Wanneer een broer of zus van een grootvader/grootmoeder (
Een achterneef of achternicht.
Het kindje van mijn neef is míjn achterneefje. Zoals onze dochter zíjn achternichtje is.
Eerstegraads familieleden: partner*, ouders (ook adoptie- en stiefouders), schoonouders, kinderen (ook adoptie- en stiefkinderen), schoondochters- en zonen. Tweedegraads familieleden: broers en zussen, kleinkinderen, grootouders, schoonzussen en zwagers, stiefbroers- en zussen.
Neef/Nicht: Het kind van je oom of tante óf het kind van je broef of zus. Achterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overgrootouders, maar niet dezelfde grootouders.
Het kind van je tante of oom wordt je neef genoemd. Neef kan ook worden gebruikt om te verwijzen naar elk kind van een verre verwant. Ik heb vijf neven en nichten van moederskant en drie van vaderskant. Er zijn specifieke manieren om te praten over hoe nauw verwant jij en je neven en nichten zijn.
De kinderen van die grootouders zijn ooms (mannelijk) en tantes (vrouwelijk). Dit is derdegraads familie, omdat er drie stappen tussen zitten: kind → ouder → grootouder → oom (nonkel) of tante.
De kinderen van je eerste neven en nichten zijn je eerste achterneven en achternichten. Je tweede neef of nicht is het kleinkind van een broer of zus van je grootouders.
Je moeder is 1e graads (in rechte lijn). Je opa is 2e graads (in rechte lijn). Je zus is 2e graads (in zijlijn): moeder (1) – zus (2). Je tante is 3e graads (in zijlijn): moeder (1) – oma (2) – tante (3).
In Vlaanderen spreekt men van achterneef/achternicht (kleinkind van broer of zus) en kozijnskind(eren), kleinkind van oom of tante.
Een tante is een derdegraads bloedverwantschap. Degene van wie iemand een tante is wordt een neef (man) of nicht (vrouw) genoemd.
achterkleinkinderen; neven en nichten (kinderen van broers of zussen); ooms en tantes (broers of zussen van de ouders).
Wanneer een broer of zus van een grootvader/grootmoeder (grootoom respectievelijk groottante, ook wel oudoom respectievelijk oudtante) een kind heeft, is dit een oudneef/oudnicht.
De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen oma worden is 52, mannen worden gemiddeld op hun 54ste voor het eerst opa. En ze blijven lang in de ouderrol: tot de leeftijd van 75 tot 80 geven ouders meer hulp aan hun kinderen dan andersom.
Grootoma krijgt als definitie overgrootmoeder.
1e graads familie: Dit zijn de directe familieleden, namelijk de ouders, partner en kinderen van een persoon. 2e graads familie: Dit zijn de broers, zussen, grootouders, kleinkinderen en (schoon)ouders van een persoon.
Familie (eigen of aangetrouwd) in eerste graad. Dit zijn: partner (via huwelijk, geregistreerd partnerschap of samenlevingscontract) ouders (inclusief stiefouders en adoptieouders)
Naaste is een sociale term waarmee meestal personen worden aangeduid die dicht bij iemand staan. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan familie, vrienden en aangenomen/aangetrouwde familie, waar een goede band mee is.
Nu mensen pas laat kinderen krijgen zijn veel overgrootouders al gaan hemelen. Maar in vorige generaties had je ze nog volop. Do's oma was ook overgrootmoeder toen ze stierf. Haar achterkleinkinderen noemden haar 'superbomma'.
De dochter van een neef of nicht heet een achternicht.
oudooms en oudtantes (oom of tante van ouders) van uw partner.
-De dochter van haar broer of zus. Dit is ook een nicht van jou. - De dochter van ooms of tantes van je moeder. Dit is dan een achternicht van jou.
Gran of Gran-Gran . Marmee of Marmi. Mammy. Mema of MeMa of Mima.
Dat kind zou dan ook je neef of nicht zijn. Het kind van je eerste neef of nicht is je "achterneef" of "achternicht". En dan zouden jouw kind en het kind van je neef/nicht tweede neven/nichten zijn.