heet een 'troep'. Vaak bestaat een troep uit één mannetje en een aantal leeuwinnen, maar het komt ook vaak voor dat er meerdere mannetjes in een groep aanwezig zijn. Dit zijn dan vaak broers of familie van elkaar. De leeuwinnen blijven hun hele leven in dezelfde troep.