De Steenuil is een kleine uil. De ogen van de Steenuil zijn geel en de veren zijn grijsbruin met witte vlekken. Het liefst broeden Steenuilen in landbouwgebieden. Een paartje zoekt dan een schuurtje, boom met een hol of een nestkast op.
Uilskuikens zijn heel anders dan gewone jonge vogels. Ze blijven lang op het nest – minimaal drie weken – maar als ze het nest verlaten zijn ze nog pluizig en onzelfstandig. Ze vallen met regelmaat uit het nest, maar dit is normaal voor de bos- en ransuil.
De steenuil (Athene Noctua)is onze kleinste uil. Hij valt op door zijn gedrongen gestalte, felle ogen en witte wenkbrauwstrepen.
De steenuil is de kleinste in ons land broedende uilensoort. Door de bolle kop en het relatief dikke verenpak lijkt hij groter dan hij is. Met een lichaamsgrootte van 21 – 23 cm en een vleugelspanwijdte van 54 – 58 cm is hij echter nauwelijks groter dan een zanglijster of merel.
Een kerkuil is een roofvogel die ongeveer 35 centimeter groot wordt. De spanwijdte van een vogel is de afstand tussen zijn twee vleugeluiteinden in vliegende toestand; kerkuilen kunnen een spanwijdte hebben van meer dan een meter. Een volwassen kerkuil weegt tussen de tweehonderd en zevenhonderd gram.
Ransuilen broeden vaak in halfopen (natuur)gebieden, waar ook veel campings zijn te vinden. Je hoort ze 's nachts al van ver met hun typische hoge, piepende, bijna klagende aanhoudende geluid. Ransuilen zijn tijdens de zomer zo luidruchtig omdat de uilskuikens hun nest verlaten en door de omgeving gaan zwerven.
De bosuil is de meestvoorkomende uilensoort in Europa. Hij bewoont allerlei landschappen, variërend van loof- en naaldbos tot stadsparken en groene woonwijken, waar hij door zijn nachtelijke leefwijze niet altijd opgemerkt wordt.
Roep. En zoals we ook hier bij beleef de lente al hebben gehoord en gezien beschikken Oehoes over een relatief rijk repertoire aan geluiden. Misschien niet zo rijk en gevarieerd als zangvogels, maar de krachtig uitgeroepen OE-HOE is onmiskenbaar. En op relatief grote afstand hoorbaar.
Op die manier bakenen ze ook hun territorium af. De meeste uilen in Vlaanderen vliegen en jagen het liefst bij schemering of nacht, maar soorten zoals de velduil en de steenuil vliegen ook overdag. Hun geadapteerde bouw zorgt voor de perfecte aanval op prooien.
Dwerguilen zijn kleine vogeltjes: met 15 tot 19 cm zijn ze zelfs kleiner dan een spreeuw. De soort komt voor vanaf de Baltische Staten en Scandinavië maar ook in de Midden-Europese berggebieden is dit mini-uiltje aanwezig. Het is niet echt duidelijk hoe groot de populaties in het normale verspreidingsgebied zijn.
Eigenlijk zijn uilen heel nuttige dieren die belangrijk zijn voor het evenwicht in de natuur. Er zijn wereldwijd ongeveer 175 soorten uilen. Ze komen voor in alle werelddelen, behalve op de zuidpool.
Herkenning. De steenuil is nauwelijks groter dan een merel maar oogt toch wat forser door z'n opgezette veren. Het verenkleed is overwegend bruin tot grijsbruin met witte streepjes en druppelvormige vlekken. Opvallend zijn de felgele ogen en lichte 'wenkbrauwen'.
Ben je geschikt als uilen-eigenaar? Het is niet aan te raden om uilen te houden. Het is zeer moeilijk om in de gedragsbehoeftes van deze vogels te voorzien. Uilen kunnen ook drager zijn van salmonella, paratyfus en tuberculose, en deze ziektes kunnen van mens op dier overgaan en andersom.
Als je veel naar de Harry Potters hebt gekeken dan zou je kunnen denken dat uilen ideale huisdieren zijn. Je kunt ze zelfs de post laten bezorgen. Het is echter absoluut geen huisdier, maar een inheemse beschermde wilde vogel.
In het Brabants heet de steenuil 'katuil'. Dat komt door zijn bekendste geluid: een kort, hoog 'miauw'. De steenuil is een kleine uil met een lengte van 21 tot 27 cm lang.
Het bekendste geluid van de bosuil is de cliché uilenroep: 'Hoeoeoe ....hoe..hoehoehoeoeoeo'. Man, maar vooral vrouw roepen ook 'kliwiek' naar elkaar.
Steen- uilen communiceren graag met elkaar en gebruiken daarvoor wel meer dan twintig ver- schillende geluiden. Je kent misschien wel het geluid dat we de balts- of territoriumroep noemen? Het klinkt ongeveer als “ghooooek”. Hiermee laten mannetjes weten dat ze er zijn.
Wil je het de uil nog wat aangenamer maken? Dan kun je ervoor kiezen om de uilenkast iets op te vullen met wat nestmateriaal. Bij dit nestmateriaal kun je onder andere denken aan houtsnippers, kleine takjes en bladeren. Belangrijk is dat de uilenkast nooit boven het water wordt bevestigd!
Wanneer je de uil ziet dan is het vaak een teken dat je klaar bent om een bepaalde stap te nemen. Mocht je niet zeker weten of je er klaar voor bent dan is dit het teken wat je moet hebben. Het laat zien dat je het met vol vertrouwen op je kunt nemen, hoe lastig het ook kan zijn om te doen.
Jonge ransuilen verlaten medio juni/juli hun nest waarna ze via dit geluid contact houden met hun ouders. Die moeten namelijk wel weten waar de jonge vogels zich bevinden om hun een prooi te kunnen voeren.
De kerkuil heeft drie natuurlijke vijanden: havik, oehoe, en steenmarter. De steenmarter, die zich snel uitbreidt en ook beschermd is, overvalt nogal eens een broedende kerkuil.
De baltsroep, die uit een ijselijk, luid gekrijs bestaat, is het meest indrukwekkende geluid, dat het mannetje in de vlucht laat horen. Het is de eigenlijke zang van de Kerkuil. De “schreeuw” is op honderden meters hoorbaar. Het mannetje laat zo duidelijk horen dat hij aanwezig is en een territorium bezit.
Met een beetje mazzel hoor je de spookachtige roep van het mannetje: een diepzacht 'oe- hoe-hoe-hoeee'. Zo laat de uil zijn territorium aan andere mannetjes weten. Maar het kan ook een lokroep zijn voor een vrouwtje. Die is voor haar kilometers verderop nog te horen.