De
Een analoge klok heeft gewoonlijk een wijzerplaat en twee of drie door het uurwerk aangedreven wijzers, bevestigd aan concentrische assen, die door het midden van de wijzerplaat steken. De rest van het mechaniek bevindt zich dan achter de wijzerplaat. De volgorde waarin de wijzers liggen, is vrijwel altijd dezelfde.
Het anker zorgt ervoor dat de slinger in beweging blijft. Dit geeft het kenmerkende tik-tak tik-tak geluid, wat veel mensen een vertrouwd gevoel geeft. De slinger verliest energie door de zwaartekracht, gaat steeds langzamer lopen en komt tot stilstand als het uurwerk geen aandrijving zou hebben.
Houd de lange wijzer op 12 en draai de korte wijzer naar verschillende plekken op de klok. Laat je kind zien dat de wijzer steeds naar een ander cijfer op de klok wijst en vertel dat dit cijfer het uur aangeeft. Laat je kind ook zelf aan de klok draaien, net zolang tot hij door heeft hoe hij de uren kan aflezen.
Door in de afbeelding "Minuten aflezen op de klok" te kijken, zie je dat 10 minuten in het rode stuk valt. Dat betekent dat het "over" het hele uur is. Het is 10 minuten over 9 's ochtends.
De grote wijzer geeft de minuten aan. De kleine wijzer de uren. Als het een heel uur is, dan wijst de grote wijzer altijd het cijfer 12 aan.
Kleuters kunnen nog geen klokkijken, maar je kunt ze wel tijdsbesef bijbrengen. Kinderen leren pas vanaf zes jaar om klok te kijken.
Om te kunnen klokkijken, moet de beelddenker inzicht hebben in tijd, volgorde en orde (procedures). Dit zijn nou juist de zaken waar een beelddenker moeite mee heeft. Beelddenkers hebben moeite met het verwerken van seriële informatie (tijd en volgorde). Zij willen informatie simultaan (gelijktijdig) verwerken.
Oude olie en stof
Moderne klokkenolie is zo dik als stroop (bescherming) en extreem glad (soepele loop). Er zijn vier verschillende soorten olie voor de verschillende wrijvingspunten. Sommige punten mogen dan weer niet gesmeerd worden.
Moet u bijstellen, dan kunt u dit doen door het moertje, wat onder aan de slinger zit, te verdraaien. Houdt hierbij de slingerstang goed vast zodat deze zelf niet draait, anders breekt u mogelijk het slingerveertje. Draait u naar links (=omlaag) dan gaat de klok langzamer lopen, naar rechts (=omhoog) sneller.
Het woord horloge is afkomstig uit het Frans. Tegenwoordig wordt het woord in het Nederlands vrijwel alleen gebruikt voor een klein, draagbaar uurwerk. In het Frans daarentegen wordt met horloge tegenwoordig een vast opgestelde klok bedoeld, terwijl een draagbaar uurwerk een montre heet.
Het luiden van de klokken, overal in Nederland, is bedoeld om hoop en troost te brengen en om aan te geven dat we allemaal met elkaar verbonden zijn. En ook als blijk van waardering voor de hulpverleners die zich inzetten voor onze gezondheid.
Ze geven ritme aan de tijd, symboliseren burgerlijke of kerkelijke gemeenschapszin en zijn een objectieve expressie van subjectieve gevoelens van blijdschap of droefheid. Veel klokken hebben als opschrift Vivos voco (de levenden roep ik), Mortuos plango (de doden beklaag ik), Fulgara frango (de bliksems breek ik).
Slaan beide klokken om half tien 's morgens dan wordt er iemand “verlud”. Dat wil zeggen dat door het luiden van de klokken de gemeenschap wordt ingelicht dat iemand is overleden. We kunnen dan horen of de overledene een man, vrouw of een kind is. Gaan de klokken met twee keer een onderbreking dan betreft het een man.
Dyscalculie komt vaak op kinderleeftijd aan het licht, maar je houdt de aandoening je gehele leven. Ook volwassenen kunnen dus dyscalculie hebben. Naar schatting heeft 3 tot 4% van de mensen dyscalculie. Dyscalculie moet niet verward worden met dyslexie.
De tijd start in het begin de nacht, om twaalf uur. Die tijd kennen we als 00:00 of als 24:00 afhankelijk van de klok. Vervolgens telt de digitale klok elk uur erbij op (bij klok met 00:00) of begint weer bij 01:00 (bij klok met 24:00). De uren staan vóór de dubbele punt.
Om goed klok te kunnen kijken, moeten leerlingen ook informatie kunnen onthouden. Een probleem met dit (werk)geheugen kan ervoor zorgen dat leerlingen niet terug kunnen vallen op herhalingsstrategieën, waardoor automatisering van het leren klokkijken een grote uitdaging wordt.
Gangbaarheid. Het woord kloklezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Tot een jaar of drie hebben kinderen nog niet echt tijdsbesef. Baby's, dreumesen en jonge peuters zijn nog heel erg afhankelijk van hun omgeving om een beetje grip op het verloop van de dag te krijgen. Structuur in de dag en regelmaat geven deze kleintjes houvast.
Vaak doen ze dit door een liedje over de dagen van de week te zingen. Verder kun je als ouder ook oefenen met het opnoemen van de dagen van de week. Als je een tijdje gaat oefenen dan kan je kind maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag, zondag achter elkaar opnoemen.
De kleine wijzer geeft de uren aan. In het voorbeeld wijst de kleine wijzer de 4 aan. Als de klok tikt, gaat de kleine wijzer langzamer dan de grote wijzer.
Een heel uur = 60 minuten. Een heel uur = 2 halve uren. Een heel uur = 4 kwartieren. Een heel uur = 12 stukken van 5 minuten.
Er zijn dus 44 ogenblikken waarop de wijzers loodrecht op elkaar staan. De meest herkenbare zijn natuurlijk 3u, 9u, 15u en 21u, maar ook de andere zijn eenvoudig omrekenbaar.