Voor sneetjes brood bij ontbijt of lunch worden geen vorken ingezet, tenzij er iets warms op ligt dat eraf kan druipen: kroketten, gebakken eieren of iets dergelijks. Een simpele boterham met kaas of jam wordt met een mes in twee of vier stukken gesneden en vervolgens met de hand naar de mond gebracht.
In de regel zeg je dat je soep 'eet'. Meestal nuttig je soep – al dan niet aan tafel – met behulp van een lepel uit een (diep) bord of een kop. Drinken wordt in de regel gebruikt als je een vloeistof tot je neemt uit iets wat je aan je mond zet (zoals een glas, een beker of een kopje).
Klaar met eten? Volgens de etiquette zegt je bestek meer dan duizend woorden. Je laat zien dat je klaar bent met eten door je mes en vork schuin op je bord te leggen. Ze liggen naast elkaar en wijzen naar linksboven, je vork ligt open en je mes met zijn snijkant naar de vork toe.
Speel niet met je bestek of eten
Ga niet met je eten lopen knoeien, houd het netjes op je bord. Plet ook geen aardappelen tot puree op je bord. Neem van alles een klein beetje en doe dat op je vork. Breng de vork of de lepel naar je mond en niet je mond naar je bord.
Je gebruikt uitsluitend je vork. Draai de spaghetti rond je vork en gebruik daarbij je bord als weerstand. Zo draai je een perfecte enkele hap spaghetti rond je vork, die je zonder lepel of mes kunt veroberen. Het is misschien even klungelen op het begin, zo je vork moeten ronddraaien in en met één hand.
Waarom mag je nou niet met je ellebogen op de tafel leunen? Volgens experts heeft dat te maken met de gewoonte dat mensen vroeger een bord deelde met hun buurman aan tafel. Als je met je elleboog op die tafel leunt, kan hij of zij er dus niet meer bij.
Volgens de etiquette moet het waterglas links staan, maar bij Table in a box verkiezen we rechts, vlakbij het bord. Naast het champagneglas, komende van links, volgt het rodewijnglas en dan het witte.
En al jong leer je dat het netjes is om een maaltijd samen te beginnen. Het gros van de tafelaars zegt waarschijnlijk gewoon 'Eet smakelijk', maar in menig gezin is er ook een ritueel: je vouwt je handen voor een gebed of houdt elkaars hand vast. Of er klinkt een lied, een spreuk of een wens.
Om niet verstrikt te raken in de plooien van de kraag hadden de mannen kort haar en moesten de vrouwen hun haren omhoog kammen. Ook voor het eten diende er een oplossing gevonden te worden: om de kraag niet vuil te maken kwam er een vork bij en deze werd links gelegd omdat er daar plaats was.
Messen liggen rechts van je bord en vorken links. Daarnaast dient je maaltijd altijd links van je geserveerd te worden. Soep daarentegen wordt vanaf rechts opgediend.
Leg mes en vork als je klaar bent in de (tien over vier) positie, met het mes aan de buitenkant en de vork aan de binnenkant. Of leg het bestek naast elkaar in het midden van je bord, de vork met de tanden naar beneden, en het mes rechts, met de snijkant naar de vork toe.
Vorken liggen links van het bord, messen rechts (met de snijkant richting het bord). Soeplepels liggen rechts naast het bord, dessert- en fruitbestek (vaak lepels, maar kan ook een klein vorkje zijn) liggen boven het bord. Je eet van buiten naar binnen.
Pasta eet je alleen met een vork. Stop je vork in je spaghetti of tagliatelle en draai. Zelfs lasagne eet je alleen met een vork: gebruik de zijkant om de lasagne te 'snijden'. Pasta na het afgieten spoelen met koud water is echt not done: zo spoel je al het zetmeel weg.
Rijst of pasta met saus, salades, aardappels, vlees, groente: allemaal met mes en vork. Zo wordt er ook in restaurants gedekt. Geen lepels dus. Mogelijk wordt in Indonesië of Suriname de lepel vaker ingezet bij rijstmaaltijden, maar in Nederland is dit geen gebruik.
Je hoort het wijnglas dus aan de steel vast te houden. ' Ook met het pinkje in de lucht een slokje nemen, wordt niet gewaardeerd: want dat betekent: 'ik wil chic doen, maar ik weet niet hoe het hoort. ' Ook andere glazen aantikken tijdens het proosten is uit den boze.
Blazen op het eten, hoewel geen zware overtreding, geldt toch als minpuntje omdat het geluid maakt, soms met spuug gepaard gaat en omdat het eten erdoor verplaatst kan worden. Soep die van de lepel wordt geblazen, geeft spattende soepdruppels – ook weer vies.
De vorken liggen links van het bord en de messen rechts. De lepels liggen rechts van het mes. Houd je vork altijd in je linker- en het mes in je rechterhand. Dessertbestek ligt altijd boven het bord.
De meeste gasten zijn immers rechtshandig en als u rechts serveert dan is het voor de gasten vrij onhandig om iets van de schotel te nemen. Ook het afruimen gebeurt aan de rechterzijde van de gast. Als een gast klaar is met eten, zal hij of zij het bestek meestal op het bord laten liggen.
Mes en soeplepel rechts van het servies
Leg de soeplepel uiterst rechts van het bord en het vismes in het midden. Direct naast het bord plaatst u het mes voor het hoofdgerecht, met de snijkant richting het servies.
De messen horen altijd aan de rechterzijde van het bord te liggen. De messen moeten met de snijkant naar het bord toe liggen. De soeplepel en eventueel daarnaast het bestek voor het voorgerecht komen daarnaast te liggen. Vorken leg je altijd aan de linkerzijde van het bord.
Volgorde van bestek
Bestek gebruik je altijd van buiten naar binnen. De onderkant van al het bestek moet op één lijn liggen met het onderbord. De snijrand van het mes wijst naar het bord en lepels en vorken liggen met de bolle kant op tafel. Het bestek voor het nagerecht ligt horizontaal boven het bord.
Het servet is bedoeld om je kleding te beschermen voor als je morst. Het servet ligt dus op je schoot. Je maakt dus NIET je bestek er mee schoon en je snuit NIET je neus ermee. Je mag er wel je mond mee deppen.
Wist je dat de basis voor deze tafeletiquette uit de Middeleeuwen stamt? Tijd voor een lesje laatmiddeleeuwse tafelmanieren. Hoe het 'gewone' volk in de 15de en 16de eeuw at, zullen we misschien nooit weten. Er zijn namelijk alleen etiquetteboekjes geschreven voor de hogere klassen.
Etiquette komt uit het Frans, waar het eerst de inkerving in een stok betekende en later opschrift op een voorwerp. Aan het hof van Filips de Goede kregen de bezoekers de hofregels op een kaartje (een etiquette), zodat ze geen fouten zouden maken.