Tijdens de rustpositie van de tong ligt de voorrand van de tong net achter de boventanden, tegen de harde rand van het gehemelte. De zijranden van de tong liggen tegen de binnenkant van de bovenkiezen. De kiezen raken elkaar net niet en de lippen raken elkaar zonder spanning.
Je tong moet losjes tegen je boven gehemelte(bovenkaak) liggen. Ontdek de juiste plek voor je tong. Als je de juiste plek voor je tong hebt gevonden, dan moet je je tong 'leren' om altijd op deze plek te liggen. Dit kun je oefenen door er zo vaak mogelijk aan te denken.
Hoe ziet een gezonde tong eruit
Een gezonde tong is licht bobbelig (papillen) mooi egaal roze tot licht rood, zonder ruwe oppervlakken, groeven of andere oneffenheden en heeft geen geur.
Met je tong tegen je gehemelte en je lippen op elkaar ga je automatisch door je neus ademen, en dit komt je algemene gezondheid en je tanden dan weer ten goede. De tanden rusten zachtjes op elkaar in deze houding of raken elkaar net niet.
Bij last van stress kunt u de volgende klachten ervaren:
Versnelde afbraak van het steunweefsel van tanden en kiezen. Mondzweren. Mondbranden. Droge mond.
Je kunt je tong alleen inslikken als die zozeer is losgescheurd dat hij niet meer goed vast in je mond zit. Zolang de weefsels van de tong en de spieraanhechting in de onderkaak, het tongbeen en de schedelrand intact zijn, blijft hij in de mondholte. Je tong kan wel ademhalingsproblemen veroorzaken.
Tijdens de rustpositie van de tong ligt de voorrand van de tong net achter de boventanden, tegen de harde rand van het gehemelte. De zijranden van de tong liggen tegen de binnenkant van de bovenkiezen. De kiezen raken elkaar net niet en de lippen raken elkaar zonder spanning.
Vaak zien we ook daar een lage tongligging oftewel een 'luie' tong. Doordat de tong niet in de bovenkaak ligt (wat normaal wenselijk is), kan de bovenkaak te smal blijven, waardoor er onvoldoende ruimte is voor het 'grote' gebit.
Het hebben van een slechte adem, het gevoel stroeve tanden te hebben en het bekende 'dode vogeltje' zullen met mondademhaling te maken kunnen hebben. In sommige gevallen houden mensen zelfs kapotte mondhoeken ervan over, vooral als er overdag ook sprake is van mondademhaling.
Kleine bultjes aan beide zijkanten van de tong kunnen meestal geen kwaad, maar als er maar aan één kant een bultje zit kan het juist weer kwaadaardig zijn. Ook onverklaarbare rode of witte delen op de tong of knobbeltjes (zeker als ze geen pijn doen) kunnen op tongkanker wijzen.
Achteraan de tong zitten grotere smaakpapillen. Die zien eruit als bultjes. Dit is normaal en hoort zo.
Hoe kom je weer aan een gezonde, roze tong? De beste manier om de aanslag van je tong te poetsen is door gebruik te maken van een tongreiniger met borstelhaartjes én een schrapertje ineen. Leukoplakie komt vaak door te roken.
Voorbeelden van een protrale tongpers:
Logopedie (OMFT) is geïndiceerd om de oorzaak van de afwijkende gebitsstand weg te nemen. Met OMFT zal ook de kans op relaps bij een orthodontische behandeling (met afwijkend tonggedrag) afnemen.
De exacte oorzaak van tandenknarsen en kaakklemmen is moeilijk te achterhalen. Slaapstoornissen, stress, alcoholgebruik, roken, bepaalde medicijnen en drugs (bijvoorbeeld XTC) worden in verband gebracht met knarsen en klemmen.
Het advies bij een gespannen kaak is dan ook om rust te nemen. Maak tijd om te ontspannen, een warm bad of een lange wandeling doet vaak goed en kruip op tijd in je bed. Slaap is het beste medicijn. Probeer te achterhalen hoe het komt dat je last hebt van kaakklemmen.
Met oefeningen van de mondmotoriek worden de spieren in de mond versterkt en men leert de tong op de juiste wijze te gebruiken. Eerst wordt geleerd alleen de [s] goed uit te spreken, daarna volgt de [s] in lettergrepen, woorden en zinnen geoefend. Tenslotte moet de goede uitspraak gebruikt worden in het gewone spreken.
Infantiele slikgewoonte betekent dat een kind op latere leeftijd nog slikt als een baby. Tijdens het slikken wordt de tongpunt tussen de boven- en benedentanden door tegen de onderlip gedrukt en worden de lippen op elkaar geperst, alsof ze nog een tepel/speen moeten vastklemmen.
Kruisbeet. Een gebitsafwijking waarbij de tanden en kiezen niet goed op elkaar sluiten. Normaal gesproken sluiten de tanden en kiezen van het bovengebit net iets over de tanden en kiezen van het ondergebit. Bij een kruisbeet is dit niet het geval.
Wanneer je op je tong bijt wordt er een signaal naar je hersenen gestuurd. Deze zorgen ervoor dat de kracht van je kaakspieren even wegvalt, zodat je je tong weer terug kan trekken. Als je tong verdoofd is, bijvoorbeeld na een tandartsbezoek, blijft dit signaal uit.
Soms verplaatst de tong zich tijdens het slikken naar voren. Dit heet een tongpers. Deze drukkende beweging op de voortanden kan ervoor zorgen dat de tanden gaan wijken. Het gevolg is een open beet of een overbeet.
Dat kan door een luchtpijpsnede te maken. In vakjargon: tracheotomie. "Daarmee kan je de patiënt redden, maar dan moet wel een omstander weten hoe dat moet tot de ambulance er is. Ook zou je kunnen proberen om met twee vingers de tong naar beneden en naar voren te halen."
Als de persoon niet reageert, dan is hij bewusteloos. In dat geval zijn de spieren (kaak- en tongspier) ook slapper, en kan de tong in de keelholte zakken en de luchtweg afsluiten. Er is dus verstikkingsgevaar.