Een CT-scan (ook wel RX, CAT of computertomografie genoemd) is een radiologisch onderzoek dat compleet pijnloos is en dat beelden 'in plakjes' levert van het lichaam. Bij deze methode worden röntgenstralen of X-stralen gebruikt. Het principe is eenvoudig. Elk weefsel van ons lichaam (huid, vet, organen, bot enz.)
Een CT-scan kent weinig risico's. De scan werkt met röntgenstraling. Eenmalig gebruik kan geen kwaad, maar bij veelvuldig gebruik kan het schadelijk zijn. Een arts vraagt dit onderzoek daarom alleen aan als het echt nodig is.
Wat kun je uit een CT-scan afleiden? “Je kunt interne organen bekijken zoals longen, lever, hart of hersenen. Maar ook botstructuren, breuklijnen, prothesemateriaal en gewrichten zijngoed zichtbaar. Bovendien kun je met een scan bekijken waar een bepaalde afwijking in een orgaan zich bevindt.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
We doen dit onderzoek om te kijken of iemand een bepaalde aandoening heeft. Bijvoorbeeld een abces, verwijd bloedvat, gebroken bot, bloeding, tumor, galsteen, niersteen of ontsteking. Met een CT-scan kunnen we ook controleren wat het resultaat is van een behandeling zoals een operatie of een medicijnenkuur.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.
De CT-scanner maakt met de foto's een 3D-foto van uw lichaam. 3D betekent dat er diepte op te zien is. Hierdoor is duidelijker te zien hoe uw lichaam en organen eruit zien. Dit komt omdat u bij een CT-scan in een ring ligt en de röntgenstralen van alle kanten komen.
Een CT-scan geeft een arts een compleet overzicht van bijvoorbeeld het gehele boven- en onderlichaam. Een MRI daarentegen laat meestal maar een beperkter deel van het lichaam zien, bijvoorbeeld alleen de onderbuik en toont organen meer op detailniveau.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Een PET-CT-scan doen we om te zien of iemand een bepaalde aandoening heeft. Zoals kanker of een ontsteking. We gebruiken daarbij een radioactieve stof die wordt opgenomen door het lichaam. De manier waarop de weefsels en organen de stof opnemen kan ons iets vertellen over wat er aan de hand is.
Bij een CT-scan worden in 1 keer meer foto's van de binnenkant van uw lichaam gemaakt. Een CT-scan gebeurt met röntgenstralen. Op een CT-scan kunnen de artsen meer details zien dan op een gewone röntgenfoto. De CT-scanner maakt met de foto's een 3D-foto van uw lichaam.
Een röntgenfoto krijg je als je kanker hebt vaak van je borst(holte) of van je botten. Zo wordt bijvoorbeeld een tumor in je longen zichtbaar.
Bij een PET/CT-scan worden eventuele ontstekingen of kanker in beeld gebracht. Uw organen en weefsels worden op twee manieren in beeld gebracht: PET-scan: hierbij wordt een radioactieve stof in een bloedvat in uw arm gespoten. Deze stof gaat naar de eventuele zieke organen en weefsels toe.
Door de beelden van de MRI-scan krijgt de radioloog een goed beeld van de mogelijke aanwezigheid van bijvoorbeeld ontstekingen, fracturen, cysten en slijtage (artrose). Hierdoor kan een MRI-scan inzicht geven in de eventuele oorzaak van klachten zoals (chronische) pijn vanuit je organen en gewrichten.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Ook de vormen van de tumoren verschillen. Een goedaardige tumor kenmerkt zich vaak door een ronde vorm. Een kwaadaardige tumor daarentegen groeit meer als een aardappel die begint uit te lopen. Deze 'sprieten' groeien door de wanden van omliggend weefsel en organen heen.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Een groot verschil is dat een CT gebruik maakt van röntgenstraling, terwijl de MRI een sterk magnetisch veld en radiogolven gebruikt. Bij een MRI-scan wordt geen gebruik gemaakt van röntgenstraling, maar van een sterk magnetisch veld en radiogolven.
Dit bloedonderzoek dient minstens één uur voor de CT-scan plaats te vinden zodat de uitslag op tijd bij ons bekend is. Voor een algemene CT-scan mag u eten, drinken en roken. Komt u voor een CT-hart, CT-dunne darm, CT-dikke darm of een CT-geleide punctie dan dient u wel nuchter te blijven.
Het maken van de CT-scan
U krijgt contrastvloeistof toegediend via het infuus in de arm. Deze vloeistof kleurt de bloedvaten, waardoor deze zichtbaar worden op de CT-afbeelding. Van dit contrastmiddel kunt u over uw hele lichaam een warm gevoel en een vieze smaak in de mond krijgen.
De radioloog bestudeert de gemaakte foto's. De uitslag is na 2 à 3 werkdagen bekend. U krijgt de uitslag van uw behandelende arts.
Uw lichaam neemt het contrastmiddel vanzelf op waarna het via de urine wordt uitgescheiden. Ondanks het feit dat het contrastmiddel veilig is, kan het zijn dat uw persoonlijke situatie maakt dat het toedienen van contrast afgeraden wordt.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een PET-scan brengt juist de stofwisseling van weefsels in beeld. Met de PET/CT-scan kan zowel de aard als de plaats van de afwijking nauwkeurig worden vastgesteld.