De orale fase waarin het kind alles in zijn mond stopt is heel gewoon. Sterker nog: het hoort bij het ontdekken van de wereld om hem heen. Met zijn mond kan hij namelijk al veel meer dan met zijn andere zintuigen.
Met zijn mond kan hij voelen hoe iets aanvoelt, welke vorm het heeft en hoe het smaakt. Hierom stopt je baby alles in zijn mond wat hij maar kan grijpen. Ook jouw vingers blijven hierbij niet gespaard! Het is voor je baby dé manier om de omgeving en objecten te verkennen en te onderzoeken.
De orale fase is, volgens Freud, de eerste fase in de psychoseksuele ontwikkeling en heeft betrekking op de eerste 21 maanden van het leven. In Freuds theorie vormt deze fase de eerste relatie tussen een kind en zijn of haar moeder.
Ontwikkelingsgebieden zijn alle verschillende gebieden waarin je baby zich ontwikkelt. Dit zijn de belangrijkste ontwikkelingsgebieden: de motorische, cognitieve, lichamelijke, sociaal-emotionele ontwikkeling en de spraak- en taalontwikkeling.
Tot je baby ongeveer zeven maanden oud is, kan hij of zij nog niet goed voelen met zijn of haar handen. Je baby kan wel dingen vastpakken, maar heeft nog niet de controle om het te voelen, prikken of ontdekken met zijn of haar vingers. Om toch dingen te kunnen ontdekken, stopt je baby alles in zijn of haar mond.
Er zijn kinderen die (een stukje van) hun duim of vinger in hun mond hebben als ze zich concentreren of als iets spannend is. Als dat af en toe gebeurt en maar eventjes, is dat niet zo erg. Maar als je kind duimt of op de vingers zuigt, is het heel belangrijk om dat af te leren.
Wanneer je baby 3 maanden oud is krijgt hij door dat hij veel meer kan met zijn handjes. Je baby gaat dan volop experimenteren. Eerst met zijn handjes, later ook met zijn voetjes. Je zult dan ook regelmatig een vingers of teentjes zien verdwijnen in zijn mond.
In het schema ontwikkelingsaspecten en om- gevingsinteractie worden de volgende ontwik- kelingsgebieden onderscheiden: lichamelijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, cogni- tieve ontwikkeling, seksuele ontwikkeling, per- soonlijke ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Herkenbare fasen in een leven van een mens zijn: baby, kleuter, puber, adolescent, volwassene en oudere. Het doorlopen van deze fasen kan worden gezien als een reis door het leven. Veel mensen maken die reis het liefst in goede gezondheid. Voeding speelt hierbij een belangrijke rol.
De latentiefase is, volgens Freud, de vierde fase van de psycho-seksuele ontwikkeling die begint rond het 6e levensjaar en duurt tot 11 à 12 jaar. Met ongeveer zes jaar vangt de latentieperiode aan. De interesse van het kind krijgt dan een minder egocentrisch en seksueel karakter.
De fallische fase is de derde fase in de psychoseksuele ontwikkeling en duurt van ongeveer 3 tot 5 à 6 jaar. De bron van bevrediging is in dit stadium de geslachtsdelen. Dit is niet in de zin van volwassen seksualiteit; het kind is immers fysiek onvolwassen.
Wist je dat kauwen ongelooflijk goed is voor de hersenontwikkeling en vooral de ontwikkeling van het geheugen? Voor baby's is kauwen natuurlijk nog onmogelijk, maar zodra de vaste voeding ten tonele komt, dan kan een kind al kauwbewegingen maken.
Gemiddeld leren kinderen kauwen vanaf ongeveer 7 a 8 maanden. Door het kauwen leert het kind om nieuwe, fijn motorische bewegingen te maken met de mond.
Dit kan en doet je kind: 2 – 3 jaar
Je peuter snapt door jouw lichaamstaal hoe jouw humeur is. Hij kan zich steeds beter inleven in de gevoelstoestand van anderen. Je peuter herkent kleuren en vormen en kan die ook sorteren.
De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling. Lees alles over de groei en ontwikkeling kleuter en schoolkind.
Bij de cognitieve ontwikkeling leren baby's om informatie uit hun omgeving te verwerken, op te slaan, om vervolgens deze verworven vaardigheden en kennis op een later moment weer te kunnen gebruiken.
Je kindje bereikt de eerste twee jaar van zijn leven vele mijlpalen als het gaat om zijn motorische ontwikkeling. Je vinger vastpakken, op de buik rollen, kruipen, lopen: voor alles is er een eerste keer. Ontdek welke motorische fases je kind doormaakt, voordat hij kan lopen.
De creatieve ontwikkeling is onderdeel van de cognitieve ontwikkeling en gaat over het vermogen om te dromen, fantaseren en het ontdekken van nieuwe mogelijkheden. Dit kan gaan om spelen, dansen, zingen, schrijven, muziek maken, knutselen, tekenen, schilderen en het doen van yoga.
Wanneer een baby op zijn handjes sabbelt, smak geluidjes maakt, met zijn hoofdje zoekt, met armpjes maait en beentjes trappelt, zijn dat allemaal signalen waarmee hij te kennen geeft dat hij honger heeft. Wanneer ouders hier op reageren en de baby oppakken en voeden, zal de baby tevreden gaan drinken.
Na drie maanden
Vanaf ongeveer 3 maanden kan je baby zelf speelgoed vasthouden, bijvoorbeeld een eenvoudige rammelaar, een zacht doekje of zachte knuffels. Na ongeveer vier maanden gaat je baby grijpen en voorwerpen vastpakken. Wanneer kinderen iets kunnen vastpakken, vinden ze steeds grotere dingen leuk.
Een baby die goed gedronken heeft, kan van vermoeidheid toch hongersignalen laten zien zoals zoeken met de neus en lippen of sabbelen op zijn handjes. Twijfel niet en leg uw baby gerust te slapen. Een baby die net wakker wordt en trappelt met zijn beentjes heeft waarschijnlijk wel honger.
Je 3 maanden oude baby kan nu zijn handjes openen en sluiten en dingen vastgrijpen, zoals speelgoed of je vingers. Nu heeft hij wellicht al wat meer controle over zijn armen, en probeert voorwerpen vast te grijpen die zijn aandacht trekken. Hij kan nu ook beter zijn handjes naar zijn mond brengen.