Een hoed zit goed als hij net boven uw wenkbrauwen valt. Om een hoed juist te dragen, draagt u er een die bij de gelegenheid en de daarbij horende kledingstijl past. Een makkelijke vuistregel voor het dragen van een hoed is dat u een hoed draagt wanneer u een jas aan heeft en uw hoed afdoet wanneer uw jas uitgaat.
Een goede hoed zit net boven je wenkbrauwen
Zo hoort de rand van je hoed net boven je wenkbrauwen te zitten. Zit de hoed hoger, dan kan deze wat klein ogen.
Draag als vrouw je hoed altijd naar rechts. De meeste hoeden zijn zo gemaakt dat ze het mooist vallen als je ze naar de rechterkant draagt. Combineer je hoed met bijpassende kleding. Je hoed geeft op deze manier een wauw-effect aan jou outfit.
Hoedenelastiek voor het steviger vastzetten van de hoed op het hoofd. Het elastiekje wordt door middel van de ijzertjes vastgezet in de hoed, tussen het materiaal en de binnenwerking, vervolgens wordt het elastiek achter de haren langs het achterhoofd geplaatst.
Het verband is eigenlijk heel eenvoudig: hoeden zijn van oudsher bedoeld ter bescherming tegen slecht weer. Als je een auto hebt, hoef je minder buiten te lopen. En dus valt een deel van het nut van de hoed weg.
Een hoed zit goed als hij net boven uw wenkbrauwen valt. Om een hoed juist te dragen, draagt u er een die bij de gelegenheid en de daarbij horende kledingstijl past. Een makkelijke vuistregel voor het dragen van een hoed is dat u een hoed draagt wanneer u een jas aan heeft en uw hoed afdoet wanneer uw jas uitgaat.
Wat jou bijvoorbeeld erg goed staat, zijn kleine of ronde hoeden. Daarnaast accentueren hoeden met onregelmatige randen, zoals de flaphoed, jouw gezicht op de juiste manier. Ook een asymmetrische hoed of een hoed die schuin gedragen kan worden, past perfect bij jouw gezicht.
Vossen: ,,Aan de binnenzijde van de meeste designhoeden zitten lusjes waaraan je vrij makkelijk dun elastiek kunt vastmaken. Dat elastiek verstop je vervolgens onder je haar. Meestal werkt dat goed bij gemiddelde windkracht, maar bij storm kan het ook met zo'n elastiekje nog fout gaan.
Hoedenelastiek. Hoedenelastiek is een hoogelastisch dun koordelastiek, voor hoeden, maskers, parelsnoeren en knutselwerk. Dit dunne ronde elastiek gebruik je voor hoeden, maskers e.d. waarbij je wilt voorkomen dat je hoed of masker afwaait of verschuift.
Een deukhoed, ook wel fedora genoemd, is een vilten hoed die voornamelijk door mannen gedragen wordt, maar die ook een plaats in de mode voor vrouwen kent. De hoed komt in vrijwel alle kleuren voor, maar bruin, grijs en zwart zijn het meest gangbaar.
Veel jongeren zijn vergroeid met hun hoofddeksels. Petten en capuchons zijn mode-statements. Oudere mensen vinden petten en mutsen binnenshuis geen gezicht en nogal kinderachtig. Daar hoeven jongeren zich niets van aan te trekken, want, tja, het is nu eenmaal de mode.
Je haarkleur is ook een bepalende factor om de juiste hoed te vinden. Ik vind het persoonlijk mooi om een contrasterende kleur te kiezen. Dus een licht hoed bij donker haar en andersom. Een bruine hoed bij een blonde haarkleur is een prachtige combinatie.
Naast petjes is ook de zonneklep een ideaal zomerhoedje die iedereen past. Een ander voordeel is dat een zonneklep past als je lang of kort haar hebt. Er zijn kleine, sportieve zonnekleppen of grote, fashionable zonnekleppen die zelfs je nek beschermen tegen de zon.
Over het algemeen werd de pork pie hoed vooral door heren gedragen, maar ook vrouwen kunnen een pork pie hoed dragen. Vrouwen droegen een pork pie hoef licht scheef om de achterkant van hun kapsel mooi te houden. Na de tweede wereld oorlog werd hij echter minder populair.
In West Europa wordt veelal het centimeter stelsel gebruikt: je stelt je hoedenmaat vast door een meetlint circa 1 cm boven een wenkbrauw te plaatsen en het meetlint rond de schedel, via het meest uitstekende deel van het achterhoofd, en terug naar het voorhoofd te laten lopen.
Materiaal is een belangrijk onderdeel van de hoed, het bepaalt de mogelijkheden van de vorm, de kleur en de fysieke eigenschappen. Schapenwol, konijnenbont of bever, toquilla stro of organisch katoen: de materialen zijn divers en elk daarvan biedt bijzondere eigenschappen op het gebied van bescherming en stijl.
Schuin plaatsen: een fascinator plaats je het best lichtjes diagonaal op de zijkant van je hoofd. Zeker een fascinator met een korte sluier is extra flatterend als het netje precies boven of over één oog valt. 3. Subtiele match: een fascinator mag uitbundig zijn, zolang hij maar niet alle aandacht naar zich toe trekt.
Als een hoed iets te groot is, kan dat gecompenseerd worden met twee kurkstrips. Alle hoeden die met kurkstrips kunnen worden aangepast worden altijd geleverd met twee kurkstrips. Voor iets langwerpige hoofden worden de kurkstrips aan de zijkant achter de voeringband geplaatst.
Mocht de hoed iets te ruim zitten, dan kan dat verholpen worden met reepjes kurk onder de voeringband. Met twee reepjes scheelt het ongeveer 1 cm. Voor een smal, wat langwerpig hoofd kunnen de reepjes het best aan de zijkant geplaatst worden.
Als jij in de spiegel kijkt en je haarlijn, kaken en kin zou omlijn, zie jij een diamant. Je hebt hoge jukbeenderen en een puntige kin. Het grote verschil met een hartvormig gezicht is de haarlijn. Als je haarlijn smaller is, heb je een diamantvormig gezicht.
Kijk om te bepalen welke vorm jouw gezicht precies heeft naar hoe je voorhoofd, je jukbeenderen en je kaaklijn zich tot elkaar verhouden. Als de metingen vanaf je voorhoofd tot aan je kaaklijn geleidelijk aan smaller worden, is je gezicht hartvormig of ovaal.
Kies hoeden voor een 'langwerpig gezicht'.
Draag een hoed met een uitlopende rand en lage kroon, zoals een zonnehoed, een cloche of een fedora met een grote rand. De grote rand van een zonnehoed kan een goede compensatie vormen voor de lengte van een lang gezicht.
90% van de mensen heeft een gemiddelde hoofdomtrek tussen 54 en 57 cm. Ons aanbod van de standaard maten vindt u hier. Zit je tussen de 52 en 54 cm, dan heb je een kleine maat. Zit je tussen de 57 en 59 cm dan heb je een grote maat.
Gebruik een meetlint of een stukje touw en doe dat om je hoofd op circa 0.5 cm (1/8 ") boven je oor en over het midden van je voorhoofd. Trek het lint/touw strak, maar niet te strak. Je kunt het beste precies meten op de plaats waar je hoed zou zitten.