Planteneters noem je ook wel herbivoren. Herbivoor is een Latijns woord, waar 'herbe' staat voor gras, kruid of plant en 'vorus' voor eter. Er zijn verschillende soorten herbivoren. Ze zijn ingedeeld naar het deel van de plant dat ze eten: gras, bladeren, zaden of fruit.
Een omnivoor (Latijn: omnis, elk, ieder; vorare, eten) of alleseter is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.
Alle dieren die uitsluitend plantaardig materiaal eten worden herbivoren genoemd, ongeacht hun taxonomische indeling. Het kunnen dus zowel zoogdieren zijn, als vogels of insecten. Ecologisch gezien zijn herbivoren niet zo heel anders als carnivoren (vleeseters), aangezien beide een vorm van predatoren zijn.
Herbivoren eten enkel plantaardig materiaal. Hieronder vallen konijnen en enkele knaagdieren zoals de cavia, chinchilla en degoe. Omnivoren eten zowel plantaardig als dierlijk materiaal. Voorbeelden zijn (dwerg)hamsters, ratten, muizen, gerbils en eekhoorns.
Alleseters, of omnivoren, eten voornamelijk plantaardig voedsel, maar hun dieet bestaat voor meer dan 5% uit vlees. Omdat ze zowel plantaardig als dierlijk voedsel moeten kunnen verteren, kan de onderkaak niet alleen van achter naar voren, maar ook zijdelings bewegen.
Kannibalisme is niet alleen taboe
Dawkins noemt kannibalisme een taboe, maar het eten van mensenvlees is niet alleen een ethische kwestie. Ons vlees bevat namelijk infecterende proteïnes en deze kunnen ziekten veroorzaken en zelfs dood als gevolg hebben. Hiernaast is er ook een reële kans op bloedoverdraagbare ziekten.
Een carnivoor (van Latijn caro, vlees en vorare, eten) of vleeseter is in de ecologie een willekeurig organisme dat uitsluitend dierlijk weefsel als voedsel gebruikt.
Het begrip herbivoor wordt gebruikt voor organismen die (vrijwel) uitsluitend planten, of delen van planten zoals bladeren, wortels, zaden, vruchten, bloemen, nectar, schors, hout, of plantensappen consumeren.
herbivoor = planteneter of plantenetend; benaming voor organisme dat alleen plantaardig voedsel eet.
Herbivoren, zoals konijnen, cavia's, chinchilla's en degoes, eten enkel plantaardig materiaal. Omnivoren, zoals (dwerg)hamsters, ratten, muizen, gerbils en eekhoorns, eten zowel plantaardig als dierlijk materiaal.
Predatie is het vangen, doden en opeten door een organisme, meestal een dier, van een ander dier, het prooidier. Predatoren worden ook natuurlijke vijanden of roofdieren genoemd.
Carnivoren zijn vaak roofdieren. Voorbeelden van carnivoren zijn leeuwen, tijgers, vossen, wolven enz. Katten en honden zijn eigenlijk ook carnivoren.
Gebitten Planteneters moeten hun voedsel van de planten af kunnen snijden en kunnen vermalen. Ze hebben daarom flinke snijtanden, vaak niet eens hoektanden en een lange rij plooikiezen in hun bek.
In Amerika zijn er duizenden mensen op vleesdieet, ook wel bekend als het 'carnivoordieet'. Zij eten alleen maar dierlijke producten en beweren zich er fantastisch, sterker en slanker door te voelen. Ook in Nederland zijn er aanhangers van het dieetregime.
Ovivoor is een term in de biologie die betekent dat een dier zich vrijwel uitsluitend met eieren van andere dieren voedt. Voorbeelden hiervan zijn varanen, korsthagedissen en enkele soorten slangen. Onder de zoogdieren zijn de wasbeer, de otter en de hermelijn geduchte eierjagers.
Wat is het carnivoor dieet? Het carnivoor dieet bestaat zoals de naam al zegt voornamelijk uit dierlijke producten, zoals eieren, veel vlees, gevogelte en vis. Opvallend is dat daar vrijwel geen koolhydraten en groenten (en fruit) bij gegeten worden.
planteneter (zn) : herbivoor.
Een omnivoor eet zowel plantaardig voedsel als vlees. Ook hun verteringsstelsel is hier volledig op ingesteld. Of een mens enkel plantaardig voedsel eet speelt hier geen rol, dit verandert het verteringsstelsel niet.
Planteneters noem je ook wel herbivoren. Herbivoor is een Latijns woord, waar 'herbe' staat voor gras, kruid of plant en 'vorus' voor eter. Er zijn verschillende soorten herbivoren. Ze zijn ingedeeld naar het deel van de plant dat ze eten: gras, bladeren, zaden of fruit.
Katten zijn strikte carnivoren of vleeseters, mensen zijn omnivoor (of alleseters) en honden zijn semi-carnivoor.
Herbivoren zijn vegetarische vogels die planten eten. Veel eenden, ganzen en zwanen behoren hiertoe. De planten worden door de vogels ontleed, doorgeslikt en vervolgens in de maag fijngemalen. Planten zijn voor vogels moeilijk verteerbaar.
In moderne indelingen worden roofdieren onderverdeeld in twee groepen, de Caniformia (met onder andere de honden, beren, marters en zeeroofdieren) en Feliformia (met onder andere de katten, hyena's en mangoesten). Ook zeehonden, zeeleeuwen en de walrus zijn roofdieren, die zich aan een leven in de zee hebben aangepast.
Een carnivoor is een vleeseter. Het is een organisme dat dieren vangt en consumeert. Tegengestelde van `herbivoor`. Niet te verwarren met `omnivoor`.
Vlees is het spierweefsel van gewervelde dieren en hier vallen vissen in principe niet onder. Echter kan vis wel gegeten worden en is het ook een dierlijk product. In dit opzicht kan vis dus gezien worden als het vlees van een vis.
Een aaseter is een dier dat (deels) leeft van dierlijke resten, en niet zelf op voedsel jaagt. Aaseters kunnen groot of klein zijn. Veel insecten zijn bijvoorbeeld aaseters. De aasgier is een voorbeeld van een grote aaseter.