Hoe pak je de verzorging van varens aan? Houd de potaarde vochtig en laat de kluit niet uitdrogen. Opgelet, geef geen water in het hart van de plant. Varens houden ervan als je ze regelmatig besproeit met een plantenspuit en wekelijks voeding geeft.
De varen is op z'n best als hij in een licht vochtige grond staat, waardoor de plant dus regelmatig water nodig heeft. Om deze grond licht vochtig te houden is het soms nodig om 2 tot 3 keer per week een scheutje water toe te dienen. Let er wel op dat de grond niet te vochtig wordt.
Als je merkt dat de bladeren van je varen bruin worden en verwelken, dan krijgt hij waarschijnlijk te veel zon. Probeer de varen op een andere plek te zetten of hem een tijdje uit de buurt van het raam te houden.
Waterbehoefte. Als een Varen te weinig water krijgt, gaan de bladeren slap hangen. Door te weinig water zijn de stengels niet vol genoeg om de bladeren hoog te houden. Het is daarom belangrijk om de grond van een Varen altijd licht vochtig te houden.
De varen behoort tot de familie vaatplanten. De plant is gemakkelijk toe te passen in de tuin, maar ze doen het ook goed in de schaduw of donkere plekken in het huis. Zo maak je van een donker hoekje toch nog iets gezelligs. De bladeren van de varens kunnen wel een meter lang worden.
Hoe pak je de verzorging van varens aan? Houd de potaarde vochtig en laat de kluit niet uitdrogen. Opgelet, geef geen water in het hart van de plant. Varens houden ervan als je ze regelmatig besproeit met een plantenspuit en wekelijks voeding geeft.
Varens kan je in huis het beste plaatsen op een standplaats in de halfschaduw, zonder direct zonlicht. Bij te veel licht zullen de bladeren geel kleuren. Verder raden we aan de grond lichtvochtig te houden. Bij de juiste verzorging heb je lang plezier van je plant.
Varens met een wortelstok leven vaak op bomen, zoals de brede eikvaren (Polypodium interjectum). Aan de lengte van de wortelstok is vast te stellen hoe oud de plant is. Varens kunnen honderden jaren oud worden.
De varen is een vaste plant. Dat betekent dat de plant in de winter verdwijnt om in het voorjaar weer op te komen. Maar er zijn ook bladhoudende varens, zodat er groen in de wintertuin te zien is. Deze wintergroene varens houden het hele jaar door hun blad, ze kunnen heel goed tegen de kou.
Het regelmatig toevoegen van compost of bladgrond zorgt voor een goede voeding voor de varens. Verdere bemesting is nauwelijks nodig. Te veel mest kan het blad en de wortelen beschadigen. Indien het blad geel wordt, kan dit wijzen op een tekort.
Varens zijn relatief eenvoudig te snoeien. Snoei ze in het vroege voorjaar, voordat de nieuwe groei begint of zelfs wanneer de groei al begonnen is. Een varen leent zich ook uitstekend om een vorm in te maken.
Na de winter kan je de lelijke en aangetaste bladeren van een half-wintergroene varen weg snoeien. Er zullen daarna nieuwe bladeren gevormd worden en de plant zal in snel tempo weer fris boven de grond staan. De varens die in de winter volledig afsterven boven de grond hoeven natuurlijk niet gesnoeid te worden.
Als je plant al wat langer te veel water krijgt kan je dat zien aan de bladeren. Ze zullen lichtgroen of geel worden en uiteindelijk van de stam afvallen. Heeft je plant al wortelrot door een overschot aan water, dan is de kans groot dat de bladeren juist verdorren en van de plant afvallen.
Eten van varens is niet zonder risico en het gebruik als geneeskrachtige plant evenzo. Varens met de sporen aan de onderzijde van de bladeren moeten in elk geval gemeden worden, want deze zijn zeker giftig. Omdat een ongeluk in een klein hoekje zit zouden wij adviseren varens te mijden.
Varens zijn sporenplanten, de nazaten van de eerste (sporen) planten die in de zeer vroege historie van het leven op aarde vanuit het water het land opkwamen. Het kenmerk van sporenplanten is dat ze geen zaden maar sporen vormen.
Zoals gezegd hebben de varens geen bloemen en gaat hun voortplanting niet met behulp van het vormen van zaden. De varens planten zich voort, net als bijvoorbeeld de mossen, met behulp van sporen die zich in zogenaamde sporenhoopjes op de bladen bevinden.
Varens zijn de ideale schaduwplanten. Ze kunnen goed in de halfschaduw en schaduw en staan het liefst in vochtige doorlatende grond. De bekende varens hebben geveerde bladeren die zich in het voorjaar sierlijk uitrollen, maar er zijn ook soorten met aaneengesloten blad!
De volgende varens die een zonnige standplaats verkiezen, stellen hoge eisen aan een voldoende vochtige bodem: osmunda (de koningsvaren), onoclea (de bolletjesvaren), athyrium filix-femina (de wijfjesvaren).
varens zijn van oorsprong bosplanten, dus ze houden van humusrijke grond. het beste meng je universele potgrond met wat turfmolm.
Met een mooie combinatie van winterharde varens wordt dat een oase van rust en koelte. Waar varens het naar hun zin hebben, groeien ze uit tot goede bodembedekkers. Let er wel op dat sommige soorten erg kunnen woekeren. Varens combineren, zonder opdringerig te zijn, mooi met andere schaduwminnende planten.
De meeste varens zijn te vermeerderen via sporen of door ze te delen. Maar de volgende soorten varens kun je via hun broedbollen vermeerderen: Asplenium bulbiferum (broedvaren met broedbollen aan de bovenkant van het blad) Asplenium rhizophyllum (synoniem: Camptosorus rizophyllus)
De krulvaren houdt van vochtige grond, maar de grond mag ook weer niet te nat zijn want dan gaan de wortels rotten. In de zomer komt het meestal neer op twee keer per week water geven, in de winter kan je toe met eens per week.